...

Na het succesvolle eerste Congres Kritieke Diensten in 2018 was een tweede editie oorspronkelijk gepland voor 2020, maar corona gooide roet in het eten. Vrijdag 6 oktober is het dan eindelijk zover. Specialisten van zowel het OLV als het A.S.Z. geven er een inkijk in hun werk en nodigen de deelnemers uit om mee na te denken over de uitdagingen voor de toekomst van kritieke geneeskunde. Het dagvullend programma is opgehangen aan een realistische trauma- casus, vertelt dr. Koen De Decker, diensthoofd Anesthesiologie/IZ/Urgentiegeneeskunde in OLV. "We beginnen bij de prehospitaalsetting, met onder meer aandacht voor nieuwe technieken voor immobilisatie en vochtmanagement. Daarna volgt de overdracht naar spoed, met onder meer aandacht voor medische beeldvorming die vandaag steeds vaker op spoed gebeurt." Waar de meeste congressen over kritieke zorg zich tot artsen richten, willen A.S.Z en OLV ook verpleegkundigen op spoed en intensieve zorgen, ambulanciers en huisartsen aanspreken, zegt Kristoff Colman, hoofdverpleegkundige in A.S.Z. "Er verandert heel wat momenteel in het landschap van de dringende geneeskunde, zeker op vlak van de nieuwe immobilisatietechnieken. Een werkgroep heeft daarover richtlijnen opgesteld die in wetteksten en omzendbrieven vertaald worden, en ambulanciers worden er sinds vorig jaar voor opgeleid. Vanaf 1 januari 2024 worden ook de provinciale scholen verplicht om de nieuwe technieken te volgen. We merken aan de inschrijvingen vanuit brandweerzones dat er veel belangstelling voor dit onderwerp is." Ook voor de erkenning als traumacentrum is het belangrijk op de hoogte te zijn van nieuwe technieken en protocollen, zegt dr. De Decker. "De manier waarop de patiënt wordt overgedragen van prehospitalisatie naar spoedgevallen speelt daar een grote rol in. In Aalst gaan we naar een fusie van A.S.Z. en OLV, waarbij we het op twee na grootste ziekenhuis van Vlaanderen worden met jaarlijks 100.000 patiëntencontacten. In OLV zijn we al erkend als supraregionaal traumacentrum door de Deutsche Gesellschaft für Unfallchirurgie (DGU). Zo'n erkenning vereist onder meer een zeer goed gestructureerde opvang op de spoedgevallen. Dat veronderstelt ook een goede overdracht en communicatie over wat er ter plaatse en onderweg al is gebeurd." Na de middag is er aandacht voor de 'second victim approach': de gevolgen voor zorgverleners als een traumacasus geen goede afloop kent, en een panelgesprek over de verlenging van therapieën. Dr. Bart Nonneman, diensthoofd Intensieve Zorgen van ASZ, zet het donorbeleid in hospitalen op de agenda. "Als verpleegkundige merken we ook dat sommige therapieën soms lang gerekt kunnen worden", zegt Kristoff Colman. "We stellen ons dan ook wel eens de vraag: waar stoppen we? Hoe ver gaan we met de zorg? Heeft een patiënt nog wel het recht om te overlijden? Welke plaats geven we aan palliatieve zorg binnen spoed of intensieve zorgen? Die discussie is voor alle betrokkenen relevant." De spoeddiensten van A.S.Z en OLV hebben de voor 2025 geplande fusie niet afgewacht om samen te werken, zegt Kristoff Colman. "We hebben al geruime tijd een samenwerkingsverband in het kader van een MUG-Associatiecomité. Beide ziekenhuizen hebben een gedeelde MUG met een voertuig dat we samen financieren. Interventies en uitrusting zijn identiek", vult dr. De Decker aan. De goedgevulde studiedag wordt afgesloten met een lezing door dr. Elkana Keersebilck, arts-commandant van het Militair Hospitaal Brussel, over urgente zorg buiten de vertrouwde omstandigheden van een goed uitgerust hospitaal.