Op 1 en 2 november worden in Japan de wedstrijd om de derde plaats en de finale gespeeld van het WK rugby. Dokter Sander Bomans is als arts onder andere bij de Belgische nationale ploeg actief in die sport.
...
België is er als nummer 27 van de wereldranglijst niet bij op het WK. Maar dat wil niet zeggen dat rugby in ons land niet leeft. Dokter Sander Bomans is een van de artsen die onze nationale ploeg medisch begeleiden en is trainer en speler - "Maar dat staat door tijdsgebrek op een laag pitje" - in Mechelen.Bomans is assistent-urgentiearts in het ZNA Stuivenberg in Antwerpen en verhuist daarna naar de UCL in Brussel. "Ik heb een enorme voorliefde voor sportgeneeskunde", zegt hij. "Sportblessures en zeker de traumatologie interesseren mij. Kennis van sportblessures, ook chronische, kan een meerwaarde zijn op de spoeddienst. Ik hoop die twee ervaringen te kunnen combineren. Ik was altijd al geïnteresseerd in het acute, stresssituaties en beperkte omstandigheden. Wat ik heel plezant vind, is dat je als urgentiearts van alle domeinen wel íets weet. Ik moet ook in een team kunnen werken, ik wil continu contact met mensen hebben."Rugby is een sport waarin je als arts wel wat werk te doen krijgt.Het is nu eenmaal een contactsport. Vorig jaar heb ik daar een studie over gemaakt, samen met professor Pouliart om retrospectief de blessure-epidemiologie in België in kaart te brengen. Onze blessure-incidentie is ongeveer dezelfde als in andere landen. Het viel mij op dat er heel wat hersenpathologieën zijn in ons land. Daar moeten we alert voor blijven en dat moet nog verder gedocumenteerd worden. Wat je vooral ziet, is dat het meestal gaat om onderste lidmaatblessures bij vrouwen en blessures van de bovenste lidmaten - vooral schouders en hoofd - bij mannen.Vanwaar dat verschil?Ik denk dat mannen sterker, sneller en fysiek zwaarder gebouwd zijn, dus de impact is groter. Bij de dames is de impact lager. Maar misschien ligt het ook aan de opwarming of een foutief gebruik van de spieren, waardoor de enkel- en kniestabiliteit minder is.Heeft u zelf blessures opgelopen als speler?Ja, diverse keren. Ik heb mijn kruisband gescheurd, ik had een AC-luxatie in mijn linkerschouder, een neusfractuur, een elleboog en een paar vingers geluxeerd. En een hersenschudding.Het vergt wel enige opoffering om te rugbyen.Er is niet alleen de sport, natuurlijk, maar ook de hele cultuur eromheen. Rugby is echt gericht op familiale waarden, discipline op het veld, respect naar tegenstanders, supporters en scheidsrechters, plezier in het spel, vooral bij jonge kinderen. En daarna verbroederen met de tegenstander. Er komen inderdaad blessures voor, maar ze zijn continu bezig met veranderingen aan te brengen.Zoals?Jongeren worden vooral aangeraden om meer met de bal dan met het contact bezig te zijn. Jaren geleden verliep een scrum min of meer zonder regels, nu is vastgelegd op welke hoogte en waar je mag duwen bijvoorbeeld. Ook bij de nationale ploeg maken we werk van een medische commissie om proactief studies te kunnen verrichten in België. We richten ons op studie, preventie, begeleiding van nationale spelers en opleiding. Elke ploeg moet een medisch begeleider hebben, het liefst een met kennis van advanced lifesupport bij ploegen voor volwassenen. Het toffe is dat rugby wordt georganiseerd door één overkoepelende organisatie. Wie in België of pakweg Roemenië, Spanje of Amerika eerste hulpverlener is, heeft dezelfde opleiding gekregen.Hoe staat de medische begeleiding binnen het rugby er in België voor?Op 13 oktober vond er een medisch congres plaats in Japan waar ik vier dagen aanwezig was. Het ging er over hersenschuddingen en wat we eraan kunnen doen, acute blessures en preventiestrategieën. In het voetbal zag je een drastische vermindering van het aantal onderste lidmaatblessures toen Fifa elf oefeningen invoerde voor de opwarming. De rugbybond is bezig om zulke zaken universeel te maken. De rugbywereld is ook evolutief en wetenschappelijk. Het spijtige is dat de sport in ons land niet zo bekend is, want er is veel potentieel. We moeten helaas nog amateuristisch werken. Zeker als je ziet dat er in Bath bijvoorbeeld zelfs een rugby club aan de universiteit is verbonden. Onze nationale ploeg staat 27e op wereldrangschikking en alleen de eerste 24 mogen concurreren voor het WK. Wij moeten het opnemen tegen subtoppers als Georgië, Roemenië, Spanje of Portugal, waar ze al professioneel aan het werken zijn. Maar vooral bij de vrouwen hebben we al veel vooruitgang geboekt.