...

Over accreditering bestaan er nogal wat misverstanden. Daarom zet juridisch medewerker bij het Riziv Bart J. De Vos voor Artsenkrant de puntjes op de i. De Vos is sinds 2009 secretaris van de Accrediteringsstuurgroep (AS), voorzitter van de 'kleine stuurgroep' en secretaris van de commissie van beroep. In de accrediteringsorganen zetelen vertegenwoordigers van de ziekenfondsen, beroepsverenigingen en universiteiten/wetenschappelijke verenigingen. "De meerwaarde van de accreditering is het kwaliteitslabel en het financiële voordeel", steekt De Vos van wal. "Voorzien is een forfaitair honorarium van ongeveer 600 euro en een verhoogd honorarium per prestatie. De regels werden bij Koninklijk en Ministerieel Besluit vastgelegd en zijn sinds de oprichting in 1993 nagenoeg onveranderd gebleven." Om voor accreditering in aanmerking te komen, moet een arts zijn hoofdactiviteit uitoefenen in België, erkend zijn als huisarts of specialist, navorming volgen en een bepaalde activiteitdrempel halen. Daarnaast gelden meer algemene criteria zoals onder meer medische gegevensdeling en het waarborgen van de zorgcontinuïteit. De activiteitdrempel voor huisartsen bedraagt 1.250 patiëntencontacten per kalenderjaar, specialisten moeten gemiddeld 13 uur klinische activiteit binnen de wet op de ziekteverzekering hebben - of een bepaalde drempelwaarde in de nomenclatuur. Mits toelating van de AS is het mogelijk de helft van de activiteiten buiten het Riziv uit te oefenen. Als arts voor Rode Kruis-Vlaanderen of voor Kind & Gezin bijvoorbeeld. Startende artsen en artsen op het einde van hun loopbaan zijn vrijgesteld van de activiteitdrempel. Voor starters die tijdig de accreditering aanvragen, geldt deze vrijstelling in praktijk vier jaar. Ook gepensioneerde artsen die een specifieke accreditering eindeloopbaan aanvragen, worden van deze drempel vrijgesteld. Deze accreditering geldt voor één jaar, maar kan onbeperkt worden herhaald. Daarnaast moet een arts per referentieperiode van 12 maanden voor 20 CP's geaccrediteerde navorming volgen. Minstens drie punten daarvan vallen onder de rubriek 'economie & ethiek' en er dienen minstens twee vergaderingen van de eigen LOkale Kwaliteitsgroep (Lok) te worden bijgewoond. "Deze voorwaarden worden afgedwongen", benadrukt Bart De Vos, "want in internationaal perspectief vragen we eigenlijk zeer weinig." Een Lok bestaat uit acht tot 25 artsen en moet evenwichtig gespreid over het jaar minstens vier vergaderingen organiseren. Een Riziv-dotatie van 200 euro per vergadering is maximaal vier maal per jaar voorzien op voorwaarde o.a. dat er geen bedrijfssponsoring is. Per Lok kunnen maximaal twee CP's worden behaald. Bart De Vos: "Essentieel is het aspect peer review. Artsen moeten vertrouwelijk kunnen spreken over de eigen praktijk. Dat kan aanleiding geven tot een intercollegiaal debat. Daarom is het aantal deelnemers beperkt. De leden kiezen zelf de onderwerpen en kunnen een spreker uitnodigen. Het voornemen is om in 2023 de Lok-reglementering te updaten." Minimaal drie CP's per referentieperiode dienen behaald te worden in de rubriek economie & ethiek. "De activiteiten georganiseerd in deze rubriek zijn zeer divers", legt De Vos uit. "Het gaat bijvoorbeeld over efficiënt voorschrijven, te adviseren tests, enz. 'Ethiek' maakt momenteel een groot deel van het gamma uit. Dat gaat zeer breed: communicatie/slechtnieuwsgesprek, organisatie van de gezondheidszorg, euthanasie, aansprakelijkheid, management in de zorg,..." Behalve Lok's en Economie & Ethiek zijn er uiteraard nog andere geaccrediteerde activiteiten. Jaarlijks krijgt het Riziv circa 20.000 aanvragen binnen. "In tegenstelling tot de Lok's is sponsoring mogelijk mits inachtname van een aantal regels", aldus De Vos. "Handig voor artsen die moeite hebben om de navorming in hun tijdsschema in te passen, is dat er steeds meer aanbod is via webinars en e-learnings. Op de Riziv-database vindt men voor alle activiteiten thema's, plaats, tijdstip, enz. terug." Bij live events (inclusief webinars) is in real time interactie mogelijk, bij e-learnings - waar de AK Academy onder valt - is dat natuurlijk niet het geval. De Vos: "Het aantal CP's dat via e-learning mag worden behaald, is formeel niet begrensd, maar de AS pleit wel voor een gezonde mix." Het Riziv erkent automatisch deelname aan congressen in het buitenland op voorwaarde dat ze erkend zijn door de Amerikaanse en Europese erkenningsorganisaties ACCME en EACCME. De Vos benadrukt dat dat niet automatisch het geval is voor elk buitenlands congres. Zelfs niet als het congres in het land van herkomst wel geaccrediteerd is. "Bij niet erkenning door ACCME en EACCME moet de individuele arts de accreditering bij het Riziv aanvragen", zegt hij. Huisartsen kunnen geaccrediteerde navorming volgen in een bepaalde medisch-specialistische discipline. Omgekeerd mogen specialisten ook navorming algemene geneeskunde volgen. En onderwerpen bestemd voor beide doelgroepen samen zijn natuurlijk ook mogelijk. "De toegekende CP's zijn uniform geldig", aldus Bart De Vos. "We gaan ervan uit dat een arts zelf het beste kan inschatten welke navorming hij nodig heeft." Deelname aan een jury of ethische commissie, lidmaatschap van een vereniging, onderwijsopdrachten of stagemeesterschap leveren geen CP's op. De accreditering kan elke maand worden aangevraagd, het tijdstip bepaalt dus de referentieperiode waarin de CP's dienen te worden behaald. Om de continuïteit te verzekeren, dient de aanvraag voor verlenging minstens twee maanden te gebeuren voor de accreditering afloopt. Dat gebeurt via de applicatie van het Riziv. Bart De Vos legt er wel de nadruk op dat het aan de artsen is om accreditering aan te vragen. "Accreditering is vrijwillig. Wie zich accrediteert, ontvangt onmiddellijk vergoedingen, maar daar staan ook verplichtingen tegenover", dixit De Vos. Startende artsen hebben vanaf hun erkenning drie maanden de tijd voor een aanvraag. De Vos: "De accreditering geldt dan vanaf de eerste dag van de maand volgend op de aanvraag. Het Riziv communiceert daarover onmiddellijk. Is er geen communicatie, dan is er geen accreditering. Wie als starter zijn aanvraag te laat indient, komt in het 'normale' systeem terecht. Hij of zij moet dan o.a. bewijzen dat hij/zij de laatste 12 maanden voor aanvang 20 CP's heeft verworven. Na de startersaccreditering volgt een reguliere hernieuwing om de drie jaar. Eenmaal per drie jaar dient een arts zich dus te verantwoorden en moet hij een bewijs van de vorige accrediteringsperiode kunnen voorleggen. De Vos: "Dat wil zeggen: in regel zijn met de bijscholing en op erewoord verklaren de activiteitdrempel in zijn discipline te hebben gehaald." Voldoet men niet aan de voorwaarden bij het afsluiten van de periode, dan is een sanctie mogelijk. Sancties zijn bijvoorbeeld het verlies of de terugvordering van het accrediteringsforfait gedurende één of verschillende jaren en/of uitsluiting van de accreditering gedurende één tot drie jaar. De Vos: "Artsen die voorzien dat ze een bepaalde periode niet aan de voorwaarden kunnen voldoen - bijvoorbeeld wegens verhuis naar het buitenland en sluiting van de praktijk of door overmacht zoals ziekte... - kunnen dat aan de dienst accreditering melden. Dat zijn 'verschoonbare redenen' en het Riziv zet hun accreditering dan voor die periode eventueel 'on hold'. Zodra ze dan melden opnieuw actief te worden, loopt de accreditering verder."