Organisaties uit België, Nederland en Duitsland voerden een onderzoek uit naar de impact van covid in de Eurregio Maas-Rijn (EMR). De vragenlijst peilde onder meer naar de houding van de bevolking tegenover vier coronamaatregelen. De verschillen tussen de drie landen zijn eigenlijk niet zo groot, zo blijkt.
...
Vorige week werden de resultaten bekend gemaakt van de bevraging die in april-mei plaatsvond. Voor het volledige onderzoeksproject werd nog een tweede vragenlijst afgenomen eind september, begin oktober - en op beide momenten werd ook een bloedmonster afgenomen voor een onderzoek op antistoffen tegen Sars-CoV-2. Maar daarvan zullen de resultaten pas in december op een conferentie van euPrevent gepresenteerd worden.23.315 mensen uit de EMR kregen een vragenlijst en een testpakket in de bus - 4.766 mensen hebben én de vragenlijst ingevuld, én een bruikbaar bloedmonster opgestuurd. Daarvan kwamen er bijna duizend uit België (provincies Limburg en Luik, met de Oostkantons), bijna 2.500 uit Nederland (Zuid-Limburg) en meer dan 1.300 uit Duitsland (Aken, Heinsberg, Düren). Voor België nam Sciensano deel aan dit onderzoek, gesponsord door Europa (Interreg EMR). De vragenlijst peilde naar de houding tegenover vier maatregelen die in alle drie de landen ingrediënten waren van het beleid om het coronavirus in te dammen. Ook de houding tegenover vaccinatie werd bevraagd, en het effect van de maatregelen op het grens- verkeer. De gemeenschappelijke maatregelen waren het dragen van het mondmasker, het houden van minimum 1,5 m afstand. het beperken van de groepsgrootte (aantal sociale contacten) en de reisbeperking. Duitsers, Neder-landers en Belgen scoren allen ergens tussen de 60% en de 80% als ze antwoordden hoe nuttig ze de maat- regelen vonden, hoe gemakkelijk om uit te voeren, en hoe trouw ze zich eraan gehouden hebben.Volgens onderzoeksleider prof. dr. Christian Hoebe, hoogleraar infectie- ziektebestrijding bij GGD Zuid Limburg en Maastricht UMC+ zijn de verschillen tussen de drie landen eigenlijk niet zo groot als de media wel laten uitschijnen. Toch valt het op dat de Duitsers in de regel een paar procenten beter scoren op de vragen - dat ze de haalbaarheid en het nut van de maatregelen hoger inschatten en er zich ook beter aan houden dan de Nederlanders en de Belgen. De Belgen zitten meestal tussen de Duitsers en de Nederlanders in, behalve wat betreft het handhaven van een afstand van anderhalve meter - daar lijken de Belgen het het moeilijkst mee te hebben. Waarom heeft men zich laten vac- cineren? De top drie van de redenen loopt ook gelijk in de drie landen: op een staat dat men terug wil naar een normaal leven, op twee dat men de eigen familie wil beschermen, en op drie dat men niet ernstig ziek wil worden door covid. Drie procent van de ondervraagden gaf aan zich niet te willen laten vaccineren: omdat ze zich zorgen maken over mogelijke bij- werkingen, omdat ze niet bang zijn om ernstig ziek te worden, en omdat ze geloven dat de vaccins niet goed werken. Negen procent twijfelt en maakt zich vooral zorgen over bijwerkingen. Een groot deel van de deelnemers ervaart de mobiliteitsbeperkingen tussen de landen tijdens de pandemie als hinderlijk. Ze beperkten bijvoorbeeld sterk de bezoeken van familie, vrienden of kennissen over de grens.