...

Bij de oprichting van de centra voor complexe chirurgie bij pancreas- en bij slokdarmkanker, werd een evaluatie na drie jaar gepland. Op 2 oktober kregen de leden van de Nationale Commissie de resultaten van het Kankerregister te zien. Sluitende conclusies trekken is nog niet mogelijk, meent dokter Johan Blanckaert (Bvas). "De overleving over 30 dagen toonde na de centralisatie een verbetering. Maar de data over 90 dagen vertonen geen significante verandering."Het is toch wachten op resultaten over langere termijn, zegt dokter Roel Van Giel (AADM). "De berekening steunt op geringe aantallen. En in de evaluatieperiode kregen de centra nog eens de covidcrisis te verduren."Dokter Thomas Gevaert neem geen blad voor de mond. Centralisatie is voorgesteld als een toveroplossing. "Maar centralisatie is niet het doel, dat moet betere zorg voor de patiënt zijn." De overheidsinstanties houden de bevolking liever voor dat ze de toveroplossing hebben gevonden, denkt hij. Daarbij lijden ze zelf aan een cijferfetisjisme: "Een aantal centra voor slokdarmkankerchirurgie moest al eerder de deuren sluiten omdat ze niet genoeg patiënten hadden behandeld. Maar hun resultaten waren wel goed. Vandaag zitten er centra tussen die wel voldoende operaties hebben verricht, maar kwalitatief niet zo goed scoren."De Stuurgroep die het evaluatierapport opstelde, heeft de neiging blind af te gaan op cijfers zonder echt kennis te hebben van de realiteit op de werkvloer, meent Gevaert. Zo adviseert ze om alle patiënten met slokdarm- en pancreaskanker door het MOC van een gespecialiseerd centrum te laten bespreken. "Het rapport klasseert deze patiënten als 'undiscussed'. Maar dat ze niet in het gespecialiseerd centrum zijn besproken, wil nog niet zeggen dat hun geval niet bekeken is op een MOC. Het MOC van het primaire, verwijzende centrum kent het geval van de patiënt ongetwijfeld goed. Ze zijn misschien tot de vaststelling gekomen dat de tumor niet meer opereerbaar is. Of de patiënt heeft aan de behandelend arts aangegeven dat hij geen complexe ingreep wil ondergaan. Wat voor zin heeft het dan om de patiënt nog door te verwijzen naar het MOC van een gespecialiseerd centrum?"Uiteraard zal het wel zo zijn dat een chirurg die een moeilijke ingreep 15 keer op een jaar uitvoert, dat beter doet dan een die dat maar 2 keer doet, denkt Gevaert. "Maar wanneer over enkele jaren nog steeds geen resultaat zichtbaar is, moet men de criteria voor centralisatie toch durven herbekijken. Wat maakt de complexiteit van een ingreep juist uit? Welke factoren spelen er nog mee?" In het rapport dat op de Nationale Commissie voorlag, waren de cijfers voor de verschillende centra 'anoniem'. "De centra die onvoldoende scoorden, krijgen overigens nog een audit", weet Van Giel.Voor AADM is transparantie belangrijk. De cijfers, ook van de individuele centra, moeten publiek worden gemaakt. "Anders creëer je alleen maar achterdocht. Het is toch beter dat patiënten kunnen kennis nemen van de gegevens uit een degelijk rapport van het Kankerregister, dan dat ze afgaan op oncontroleerbare verhalen.""Wel is het belangrijk, voor patiënten en voor artsen, dat de cijfers goed worden geduid. Zo kunnen ook artsen hun patiënten juiste toelichting geven."