Er zijn voldoende huisartsen in het Brussels Gewest, maar de spreiding kan beter. Vooral in wijken aan de rand van het Gewest is de afstand tot een huisarts groot.
...
De hoofdstad telde 1.656 actieve huisartsen in 2023, ruim boven de federale norm van 9 huisartsen per 10.000 inwoners, zo blijkt uit een nieuwe studie van het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn (Vivalis). De onderzoekers baseren zich op een bevraging van de artsen zelf via de huisartsenkringen, en niet louter op administratieve gegevens zoals de rapporten in het voorgaande artikel. De huisartsenzorg is echter ongelijk verdeeld over het gewest. Het aanbod is het hoogst in de dichtst bevolkte wijken in de 'eerste kroon' (tussen de lanen van de kleine ring en de middenring). Ook in Sint-Gillis, in het oosten van Molenbeek en in het westen van Schaarbeek is er een hoge densiteit aan huisartsenzorg. Sommige dichtbevolkte gebieden hebben daarentegen een lage densiteit van huisartsen, zoals Kuregem en de Matonge. In het Brussels Gewest heeft 67,8% van de rechthebbenden een GMD en dus (hoogstwaarschijnlijk) een vaste huisarts. Dat aandeel is lager dan in Vlaanderen (87,8%) en in Wallonië (79,6%). Ook hier bestaan grote verschillen tussen de Brusselse gemeenten. De gemiddelde leeftijd van de actieve Brusselse huisartsen bedraagt 51 jaar voor mannen en 42 jaar voor vrouwen. Vrouwen zijn oververtegenwoordigd in de leeftijdscategorieën tot 54 jaar (met een aandeel tussen de 61% en de 70%) en mannen in de oudere leeftijdscategorieën. In de 'arme sikkel' - de buurten met de laagste inkomens, van Vorst over het oosten van Sint-Jans-Molenbeek tot Sint-Joost-ten-Node - zijn huisartsen doorgaans jonger. Van de artsen die deelnamen aan de bevraging en die de pensioenleeftijd naderen (60-64 jaar), is 44,7% van plan te stoppen als huisarts. Bij artsen tussen de leeftijd van 65 en 69 jaar, wenst 57% te stoppen. Onder de huisartsen die na hun 70ste nog verder werken, is het aandeel dat wenst te stoppen lager (44,4%). Op basis van het werkadres blijken er 945 huisartsenpraktijken in het Brussels Gewest te zijn. Daarvan zijn er 566 individuele praktijken. Op 143 plaatsen bevinden zich monodisciplinaire groepspraktijken waar twee of meer huisartsen samenwerken. Daarnaast zijn er 236 multidisciplinaire groepspraktijken (met inbegrip van wijkgezondheidscentra). Meer dan de helft van de huisartsen onder de 45 jaar werkt in zo'n multidisciplinaire groepspraktijk. Ook deze praktijktypes zijn niet gelijkmatig verdeeld. Op de grens van Sint-Gillis en Elsene, Etterbeek, het westen van Sint-Lambrechts-Woluwe en in de buurt van Koekelberg zijn er vooral individuele praktijken.De dichtheid van multidisciplinaire groepspraktijken is het hoogst in de 'arme sikkel'. Daar is ook het aandeel van huisartsen met een forfaitair betalingssysteem het hoogst. 15% van de Brusselse huisartsen aanvaardt geen nieuwe patiënten meer en 48% doet dat slechts onder voorwaarden. Ook hier zijn er geografische verschillen: in het westen van Sint-Pieters-Woluwe, maar ook in het westen van Jette en Molenbeek hanteert meer dan een derde van de artsen een patiëntenstop. De studie gaat ook erg diep in op de toegankelijkheid van de zorg. Een plaatselijk tekort heeft niet enkel te maken met de aan- of afwezigheid van huisartsen in een bepaald gebied, maar ook met de omvang van de zorgnoden of de lokale zorgvraag.De onderzoekers ontwikkelden een statistisch model dat zowel rekening houdt met de fysieke afstand tot de huisarts (een verafgelegen huisarts wordt beschouwd als minder bereikbaar) als met de beschikbaarheid van de huisartsen voor de bevolking in de buurt. Ze rekenden verschillende scenario's door, waarin ook rekening gehouden wordt met een groeiende zorgnood door de vergrijzing, met de wens van artsen om minder uren te presteren, en met de verwachting dat artsen minder vaak na de pensioenleeftijd zullen doorwerken. Het aandeel Brusselaars dat binnen een straal van 600 m rond zijn woonplaats geen toegang heeft tot voldoende zorg (gedefinieerd als 3,9 consultaties per jaar) bij een huisarts varieert van 32% in het eerste scenario (dat het huidige aanbod volledig meerekent bij een onveranderde zorgvraag) tot 95% in het zesde scenario (waarin rekening gehouden wordt met de pensioenleeftijd van de huisartsen, de wens om minder uren te werken en waarin meer consultatietijd voorzien wordt voor kwetsbare personen). Als er niets wordt gedaan, waarschuwen de auteurs van het onderzoek, kan een groot deel van de regio de komende jaren te maken krijgen met een verminderde toegang tot gezondheidszorg. De nakende pensionering van oudere artsen en het gebrek aan faciliteiten in bepaalde wijken maken de duurzaamheid van het systeem problematisch.