Het is een opvallende tendens die zowel in het theater als de muziek opduikt: de wens om opnieuw met grotere ensembles te werken - ook al is dat economisch gesproken een enorme uitdaging. De afgelopen tijd kwamen er bijvoorbeeld verschillende albums uit van Belgische jazzbigbands. We pikken er drie uit.
De erfenis van Toots
...
Op 29 juli 2017 trad de Jazz Station Big Band op tijdens het Dinant Jazz Festival met Grégoire Maret als gast. Gelukkig was Musiq'3 (de Franstalige Klara) erbij om opnamen te maken die nu door het Brusselse Hypnote Records werden uitgebracht. Grégoire Maret (°1975) is een Zwitserse mondharmonicaspeler die sinds vele jaren in de Verenigde Staten woont en werkt. Hij deelde het podium met grootheden in diverse genres als Sting en Pat Metheny. Wanneer hij in België optreedt, wordt hij echter onvermijdelijk in verband gebracht met slechts één naam: Toots Thielemans. Maret is spaarzaam met de vergelijking, al is de invloed duidelijk aanwijsbaar. Met zijn voorganger deelt hij vooral een grote drive en emotionaliteit, zoals blijkt uit The Jazz Studio en My Number One, de openingsstukken op het album. En dat siert hem. Tegelijkertijd is zijn spel scherper, grilliger en eigentijdser dan dat van Toots. Opvallend genoeg is net Bluesette een minder moment op het album. Het arrangement van Maret en orkestleider Stéphane Mercier komt, wellicht door de wens om Toots' klassieker een keer anders aan te pakken, geforceerd over. De combinatie echter met de Jazz Station Big Band, sinds 2006 het huisorkest van het Brusselse jazzcentrum Jazz Station, weet voorts beslist te overtuigen. Het initiatief kwam van het Dinant Jazz Festival, en dat was een goede ingeving. Het groovy Don't Butt In Line eindigt op een opzwepende finale die past bij het ontspannen karakter van het festival. De Q-Some Big Band is het jongste van de drie orkesten die hier aan bod komen. De bigband werd als Quintessence Big Band opgericht in 2015, en heeft Mechelen als uitvalsbasis. Het orkest bestaat uit 18, veelal jonge, professionele muzikanten. Met dreamin' brengen ze een eerste album uit. Eigen aan de de Q-Some Big Band is dat de klemtoon op de composities ligt. Het orkest telt vier componisten in zijn rangen, onder wie artistiek leider Manten Van Gils, die samen tekenen voor elf stukken. Zelf spreken ze over de Q-Some Composer Hub. Het opzet doet denken aan de beginjaren van het Brussels Jazz Orchestra, toen de ontwikkeling op de eigen leden en hun onmiddellijke omgeving gericht was, en minder op de samenwerking met gasten. Er is ook een link tussen beide bands: Lode Mertens, trombonist van het Brussels Jazz Orchestra, treedt voor de Q-Some Big Band op als een soort coach. Het resultaat is veelbelovend. Vaak spelen de koperblazers een opvallende rol, maar de kleuren en de stemmingen wisselen, en op andere momenten komt de band ook zeer melodisch en filmisch uit de hoek. dreamin' is een gelaagd en mooi uitgebalanceerd debuut dat boeit. Solistisch blijft het allemaal wat binnen de lijntjes, maar ook dat lijkt te passen bij het profiel van de band. Wie weet is het zelfs geen toeval dat de solistennamen nergens worden vermeld. De groepsklank primeert. De Q-Some Big Band is geen orkest van individuele krachtpatsers. Nieuw is een huwelijk tussen een jazzbigband en hiphop niet. Drie decennia geleden voerde Quincy Jones op dat vlak al experimenten uit. Het neemt niet weg dat Two Places van het Brussels Jazz Orchestra, Monique Harcum, Zediam en DJ Grazzhoppa een bijzonder project is.Het album Two Places gaat terug op We Orchestrate Words, waarvoor het Brussels Jazz Orchestra en de Brusselse KVS in 2017 de handen ineen sloegen. Altsaxofonist Dieter Limbourg, sinds 1999 lid van de band, schreef in totaal tien stukken die getuigen van zijn voorliefde voor soul, funk en hiphop. De schriftuur van het orkest blijft er echter zeer herkenbaar in. Voor de gelegenheid werd de line-up wel uitgebreid met een elektrische bas en keyboards. Het is knap hoe die met de standaardklank van de bigband blenden. Daar speelt ook drummer Toni Vitacolonna een belangrijke rol in, een alleskunner die zich in alle stijlen lijkt thuis te voelen. Naast op de bigband, zijn de schijnwerpers gericht op de drie gasten, die elk apart en samen aan bod komen. Op Funky Haircut slaat DJ Grazzhoppa gensters door al improviserend een gesamplede dialoog aan te gaan met baritonsaxofonist Bo Van der Werf. De van oorsprong Amerikaanse zangeres Monique Harcum imponeert met enkele soulvolle vertolkingen. Rapper Zediam heeft een warme en zalvende stem die hem niet belet om krachtig uit de hoek te komen met een rhyme als: If every Muslim is a terrorist then all Belgians are pedophiles and a school in this country is the last place to send a child. In dezelfde lijn klaagt hij de clichés aan die met het rappen zelf gepaard gaan, waaruit blijkt dat hij in deze samenwerking echt op zijn plek zit.