...

Mitralisregurgitatie (MR) is na aortaklepstenose de meest voorkomende hartklep- aandoening in de westerse wereld. Op termijn leidt MR, met symptomen als dyspneu, angor en een evolutie tot hartfalen, tot aanzienlijke morbiditeit en mortaliteit. De ernst van MR adequaat inschatten is nodig om een juiste prognose te stellen en beslissingen te nemen rond (de timing van) chirur- gische of percutane interventie. Hoewel echocardiografie de hoeksteen vormt voor diagnose en beoordeling, blijft de grading van MR tot op vandaag een grote uitdaging. Dr. Kamoen verschafte Artsenkrant een woordje uitleg. Dr. Kamoen en team ontwikkelden en valideerden de nieuwe API-parameter, die de pitfalls van andere echocardiografische methodes weet te omzeilen. "De beschikbare parameters hebben belangrijke beperkingen wat betreft real-life nauwkeurigheid, toepasbaarheid en gevoeligheid voor machine- instellingen. Bovendien variëren de grenswaarden voor ernstbepaling tussen Europese en Amerikaanse richtlijnen", vertelt dr. Kamoen. "Huidige guidelines beschrijven de ondersteunende rol van het subjectief inschatten ( eyeballing) van de intensiteit van het Dopplersignaal. Het gaat dan om een puur kwalitatieve parameter. Wij onderzochten specifiek de haalbaarheid van een digitale quantificatie van deze intensiteit, om nauwkeuriger te kunnen werken en een betere reproduceerbaarheid te behalen." API staat voor Average Pixel Inten- sity. De API-methode berust op de analyse van de pixelintensiteit van het Continuous Wave (CW) Dopplersignaal over de mitralisklep. Via die klep vloeit in geval van MR een abnormale flow bloed van de linker ventrikel naar de linker boezem, meestal tijdens systole. Het regurgitante of lekkende bloed- volume brengt men in beeld via echocardiographie. Iets technischer, berust de API-methode op de analyse van het terugkerende en verwerkte energie- signaal van de echoprobe. Het back- scatter-concept leert ons dat de signaalintensiteit van de CW-envelop evenredig is met de onderzochte bloedstroom. De rode bloedcellen in de MR-jet fungeren als verstrooiingsbron en creëren constructieve en deconstructieve golfinterferenties. De frequentie en amplitude van het signaal worden verwerkt door de echomachine en weergegeven in de vorm van een snelheidsprofiel met pixelintensiteiten. Het onderzoek toont de praktische voordelen van de API-methode aan op verschillende niveaus: hoge inter- en intra-waarnemersovereenkomst, haalbaarheidspercentages van >90%(1). "API integreert ook de stromingsdynamiek, timing en duur van MR en steunt daarvoor, in tegenstelling tot de traditionele echocardiografische methoden, niet op complexe en meervoudige metingen of berekeningen. De relatieve eenvoud en hogere toepasbaarheid maakt de API-methode geschikt voor een snelle beoordeling en adequate follow-up van MR in de drukke klinische praktijk", voegt dr. Kamoen toe. Toch blijft de vertaling van dit surrogaatconcept van 'flowmeting' naar de klinische praktijk een uitdaging. Technische problemen blijken een belangrijke beperking. "De interesse van de industrie is ook beperkt, want de focus gaat naar 3D-geautomatiseerde MR-classificatie. Het gegeven van intensiteitsmeting beschouwt men daarom als 'old school', terwijl de digitale toepassing van de API-methode zich perfect leent binnen het opkomende gebied van kunstmatige intelligentie in echocardiografie", licht dr. Kamoen toe. Voorlopig zijn de huidige resultaten van toepassing op een strikte monocenter-ervaring. Het bedrag van de Jacqueline Bernheim-prijs komt dus zeer gelegen om de voortzetting van het onderzoek te faciliteren.De verdere validatie van de API-methode is noodzakelijk om het volledige potentieel ervan te bereiken en een klinisch verschil te kunnen maken voor een groot aantal patiënten. Toekomstig onderzoek richt zich op het verder finetunen van (het concept) van de beoordelingsmethode, onder meer door analyse van in-vitro, in-vivo en in-silico-modellen. Er loopt ook een multicenter-studie die het gebruik van de API-methode test bij tricuspidalisregurgitatie en stress-echocardiografie. Ondertussen nam een nieuwe doctoraatsstudent dit follow-up onderzoek over van dr. Kamoen. "Ik werkte met alle plezier vier jaar aan mijn doctoraatsproject. Het winnen van de prijs is de kers op de taart. De credits gaan voor een groot deel naar mijn promotor, prof. Timmermans. Hij bedacht de methode van nul en ondersteunde mij uitstekend tijdens het volledige traject, met aandacht voor alle essentiële details. Dit onderzoek was voor mij enorm verrijkend, zowel op wetenschappelijk gebied als voor mijn praktijk als cardioloog (in spe)."