Het aantal antibioticavoorschriften door huisartsen in ons land is de afgelopen twintig jaar gedaald. Huisarts dr. Lien Lowie onderzocht deze dalende trend in voorschriften en ging na voor welke infecties het voorschrijfpercentage nog steeds (te) hoog ligt.
...
Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) overleden in 2019 wereldwijd meer dan 1,2 miljoen mensen als rechtstreeks gevolg van antimicrobiële resistentie (AMR). De gezondheidsorganisatie classificeerde AMR dan ook als een van de grootste bedreigingen voor de wereldwijde volksgezondheid. "AMR is een maatschappelijk relevant probleem, waardoor het onderwerp mij direct aansprak," vertelt Lien Lowie. "Samen met mijn collega dr. Sien De Boodt, die zich later specialiseerde in Jeugdgezondheidszorg, en met doctoraatsstudent dr. Ruben Burvenich, onderzocht ik onder begeleiding van prof. dr. Jan Verbakel de trends in pediatrische antibioticavoorschriften en infectie-incidenties in de Vlaamse huisartsenpraktijk van 2002 tot 2022." Voor het onderzoek gebruikten Lien Lowie en haar collega's de gegevens van 162.507 patiënten uit het Vlaamse INTEGO-netwerk. Het netwerk verzamelt gegevens uit patiëntendossiers voor wetenschappelijk onderzoek en gezondheidsmonitoring, en is verbonden aan het Academisch Centrum voor Huisartsgeneeskunde van KU Leuven. "Aan de hand van de gegevens uit het netwerk hebben we de aantallen en proporties van antibioticavoorschriften berekend, samen met incidentie en ernstige en niet-ernstige infecties. Deze hebben we uitgesplitst naar leeftijdscategorieën (0-1, 2-6 en 7-12 jaar) en gemeenten. Daarnaast voerden we tijdreeksanalyses uit met behulp van autoregressieve moving-average- modellen (ARMA) en onderzochten we eventuele seizoensgebonden patronen", zegt Lien Lowie. Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat het aantal antibioticavoorschriften in de periode 2002 tot 2022 significant is gedaald. Toch liggen de Vlaamse voorschrijfcijfers voor bepaalde aandoeningen, zoals acute otitis media en bronchitis, nog steeds hoger dan de Europese kwaliteitsnormen, vertelt Lowie. "Dat zou onder andere verklaard kunnen woorden doordat ouders soms actief om antibiotica vragen, meestal vanuit bezorgdheid om hun kind. Daarnaast twijfelen artsen in sommige gevallen over de ernst van een infectie. Beslissingsondersteunende systemen in combinatie met tests, zoals de CRP-test, kunnen huisartsen helpen om beter te bepalen of antibiotica nodig zijn." "Verder tonen eerdere sensibiliseringscampagnes aan dat ze effectief werken om zowel patiënten als artsen bewuster te maken van verantwoord antibioticagebruik", zegt de huisarts. In haar onderzoek verwijst ze specifiek naar de BAPCOC-campagne uit 2012. "Onze resultaten doen sterk vermoeden dat de daling van het antibioticagebruik vanaf dat moment versneld is. Sensibilisering lijkt dus écht effect te hebben, wat een opsteker is voor de toekomst. Wat ons verder nog opviel is dat huisartsen in landelijke gebieden vaker antibiotica voorschrijven dan hun collega's in stedelijke gebieden. Vervolgonderzoek zou kunnen bestuderen waarom deze verschillen zich laten zien." Het onderzoek bleek ook voor Lien Lowie persoonlijk zeer waardevol. "Doordat ik intensief met het onderzoek bezig was, kreeg ik zelf ook meer aandacht voor het verantwoord voorschrijven van antibiotica. Daardoor kan ik beter aan patiënten uitleggen, in begrijpelijke taal, waarom een antibioticavoorschrift wel of niet nodig is. Daar reageren patiënten positief op; ze tonen begrip wanneer ze een duidelijke en heldere uitleg krijgen." Hoewel Lien Lowie sinds de lagere school wist dat ze arts wilde worden, werd de keuze voor huisartsgeneeskunde pas tijdens haar stagejaren gemaakt. "Ik keek enorm op naar artsen, omdat ze zieke mensen door middel van diagnose en advies faciliteren bij het genezingsproces. Daarnaast vond ik de werking van het menselijk lichaam altijd al fascinerend. Aanvankelijk wilde ik pediatrie doen, maar tijdens mijn huisartsenstage merkte ik dat het huisartsenberoep beter bij mij paste. Het vakgebied is namelijk heel breed; je ziet patiënten van alle leeftijden en ook zijn de pathologieën zeer divers. Wat mij uiteindelijk overtuigde, was de sterke vertrouwensband tussen huisarts en patiënt, die ik tijdens mijn stage zag ontstaan. Dat vond ik bijzonder mooi en waardevol." "Ik ben nog steeds volledig overtuigd van mijn keuze. De praktijk heeft mijn verwachtingen zelfs overtroffen", zegt ze. "Als huisarts kun je echt een verschil maken in het leven van mensen, en daar krijg je veel dankbaarheid voor terug. Het is bijzonder om patiënten jarenlang te begeleiden, hun positieve en negatieve evoluties mee te maken en hele families te leren kennen. Wat ik daarnaast heel fijn vind is de afwisseling van het werk: de consultaties, huisbezoeken, mogelijkheid tot specialiseren en het continu blijven bijscholen." Voorlopig zegt Lien Lowie vooral haar ervaring te willen uitbreiden in de praktijk waar ze nog niet zo lang geleden begon. "Maar op termijn wil ik mezelf ook ontwikkelen in ontwikkelingsproblematiek en preventie, bijvoorbeeld binnen Kind en Gezin. Tegelijkertijd wil ik het vak zo breed mogelijk houden. Ik heb huisartsgeneeskunde gekozen vanwege de veelzijdigheid, dus ben ik van plan om in de toekomst diverse bijscholingen te volgen op andere gebieden, zoals geriatrie", besluit de huisarts.