...

De nationale raad van de Orde der artsen bracht op 7 juni 2024 een advies uit over 'de toegang van de patiënt tot de hem betreffende persoonlijke notities van de arts'. De oorspronkelijke Patiëntenrechtenwet sloot die persoonlijke notities uit van het recht op inzage. Door de wet van 6 februari 2024, die geen enkele overgangsbepaling bevat, werd deze uitzondering geschrapt. Er wordt niet langer verwezen naar persoonlijke notities, waardoor dus niet langer een afwijkingsregeling geldt voor de toegang tot deze notities. De nationale raad concludeert: 'Hieruit volgt dat de patiënt recht heeft op inzage en afschrift van de hem betreffende persoonlijke notities van de arts overeenkomstig dezelfde voorwaarden en modaliteiten als deze die van toepassing zijn op de andere elementen uit het patiëntendossier.' De nationale raad gaat er dus van uit dat de persoonlijke notities deel uitmaken van het patiëntendossier. De raad verwijst naar een advies van de federale commissie Rechten van de patiënt uit 2017. In de context van de oorspronkelijke Patiëntenrechtenwet was dat logisch: dat het inzagerecht geen betrekking had op de persoonlijke notities, impliceerde noodzakelijkerwijs dat die notities tot het patiëntendossier behoorden.Door de schrapping van die uitzondering, komt de vraag of de persoonlijke notities behoren tot het patiëntendossier toch in een ander daglicht te staan. Bovendien - en vooral - moet thans rekening worden gehouden met de Zorgkwaliteitswet van 2019. Artikel 33 van die wet somt 24 gegevens op die een arts 'in voorkomend geval en binnen zijn bevoegdheid minstens in het patiëntendossier' moet vermelden. De persoonlijke notities worden in deze opsomming niet vermeld, en behoren dus zeker niet tot de minimaal verplichte inhoud van het patiëntendossier. Artikel 33 geeft aan de koning de bevoegdheid om die gegevens verder te preciseren, maar dat is nog niet gebeurd. Het staat een arts dus vrij om persoonlijke notities al dan niet in het patiëntendossier op te nemen. Dat de persoonlijke notities niet behoren tot de verplichte inhoud van het patiëntendossier is ook verdedigbaar in het licht van een vroeger advies van de nationale raad van de Orde van 26 juli 2003. Daarin stelde de nationale raad 'dat het gaat om gegevens die van geen belang zijn voor de kwaliteit en de continuïteit van de zorg'.