...

Tijdens de 17de en 18de eeuw werden tienduizenden jonge knapen in Italië gecastreerd om hun stembreuk te voorkomen. Enkele jaren later combineerden ze hun hoge stem met een mannenlichaam, inclusief de grote borstkas en longinhoud, wat een bijzondere attractie voor het publiek bleek.Als ze erin slaagden dat te combineren met een virtuoze zangtechniek, een goede tekstdeclamatie en een goede dosis acteertalent, werden ze door het operapubliek als halfgoden aanbeden. Enkele castraatzangers konden dan ook een topcarrière opbouwen en waren de bestbetaalde musici van hun tijd. De bekendste van deze Italiaanse soprano castrato-zangers was Carlo Broschi, artiestennaam Farinelli (1705-1782). Hij zong niet alleen, bespeelde ook de piano, componeerde muziek en schreef er teksten bij. Het merendeel haalde het vereiste niveau echter niet en raakte gemarginaliseerd, of belandde getraumatiseerd in de vergetelheid.De barbaarse praktijk is ondertussen al lang verboden, en dat maakt dat men dit prachtige repertoire vandaag door contratenoren of mezzosopranen laat zingen. 'La Bartoli' wijdde 10 jaar geleden met haar album Sacrificium al eens een programma aan het castratenrepertoire en focust nu specifiek op de muziek die de grote Farinelli destijds met glans tot leven bracht.Het programma dat Cecilia Bartoli in Brussel brengt met Les Musiciens du Prince onder leiding van Gianluca Capuano bevat aria's van Porpora, Hasse, Händel en Leo.