...

Aan drie Franstalige universiteiten (UCLouvain, ULB, ULiège) liep een multidisciplinair, multicentrisch onderzoeksprogramma naar het effect van prebiotica bij patiënten met obesitas. Zowel biologische en gedragsmatige als maatschappelijke aspecten werden in overweging genomen.Een deel van het programma betrof het gebruik van inuline, een polysaccharide dat niet uit de darm wordt opgenomen en de proliferatie van sommige darmbacteriën bevordert. Inuline wordt daarom bestempeld als een prebioticum. Het is rijkelijk aanwezig in schorseneren, uien, aardperen, prei, ...Onderzoek heeft al eerder gesuggereerd dat inuline een rol kan spelen bij het bestrijden van obesitas. Eén mogelijke verklaring luidt dat de beïnvloeding van het darmmicrobioom meespeelt in het tot stand komen van het gunstige effect op het lichaamsgewicht.Het team van prof. Nathalie Delzenne (Louvain Drug Research Institute) wou weten of het oorspronkelijke microbioom van patiënten relevant was voor het effect van een voedingsdieet rijk aan inuline. Haar team selecteerde vier patiënten met een verschillend samengestelde darmflora. Hun darmflora werd getransplanteerd bij muizen die een vetrijk dieet, met of zonder inuline, kregen.Resultaat? De samenstelling van het darmmicrobioom beïnvloedt wel degelijk het effect van een behandeling met inuline: sommige muizen verloren meer gewicht dan andere, naargelang het microbioom dat getransplanteerd werd. De aanwezigheid van sommige soorten bacteriën bracht bovendien een verbetering van metabole parameters tot stand. "Bij één groep getransplanteerde muizen had de toediening van inuline een aanzienlijk gunstig effect op de levertests.""Dit is toch wel nieuw", commentarieert Nathalie Delzenne. "We begrijpen nu beter waarom voedingsdiëten niet bij iedereen even doeltreffend zijn, in het bijzonder bij personen met obesitas. Het oorspronkelijke microbioom speelt een rol. Dit zijn onze eerste bevindingen. We moeten nu nagaan of hetzelfde 'panel' van darmbacteriën ook in een brede populatie een rol speelt." Moeten we dan maar bij iedereen een 'ideaal' microbioom transplanteren om de gezondheidstoestand te verbeteren? Nathalie Delzenne gaat hiermee niet akkoord. Met een gezonde voeding kunnen we al iets bereiken, denkt ze. Een tweede studie toont aan wat inuline bij de mens tot stand brengt versus placebo. In deze multicentrische studie uitgevoerd in drie Belgische centra, hebben 150 obese patiënten ofwel een placebo (maltodextrine) ofwel een voedingssupplement met inuline (16 g/dag) gekregen. De patiënten werden bijgestaan door diëtisten. In de inulinegroep zetten de diëtisten aan tot consumptie van groenten rijk aan inuline. In de controlegroep werden andere groenten aanbevolen. "De conclusies zijn vergelijkbaar met wat we al eerder vaststelden", weet Nathalie Delzenne. "In beide groepen trad een verbetering van sommige parameters op (afname van de BMI en de hypertensie). Maar de effecten waren sterker afgesproken in de groep met inuline. Effecten die niet significant waren in de controlegroep traden wél op in de groep met inuline. Zo was er een verbetering van de diastolische bloeddruk, wat men maar zelden ziet bij voedingsinterventies." "Ook al reageerde niet iedereen op dezelfde manier, toch zag men globaal een gunstig effect van inuline ten opzichte van klassieke voedingsmaatregelen." Er was nog een andere interessante vaststelling. Sommige patiënten namen metformine. Deze groep reageerde veel minder sterk op de toediening van inuline. "Alsof metformine het gunstige effect van inuline doet vervagen, omdat dit geneesmiddel zelf al de samenstelling van het microbioom verbetert. Als men een voedingsdieet instelt, moet men dus rekening houden met het oorspronkelijke microbioom. En misschien kan men het dieet beter ook instellen vóór men start met metformine. Dat geeft meer mogelijkheden om op de voeding in te spelen." Hoe dan ook, met deze beloftevolle resultaten ter hand, richt het team van Nathalie Delzenne zich op andere onderzoeksvragen. Bijvoorbeeld: kan het microbioom en de veranderingen daarvan verklaren waarom sommige mensen vreetbuien ( binge eating) hebben? En: wat is het verband tussen de metabolieten van darmbacteriën en de vastgestelde gezondheidseffecten? "We hopen dat deze onderzoeksresultaten konden neerslaan onder vorm van voedingsaanbevelingen en een multidisciplinaire benadering van obesitas. Zorgverleners moeten niet aarzelen om gegiste voedingsvezels aan te bevelen. Behalve bij personen met een ernstige darmziekte, is actieve gisting nuttig. De betrokken voedingsmiddelen mogen dus zeker worden aanbevolen."