...

Op 1 november volgde dokter Birger Jespers - tot eind 2023 hoofdarts/medisch directeur - Jan Ennekens op als algemeen directeur van AZ Sint-Maarten. Dokter Günther De Praeter, voordien voorzitter van de Medische Raad, nam vanaf 1 januari de plaats in van Jespers als hoofdarts/medisch directeur. En dokter Stijn Uyttendaele, eerder ondervoorzitter, is nu voorzitter van de Medische Raad. Met Günther De Praeter spraken we over de stand van zaken in Mechelen. Hij benadrukt eerst het belang van continuïteit. "Er is geen trendbreuk, wel zekerheid dat we behouden wat goed is. Ik zit niet plots aan de 'andere kant'. De verstandhouding tussen artsen, bestuur en directie was altijd goed. Het team draaide en mijn nieuwe functie sluit nauw aan bij het voorzitterschap van de Medische Raad. We proberen zonder te polariseren tot consensus te komen. Functies veranderen, het vertrouwen blijft. Het concept is gedragen, ook door de leden van de Medische Raad die ik trouwens vooraf verwittigde. Voor mij was dat alles belangrijk om de stap te zetten." AZ Sint-Maarten bevindt zich sinds de ingebruikname van de nieuwbouw in 2018 in een opgaande flow. "De activiteiten groeien sterker dan verwacht. In het OK is dat nog beheersbaar maar sinds 2019, het eerste volledige jaar na de nieuwbouw, stegen de poliklinische activiteiten met 20%. De consultatieruimte werd krap, de bouw van een nieuwe polikliniek noodzakelijk. De artsen zijn substantieel solidair met de polikliniek waardoor consultaties financieel voldoende attractief blijven." Vacatures voor artsen geraken vlot ingevuld. "Het ziekenhuis is een superaantrekkelijke partner", zegt De Praeter. "Sommigen stoppen hun privé- praktijk om hier te werken. We geven ondernemerschap voldoende ruimte. De volgende jaren werken we bijvoorbeeld per dienst een strategisch plan uit gealigneerd op de algemene strategische visie van het ziekenhuis en op de 'belendende' specialiteiten. We werven aan om via subspecialisaties gedifferentieerde hulp te kunnen aanbieden. Rekening houdende met wat al gecoverd is, spelen we zo in op de regionale noden." Van diensthoofden wordt wel 'een zeker engagement' gevraagd. De Praeter: "In principe schrijft elk diensthoofd zelf zijn beleidsplan, indien nodig met interne of externe ondersteuning. Heel wat jonge, ambitieuze diensthoofden schatten het ziekenhuisproject en hun plaats daarin zelf wel goed in. Jongere artsen volgen ook spontaan managementcursussen." Voldoende verpleegkundigen vinden, blijft wel een uitdaging. Zeker voor de geriatrieafdeling, met 132 erkende bedden de grootste uit de regio. "Het is continu goochelen. De personeelsdruk is enorm en een voortdurende zorg", erkent de kersverse medisch directeur. "Tot nu hebben we nog nooit definitief bedden gesloten. Wel soms ad hoc in de zomer. De mobiele equipe vangt tekorten deels op." AZ Sint-Maarten ontsnapt niet aan de financieel moeilijke tijden waarin de ziekenhuissector zich bevindt. "De energieprijzen waren wel vastgeklikt en dat vrijwaart ons deels van een enorme prijzenpiek", aldus De Praeter. "We maakten voor 2024 ook een goede begrotingsoefening en zetten voor 2025 de lijnen al uit. En we slagen erin een nieuwbouw te zetten. Abstractie gemaakt van intresten en afschrijvingen is ons resultaat behoorlijk en mits een volgehouden sober beleid dat evenwel blijft inzetten op innovatie biedt dit garantie op continuïteit naar de toekomst." Zoals de meeste collega's is De Praeter sceptisch over de nieuwe ziekenhuis- financiering. "Een dienst leiden, is bijvoorbeeld een (tijds)investering. Nu versleutelt de dienst dat op basis van de financiële regeling met het ziekenhuis. Maar hoe worden diensthoofden betaald bij een splitsing van het honorarium in een intellectueel en een kostendeel? Ze leveren geen medisch-intellectuele prestaties. Verder ben ik benieuwd hoe men indirecte kosten gaat versleutelen. Het is al niet gemakkelijk om ze op een mooi afgelijnde dienst als radiologie af te zonderen op basis van activiteiten. Hoe moet dat dan op het OK waar vele diensten samenkomen?" Ook een supplementenregeling blijft nodig om het systeem voor artsen en ziekenhuis solidair rond te krijgen, vindt De Praeter. Supplementen zijn bijvoorbeeld absoluut noodzakelijk voor investeringen in het OK. "Het Budget Financiële Middelen voorziet veel te weinig middelen. Men kan voor of tegen zijn maar supplementen zijn nodig om innovatieve technieken te financieren." Samen met Imelda Bonheiden, het H.-Hartziekenhuis Lier en het AZ Jan Portaels Vilvoorde maakt AZ Sint-Maarten deel uit van Ziekenhuis-netwerk Briant. Het regionaal zorg- strategisch plan is rond en klaar om in te dienen bij de overheid. De Praeter: "Gezien de ziekenhuisfinanciering blijven de individuele belangen van de ziekenhuizen in een netwerk primordiaal. Als artsen promootten we altijd bottom-up samenwerking om tot convergenties binnen het netwerk te komen. De neurochirurgen organiseren bijvoorbeeld samen de wacht, klinisch biologen en patholoog- anatomen geven sommige onderzoeken door,... Top-down gebeurt er evenwel weinig." Voor het Mechelse ziekenhuis is 'het grotere geheel', een netwerk avant la lettre, de Emmaüs-groep waarvan intersectorale zorgvoorzieningen deel uitmaken. "Oorspronkelijk stonden de ziekenhuisartsen hier wat wantrouwig tegenover. De oprichting van Emmaüs was echter om vele redenen visionair. Bijvoorbeeld omwille van de schaalwinst bij aankopen, voor ICT en medicatie", aldus nog dokter De Praeter.