...

Binnen de Nationale Paritaire Commissie Artsen-Ziekenhuizen (NPCAZ) is de verandering naar een nieuw systeem opgenomen als doelstelling om de komende jaren te realiseren. Alle gesprekspartners - universiteiten, syndicaten en ziekenhuiskoepels - zijn het in principe eens dat er iets moet veranderen. Ook de politiek lijkt daarvan overtuigd, hoewel twee wetsvoorstellen die in het verleden werden ingediend, geen parlementaire meerderheid achter zich kregen. VASO, de vereniging van arts-specialisten in opleiding, en VBS, het Verbond der Belgische Beroepsverenigingen van Artsen-Specialisten, slaan de handen in elkaar om de wijziging er tijdens de komende legislatuur door te drukken. Intussen kijkt VASO enigszins jaloers naar de manier waarop de opleiding van de haio's - de huisartsen in opleiding - is georganiseerd. Zij hebben een voorsprong van bijna vijftien jaar op de ASO's. Voormalig Domus Medica-voorzitter dr. Roel Van Giel maakte de omslag van hibo's naar haio's van nabij mee. "Tijdens mijn eerste opleidingsjaar was ik als hibo (Huisarts in Beroepsopleiding) zelfstandige waarna het systeem in het academiejaar 2009-2010 wijzigde en ik haio werd binnen het sui generis-statuut." "Aan de wijziging van het statuut ging een lange voorbereiding vooraf. Een belangrijke reden waarom een wijziging zich opdrong, was de lage verloning die hibo's als zelfstandige kregen. Maar ook de kwaliteit van de stageplaatsen en de verhouding tussen de hibo's en de stagemeesters liet wel eens te wensen over. Al te vaak werden hibo's gezien als een bron van inkomsten voor de praktijk. Dat had weinig te maken met een kwaliteitsvolle opleiding." De gewijzigde relatie tussen haio en stagemeester is voor Roel Van Giel van essentieel belang geweest. "Het feit dat de haio niet meer betaald wordt door de stagemeester, maar door de SUi vzw die als het ware de nieuwe werkgever werd, zorgt voor een gezondere relatie met de praktijkopleider. Vanaf dan was er echt sprake van een relatie tussen een leermeester en een leerjongen, zonder dat er financiële implicaties tussen kwamen. In de toekomst gaat dat volgens mij verder evolueren naar een volwaardig bediendenstatuut. Dat lijkt me een logische evolutie", voorspelt Roel Van Giel. Het huidige systeem draait op de goede wisselwerking en communicatie tussen een driehoek bestaande uit de haio's, de universiteiten vertegenwoordigd door het ICHO en de praktijkopleiders. "Dat kan ook toegepast worden bij de ASO's", meent Van Giel. "Tijdens de haio- of ASO-periode leer je een vak, een stiel. Je verwerft theoretische kennis, maar leert het vak evenzeer in de huisartsenpraktijk of het ziekenhuis. Daarbij is het belangrijk dat een ASO niet wordt gebruikt om het ziekenhuis draaiende te houden, maar dat er echt iets wordt bijgebracht. Je kan een jaar meedraaien in een ziekenhuisdienst of een praktijk zonder iets bij te leren." Bij de huisartsenopleiding speelt het ICHO een belangrijke rol. "Het zorgde ervoor dat de opleiding aan de verschillende universiteiten werd gestroomlijnd. Ik denk dat eenzelfde evolutie zich moet ontwikkelen bij de specialisten. Binnen elk specialisme kan in samenspraak met de desbetreffende beroepsvereniging gestreefd worden naar een uniforme opleiding. Een interuniversitaire aansturing lijkt me aangewezen, ook om de nodige kwaliteitscontroles van stageplaatsen te doen", besluit Roel Van Giel. "Kan er bij de haio's nog iets verbeteren. Ongetwijfeld. Maar het is duidelijk dat de ASO's hun voordeel kunnen halen uit de weg die de haio's de afgelopen vijftien jaar aflegden."