Een artsencarrière is eigenlijk een loopbaan zoals iedere andere. Toch wordt het vak nog vaak een roeping genoemd en is het een taboe om tijdens of na de opleiding twijfels over het beroep te uiten, waardoor veel artsen hun persoonlijke moeilijkheden liever verbergen.
...
Volgens dr. Raymond Vandebeek, huisarts en als bestuurder en mentor verbonden aan Doctors 4 Doctors, is de drempel voor artsen hoog om openlijk over hun mentale problemen te praten. Sinds 2013 zet hij zich met de organisatie in voor het welzijn van collega-artsen door middel van trainingen, begeleiding en gesprekken. Vandebeek: "Artsen zijn vaak terughoudend om hun onzekerheden en twijfels over het beroep toe te geven en te bespreken met collega's. En eerlijk gezegd is dat begrijpelijk. Het is al moeilijk genoeg om voor jezelf te erkennen dat je niet helemaal op je plek zit. Ik spreek regelmatig artsen die jarenlang hun identiteit aan het vak hebben ontleend. Wanneer ze merken dat het werk hen niet meer de voldoening geeft die ze nodig hebben, raken ze emotioneel in de knel. Ze hebben er hard voor gestudeerd, en hun omgeving heeft hoge verwachtingen; ze zijn immers hoogopgeleide professionals. Daarnaast draagt ook de maatschappij bij aan het beeld van de arts als iemand die altijd stevig in zijn schoenen staat. Dat maakt het nog lastiger om openlijk te praten over persoonlijke onzekerheden." Vandebeek signaleert daarnaast een groep jonge artsen in opleiding, die bang zijn om na hun specialisatie aan het werk te gaan. "Veel van hen zijn de oorspronkelijke passie voor het vak kwijtgeraakt. Ze voelen zich onzeker en angstig, maar durven hun twijfels niet met collega's te delen. Ik zie hoe deze groep moeite heeft om gemotiveerd te blijven en in sommige gevallen zelfs overweegt het vak helemaal te verlaten. Dat beschouw ik als een persoonlijk, familiaal en maatschappelijk faillissement." Het artsenberoep brengt grote verantwoordelijkheden met zich mee en stelt hoge eisen, beaamt Vandebeek. "Als arts werk je met mensenlevens. Je wilt je werk altijd goed doen, bijna als een perfectionist. Veel collega's leggen de lat extreem hoog voor zichzelf, wat niet alleen hen, maar ook hun collega's onder druk zet", zegt hij. "Die druk begint al tijdens de opleiding. Jonge artsen nemen uit enthousiasme veel werk en verantwoordelijkheid op zich, omdat ze zoveel mogelijk willen leren. Op zich is dat een positieve eigenschap, maar op de lange termijn kan het tegen hen werken. Wanneer ze met tegenslagen te maken krijgen, raken ze vaak in de knoop met zichzelf en vinden ze het moeilijk om daarover te praten, omdat er geen laagdrempelig overlegklimaat is. Ze voelen zich eenzaam in een veeleisende omgeving, waardoor hun onzekerheid alleen maar toeneemt." Vandebeek zegt dat hij tijdens zijn eigen carrière als huisarts tegen vergelijkbare problemen aanliep. "Er waren momenten dat ik me eenzaam voelde. Ik kon de problemen waar ik tegenaan liep niet altijd gemakkelijk met collega's bespreken, omdat de drempel om je onzekerheden toe te geven hoog ligt." Volgens Vandebeek kiezen artsen hun beroep met een bepaalde verwachting, maar blijkt de realiteit vaak anders. In de dagelijkse praktijk verdwijnt de oorspronkelijke motivatie voor hun keuze naar de achtergrond. "Denk bijvoorbeeld aan de zware administratieve lasten of de onregelmatige wachtdiensten. Dit geldt natuurlijk niet voor iedereen, maar ik hoor van veel artsen dat hun passie voor het vak geleidelijk verwatert. Een manier om dit tegen te gaan, is door het financieringsmodel van artsen en ziekenhuizen kritisch te herzien en grondig te hervormen. In mijn ogen is de balans scheef en te prestatiegericht, waardoor artsen minder ruimte krijgen om hun eigen invulling aan het beroep te geven." Vandebeek benadrukt hoe belangrijk het is voor artsen om stil te staan bij de reden waarom ze voor het vak hebben gekozen. "Wees eerlijk naar jezelf: waarom voldoet het werk niet meer aan mijn verwachtingen? En waar haal ik wél energie uit? Schroom niet om hierover in gesprek te gaan met collega's, en oordeel andersom niet over hun onzekerheden. Door ervaringen te delen en naar elkaar te luisteren, kun je herontdekken welke aspecten van het vak voor jou belangrijk zijn en je energie geven, en je werkzaamheden daarop inrichten. Oftewel aandacht hebben voor waardegeoriënteerd werken." Volgens de huisarts zouden opleidingsinstellingen meer aandacht moeten besteden aan het mentale welzijn van jonge artsen. "Artsen werken te veel langs elkaar heen. Iedereen zit op zijn eigen eiland, wat de communicatie bemoeilijkt. Studenten krijgen nu wel les in ethiek, maar waarom leren ze niet óók hoe ze als arts kunnen omgaan met emotionele uitdagingen?".