...

Waarschijnlijk zal er nog enige tijd controverse bestaan over interseksuele/hyperandrogene atletes en transvrouwen in de sport. Onlangs laaide het debat weer hevig op in de Verenigde Staten, rond een zwemmer die zwemster werd en bij deze zijn naam Will Thomas in Lia Thomas veranderde. Will zwom drie jaar voor het mannelijke zwemteam van de universiteit van Pennsylvania. Op de 500 yards stond hij 65ste in de ranglijst van de National Collegiate Athletic Association (NCAA), de nationale vereniging voor universitaire sportcompetities. Na een hormoontherapie die in 2019 van start ging, verdween Will en kwam Lia in beeld. Zij werd nummer één bij de universitaire zwemsters op dezelfde afstand. Tussen 3 en 5 december 2021 won ze op 22-jarige leeftijd de 200, de 500, en de 1.650 yards vrije slag op een belangrijke meeting in Ohio, en liet daarbij haar tegenstreefsters ver achter zich. Op de 200 yards (182,88 m), had ze zeven seconden minder nodig dan de tweede zwemster; op de 500 yards (457,2 m) was dat 14 seconden; op de 1.650 yards (1.508 m), 34 seconden. Op 17 maart 2022 was ze de eerste transgenderzwemster die een NCAA-titel won - 500 yards vrije slag - op de Amerikaanse universitaire zwemkampioenschappen van Atlanta. Binnen de sport op universitair niveau zijn haar tijden opmerkelijk. Ze zijn ook uitstekend ten opzichte van wat zwemsters op wereldkampioenschappen of op de Olympische Spelen laten zien. In de aanloop naar het universitaire kampioenschap van Atlanta hadden verschillende atletes van de universiteit van Pennsylvania - de universiteit waartoe Lia behoort - gevraagd dat de transgenderzwemster van die competitie zou worden uitgesloten. In een verzoekschrift argumenteerde de eisende partij dat genderidentiteit en biologisch geslacht twee verschillende zaken zijn. Dat steunde op het advies van experten die aangeven dat atleten die als man geboren zijn en daarna vrouw worden, een fysiologisch voordeel behouden om betere sportprestaties te leveren dan personen die als vrouw geboren zijn. Anders gezegd, een hormonale behandeling kan het verschil tussen beide niet helemaal wegwerken, zeker niet bij Lia Thomas bij wie de behandeling werd ingesteld na de puberteit. Bij het begin van de competitie waren er rond het zwembad spandoeken te zien waarop stond dat de vrouwensport moest gered worden. Daarentegen kreeg de transgenderzwemster steun vanuit verschillende andere hoeken: instanties die militeren voor mensenrechten, feministische verenigingen en de pro-LGBTQ+-beweging. Al deze verenigingen spraken zich nadrukkelijk uit ten voordele van de inclusie van transgenderatletes en interseksuele/hyperandrogene personen in de vrouwencompetitie. Een foto die de wereld rondging, toont Lia Thomas alleen op het podium na haar overwinning op de 500 yards in Atlanta. De andere medaillewinnaressen poseerden met de zwemster die vierde werd. "Dit doet aan een andere foto denken", stelt dr. Jean-Pierre de Mondenard vast. Hij is een Franse sportarts, die verantwoordelijk was voor de dopingcontrole tijdens de Tour de France 1973 tot 1975 en talrijke overzichtsartikels op zijn naam schreef. Dr. de Mondenard verwijst naar een foto waarop de atletes die vierde, vijfde en zesde werden op de 800 m bij de vrouwen op de Olympische Spelen van 2016 in Rio de Janeiro, elkaar feliciteerden alsof ze zichzelf als de morele winnaressen van de competitie beschouwden. In werkelijkheid was de eerste die over de meet kwam Caster Semenya, een Zuid-Afrikaanse kampioene die hyperandrogenisme heeft en tussen 2008 en 2018 onklopbaar bleef op de middellange afstand. De zilveren en bronzen medaille, respectievelijk Francine Niyonsaba (Burundi) en Margaret Wambui (Kenya), hadden ook abnormaal hoge testosteronwaarden voor een vrouw. Het debat rond interseksuele/hyperandrogene atletes en transvrouwen die sporten is niet nieuw. Dr. de Mondenard kan het bevestigen: in 1967 was 60% van de wereldrecords bij vrouwelijke atleten afkomstig van vrouwen uit één van deze categorieën. De jongste jaren trad vooral de zaak-Semenya voor het voetlicht, maar het debat rond Lia Thomas toont zich een waardige opvolger. Eén en ander heeft ertoe geleid dat de Fédération Internationale de Natation (FINA) deze zomer tijdens het wereldkampioenschap zwemmen in Budapest een speciaal congres organiseerde. Op 19 juni kwam het bericht dat de FINA besloten had dat de zwemcompetitie als eerste sport een categorie zou openstellen voor transgenderatleten en - daar lijkt het op - ook voor interseksuele en hyperandrogene personen. De beslissing was gestoeld op een project uitgewerkt door een panel van sportlui, artsen, onderzoekers en mensenrechtenactivisten. Ze kreeg 71,5% van de stemmen uitgebracht door de congresgangers. "We willen opkomen voor het recht van atleten om deel te nemen aan de competitie", commentarieerde FINA-voorzitter Husain Al-Musallam. "Maar we moeten ook de fair play van onze competities vrijwaren, in het bijzonder in de vrouwensport."Panellid Sandra Hunter, directrice van het onderzoekscentrum voor sportprestaties van de Marquette University in Milwaukee, vestigde de aandacht op het structureel voordeel dat mannen verwerven tijdens de puberteit. Dat voordeel verdwijnt niet na toediening van een hormonale behandeling, zelfs als die een drastische afname van de testosteronwaarden in het bloed tot stand brengt. Volgens de conclusies van de werkgroep betreft het voordeel een hoger volume van hart en longen, langere pijpbeenderen en grotere handen en voeten. Verder werk moet uitwijzen welke profielen precies in de nieuwe categorie kunnen worden opgenomen. Maar één ding is nu al duidelijk: transgenderatleten zullen binnenkort bij de FINA worden uitgesloten uit de vrouwencompetitie als ze een mannelijke puberteit hebben doorgemaakt. De beslissing van de FINA kent navolging. Twee dagen nadat de zwemfederatie haar beslissing om een derde categorie te scheppen kenbaar had gemaakt, besliste de International Rugby League (IRL) transgenderpersonen te weren uit internationale vrouwenwedstrijden zolang er geen volledige inclusiestrategie was uitgewerkt. Net daarna meldden ook de Engelse rugbyfederaties dat ze transgenderspeelsters uitsloten op basis van wetenschappelijke gegevens en om veiligheidsredenen. Volgens de Rugby Football Union levert wetenschappelijk onderzoek het bewijs dat er 'significante' verschillen bestaan in de fysieke conditie van spelers naargelang ze als man of als vrouw geboren zijn. En dat de voordelen op het vlak van kracht, uithoudingsvermogen en fysieke conditie gerelateerd aan testosteron en de mannelijke puberteit gevrijwaard blijven zelfs als de testosteronwaarden onderdrukt worden. Begin juli bleek ook de Britse triatlonfederatie te hebben beslist dat vrouwen die als man geboren zijn niet langer aan dezelfde wedstrijden konden deelnemen als atletes die als vrouw geboren zijn, maar dat ze wel toegang zouden hebben tot een nieuwe, open categorie. Dr. de Mondenard pleit al lang voor het oprichten van een derde categorie naast mannen- en vrouwensport. Hij is bang dat de vrouwensport ten onder gaat als er op de palmares nog alleen transvrouwen of interseksuele/hyperandrogene sportsters staan. Bovendien moet men vrezen dat er manipulatie optreedt en dat sportartsen mannen een hormoonbehandeling gaan voorschrijven, enkel en alleen om er transatleten van te maken. In een niet zo ver verleden herinnert iedereen zich de Oost-Duitse 'supervrouwen' die tussen 1976 en 1989 niet te verslaan waren bij zwem- en atletiekwedstrijden. Ze hadden hun slagkracht te danken aan Oral-Turinabol®, een anabool steroïd dat verwant was met testosteron en destijds niet kon worden opgespoord. Het procedé was dan misschien niet hetzelfde - Oost-Duitsland masculiniseerde vrouwen -, maar de bedoeling wél. Volgens de Franse arts zal het niet meevallen om iedereen tevreden te stellen, maar er zit niets anders op dan een derde categorie in te voeren. Hij verwijt de sportsector overigens dat er niet geanticipeerd werd op een probleem dat intussen aanzienlijke proporties aangenomen heeft, maar dat eigenlijk altijd bestaan heeft. Geschat wordt bijvoorbeeld dat 26,7% van de atletes die op de Olympische Spelen van Tokyo in 1964 een medaille haalden, geen vrouwen waren in de klassieke zin van het woord, maar wel interseksuele/hyperandrogene vrouwen of transvrouwen. Destijds bestond hiervoor geen enkele vorm van controle. Als men behoorlijk had geanticipeerd, dan waren er studies opgezet om de precieze impact van interseksualiteit, hyperandrogenisme en transgenderisme op sportprestaties in kaart te brengen, samen met de onderliggende mechanismen. Recent onderzoek beantwoordt een aantal vragen, maar meer gegevens zijn nodig om duister gebleven aspecten op te helderen. De geloofwaardigheid van de criteria die de nieuwe categorie duidelijk en ondubbelzinnig zullen omschrijven, hangt daarvan af. "Laten we een voorbeeld nemen", zegt dr. de Mondenard. "Ondanks de bestaande bewijzen betwisten sommigen dat de testosteronwaarden een sluitend criterium zouden zijn. Waarom? Omdat sommige mannen lage testosteronwaarden hebben en toch uitzonderlijke sportprestaties neerzetten. Alles wijst erop dat die mannen meer testosteronreceptoren hebben, maar dat is nog nooit formeel aangetoond." Em. prof. Jacques Balthazart, die voordien aan de universiteit van Luik het laboratorium voor gedragsbiologie leidde, vindt het logisch dat men bij het opzetten van een derde categorie rekening houdt met de factor of de factoren die een echt voordeel bieden voor de sportprestaties. Daarvoor is testosteron één van de beste parameters. Dat blijkt uit het feit alleen al, zo zegt de bioloog, dat een hoge testosteronconcentratie altijd gunstig is, zoals aangetoond door de gevallen van doping met androgenen die regelmatig aan het licht komen. Maar hij geeft toe dat het doseren van testosteron allicht niet het volledige plaatje weergeeft. In 2018 besliste de International Association of Athletics Federations (IAAF) dat atletes met een testosteronwaarde die niet lager was dan 5 nmol/l zouden worden uitgesloten van wedstrijden tussen 400 m en een mijl (1.609 m). Alles wijst erop dat het hier ging om een maatregel tegen de persoon van Caster Semenya, die haar tegenstreefsters systematisch het nakijken gaf. Het was duidelijk dat Caster een mannelijk gezicht, een rauwe stem, een ongewoon stevige bouw en smalle heupen heeft. En er is geen ontkomen aan de vaststelling dat een hoge testosteronwaarde zowel voor vrouwen als voor mannen een troef is, niet alleen bij de sportdisciplines waarnaar de IAAF verwees, maar ook bij een hele reeks andere. "Neem bijvoorbeeld de marathon", schetst dr. de Mondenard. "Bij marathonlopers bieden anabole middelen een dubbel voordeel: ze verhogen de erytropoëse en maken het voor de sporter mogelijk veel langer te trainen." De IAAF beveelt atleten met een te hoge waarde van mannelijke hormonen aan het reglementaire niveau op te zoeken door gebruik van een anticonceptiepil. De World Medical Association (WMA) heeft hiertegen scherp gereageerd, en roept artsen op om op dit advies niet in te gaan. Voor de WMA is het onethisch een behandeling tegen hyperandrogenisme voor te schrijven zonder dat er daarvoor een medische indicatie bestaat. Het is opmerkelijk dat een internationale sportvereniging zich enerzijds officieel verzet tegen doping, maar anderzijds pleit voor de hormoonbehandeling die de testosteronwaarde van sommige atleten zou moeten 'manipuleren', zonder dat er rekening gehouden wordt met mogelijke - nog onbekende - schadelijke effecten (hart- en vaatziekten, kanker, etc.). Het invoeren van een aparte categorie voor transseksuele, interseksuele/hyperandrogene sportsters zou dit debat kortsluiten, en meteen de disbalans gerelateerd aan de structurele voordelen van een mannelijke puberteit uit de vrouwelijke competitie weren.