...

Gisteren dacht ik heel even dat ik ging sterven. Het klinkt overdreven dramatisch, maar zo voelde het wel. Het vliegtuig, dat ons van Faro naar Brussel bracht, kwam tegen de Spaanse grens in zeer zware turbulentie terecht. De gekende links-rechts schokjes gingen over in neerwaartse luchtzakkingen. Een ervan was zo lang en intens dat verschillende mensen (oké, het waren vrouwen) een gil slaakten. Ik heb geen vliegangst, maar ook mijn hart sloeg een paar tellen over. Dit had ik nog nooit meegemaakt. Ik klauwde naar de hand van mijn vriend en keek met grote ogen naar vrienden K, M en R op de rij naast ons. Is dit hoe ons tripje naar de Algarve afloopt? (Ik had u gewaarschuwd voor de dramatische uitspraken.) Tien minuten later volgt een boodschap van de kapitein. Blijkbaar hadden we in een 'jetstream' gezeten die hen niet gemeld was. Maar nu vlogen we boven die straalstroom. Ik krijg een knipoog van mijn vriend en een geruststellend kneepje in mijn hand. Schuin voor ons vraagt de stewardess aan een bleek weggetrokken dame of het gaat. "Turbulentie is niet gevaarlijk, hoor. Dit was wel de heftigste in mijn carrière." Poging tot geruststelling: mislukt. Nog anderhalf uur te gaan. Gewoon blijven ademen. Ik kan me niet concentreren op mijn boek, dus ik beslis een hapje te eten. Dan springt de 'fasten seatbelt sign' weer aan en kondigt de piloot een nieuwe zone van matige tot zware turbulentie aan. Effectief, daar gaan we weer, met naar mijn gevoel de zware variant. Ik lees de paniek op M's gezicht. Ze hangt aan de arm van vriendin K, die zich sterk houdt. Naast hen zie ik R hartelijk lachen met zijn aflevering van 'How I Met Your Mother'. Die heeft de aankondiging niet eens gehoord. Wat verderop prevelt iemand met gesloten ogen een schietgebedje. En terwijl mijn 'zweetpollekes' nog steeds steun zoeken in de schoot van mijn vriend, laat de man naast ons een luide snurk los. Angst is subjectief. Maar het gevoel is krachtig, en zet veel in perspectief. Of mijn angst nu rationeel was of niet, het maakte wat los. Er schiet van alles door je hoofd. Voor wie en waarvoor je dankbaar bent. Wat er absoluut niet toe doet. Ik bedenk me waar ik tijdens de heenvlucht aan had gedacht. Ik was ziek geweest, dus mijn week had er anders uitgezien dan gepland. Ik baalde dat ik dat etentje had moeten afzeggen, en ik had wat stress rond deadlines. Ik was niet meer bij de kapper geraakt, dus mijn 'balayage', die hoorde te zorgen voor een zonnige toets in mijn haar, maakte dat mijn haarlengten momenteel eerder de structuur en kleur van stro hadden - jammer voor de reiskiekjes. Ik moest de bank nog contacteren voor die fietsverzekering. We moesten dringend die beukhaagjes planten. Hopelijk zat het Portugese weer mee, en had ik de geschikte garderobe gepakt. Ik mocht mijn mama niet vergeten opbellen voor haar verjaardag. Behalve misschien die laatste, stuk voor stuk onbenullige muizenissen, dus. Ik weet maar al te goed dat ik mijn werk afkrijg, desnoods geholpen door wat adrenaline en een extra koffie. En wat stellen uiterlijke of materiële zaken voor op een moment dat je vreest neer te storten? Het vliegtuig bleef tot in België goed schudden. Er werd luid geapplaudisseerd bij de landing, zelfs door een paar schijnbaar stoïcijnse mannen. Terwijl mijn hartslag en bloeddruk stilaan zakken, merkt R op dat die rugwind wel handig was geweest: we waren een halfuur vroeger geland. Ik moet glimlachen bij ons afscheid. Ik voel me dankbaar. Voor die enkele dagen zon en connectie, of omdat ik het overleefd had? In ieder geval ben ik zen. Laat die deadlines maar komen.