Recent stemde de Senaat over het 'informatieverslag over het recht op lichamelijke zelfbeschikking en de strijd tegen obstetrisch geweld'. Bij experten klinkt het dat een wake-up call nodig is om gynaecologisch en obstetrisch geweld in ons land te bestrijden.
...
Het verslag is het werk van het adviescomité voor Gelijke Kansen voor vrouwen en mannen en onder meer gebaseerd op één jaar van hoorzittingen met zorgverleners, academici, vrouwenverenigingen en zorgfederaties. Het doel is om meer bewustzijn en spreekruimte te creëren rond de problematiek, evenals om meer in te zetten op preventie en voorlichting. Cijfers van hoe vaak gynaecologisch en obstetrisch geweld voorkomt in ons land zijn er niet - zo beschikken ombudsdiensten noch over een wettelijke basis, noch over precieze criteria om aan een dossier de status van geweld of mishandeling op gynaecologisch en obstetrisch gebied toe te kennen. De kwestie wordt sinds het afgelopen decennium evenwel steeds vaker aan de kaak gesteld, schrijven de rapporteurs. Ze verwijzen daarvoor onder meer naar getuigenissen die "in groten getale" op sociale media verschijnen. Gynaecologisch en obstetrisch geweld kan onder andere verwijzen naar lichamelijk, seksueel, verbaal, psychologisch geweld. In het rapport worden verschillende definities onderzocht om tot een Belgische te komen: gemeenschappelijke elementen zijn bv. nodeloze en ongewenste medische handelingen, het nalaten of onthouden van zorg, een gebrek aan waardigheid en menselijkheid tegenover de patiënte, geen rekening houden met pijn, en ongepast gedrag in een zorgrelatie. De rapporteurs lichten er enkele praktijken uit, zoals het toepassen van een episiotomie die volgens hen in België "vrijer" zou gebeuren dan het KCE en de WGO aanbevelen. Volgens het rapport zou fundusexpressie nog voorkomen in België ook al is "deze praktijk volstrekt verboden door de WGO en andere internationale instanties". In wat volgt, gaan de auteurs uitvoerig in op de oorzaken van gynaecologisch en obstetrisch geweld. Volgens de gehoorde experten doet gynaecologisch en obstetrisch geweld zich systemisch en institutioneel voor. "Bepaalde schadelijke gynaecologische en obstetrische praktijken zijn soms zo gewoon geworden dat ze daarom moeilijker in twijfel worden getrokken", klinkt het. De reden waarom het lang geduurd heeft voor dit aan het licht kwam, aldus de opstellers. Er rust in ons land ook een taboe op gynaecologisch en obstetrisch geweld. "Veel mensen die een traumatische ervaring hebben meegemaakt, geven aan dat ze er niet over durven te praten met hun familie en vrienden of met gezondheidswerkers." En nog: "Zij die er zich wel over uitdrukken - bv. via de ombudsdienst van het ziekenhuis of tijdens een post-partumafspraak -, geven aan dat ze niet gehoord worden, dat de zaken weggewuifd worden onder het mom van 'alles wat er gebeurde, was nodig'." Nog volgens het rapport zijn mensen uit kwetsbare doelgroepen vaker het slachtoffer van gynaecologisch en obstetrisch geweld.In het tweede en laatste deel van het informatieverslag gaan de auteurs voort op de oorzaken van het geweld. Zo stellen ze verbeteringen voor in de opleidingen van zorgverleners - zoals die laatste bewustmaken van verouderde, ongepaste of seksistische praktijken - en is het volgens de rapporteurs ook nodig om zorgverleners en vrouwen te sensibiliseren over de rechten van patiënten. Voorts pleit het rapport voor een verhoging van de financiële middelen voor kraamafdelingen, zodat die over psychologen en psychiaters kunnen beschikken met specifieke expertise in seksuele en reproductieve gezondheid. Ook de suggestie om de financiering per prestatie af te schaffen en een financieel kader te scheppen "dat zowel voor gynaecologen als voor vroedvrouwen geschikt is", is terug te vinden in de aanbevelingen.Met informatieverslagen wil de Senaat thema's onderzoeken die ook de bevoegdheden van de gemeenschappen of gewesten aanbelangen. De Senaat beveelt dan ook aan dat alle beleidsniveaus dit soort geweld erkennen en bestrijden "met alle middelen die tot hun beschikking staan".