...

We worden op maandagochtend ontvangen door dokter Toon Claes, diensthoofd van de afdeling. Hij neemt ons meteen mee naar de wekelijkse ochtendkrans. Het is 7u30 en de meesten van de negen orthopedisten tekenen present, evenals vier assistenten en de hoofdverpleegkundige van de afdeling.Alvorens over te gaan tot de orde van de dag, maakt dr. Claes even tijd om Nathalie voor te stellen, een nieuwe wetenschappelijk medewerkster die zich exclusief gaat toeleggen op de begeleiding van de wetenschappelijke projecten op de dienst orthopedie.Dan overlopen de dokters in detail de complicaties die de voorbije week zijn opgetreden na orthopedische ingrepen - deze keer zijn dat vooral infecties. Om 8u verlaten enkele artsen het overleg: zij moeten gaan opereren.Na afloop neemt dokter Claes me even mee naar een apart lokaaltje, waar het dagelijks bestuur van de afdeling - zeg maar het kloppende hart - aan het overleggen is: dr. Stefaan Verfaillie, dr. Mike Tengrootenhuysen, secretaresse Ellen Van Hasselt en zorgmanager Anneleen De Wever. Zij houden zich bezig met de communicatie en coördinatie. Een nakend congres voor de huisartsen uit de regio komt ter sprake, en een interne communicatie over de dubbele cohorte."Ik vervoegde dr. Luc De Schrijver op de afdeling orthopedie in AZ Herentals in 1986", vertelt dr. Claes me iets later in zijn spreekkamer. "We begonnen al snel met superspecialisaties, als eerste kleinere ziekenhuis eigenlijk - zo werken we hier vandaag met bijvoorbeeld twee voetchirurgen. Orthopedie was en is nog steeds een drijvende kracht binnen het ziekenhuis, en onder meer dankzij onze nieuwe groei van negen naar elf orthopedisten heeft het management van het ziekenhuis besloten om een nieuw blok te bouwen, inclusief twee extra OK-zalen."Innovatie draagt de afdeling hoog in het vaandel. "Knieproblematiek bij wielrenners is een van onze specialiteiten, en daar doen we ook research naar. Een exacte diagnose en een snelle revalidatie zijn voor die mensen primordiaal. Maar uiteraard is innovatie geen cowboyverhaal", nuanceert dokter Claes. Ook sleutelbeenbreuken komen in het wielrennen veel voor. En vaak vinden de atleten hun weg naar Herentals.Dokter Claes haalt het voorbeeld aan van een Nieuw-Zeelandse mountainbikster die zich bij hem liet verzorgen na een val tijdens een competitie in Spanje. Bij motorcrossers zijn het dan weer de voorarmen die het hard te verduren krijgen. "Ooit slaagde ik erin om bij zo iemand, die al 'medisch opgegeven' was, die spiertjes één voor één los te maken. Kort daarna won hij een Grote Prijs. Waarna meerdere concurrenten kwamen aankloppen met de vraag om bij hen dezelfde ingreep uit te voeren..."Zorgmanager locomotoriek Anneleen De Wever leidt ons verder rond op de afdeling. Ze omschrijft haar functie als "de lijm tussen verpleging, artsen en directie". We lopen eerst naar de wachtzaal, waar een vrij uniek systeem in voege is. "Elke patiënt krijgt bij de inschrijving een badge. Op het dashboard in de wachtzaal kan hij opvolgen hoe lang de wachttijd is voor hij aan de beurt is voor de consultatie. Patiënten die op een andere dienst moeten zijn voor een technisch onderzoek, kunnen we via de badge ook tracken. Het systeem biedt zowel voor patiënten als voor personeel dus een pak voordelen."In het operatiekwartier - vier tot vijf van de acht zalen zijn zo goed als exclusief voorbehouden voor orthopedische ingrepen - ontmoeten we dokter Steven Claes, zoon van Toon en eveneens orthopedisch chirurg. "Ik werk hier volgens het principe van twin room surgery, met een ontdubbeld team", legt hij tussen twee ingrepen uit. Hij zit gebogen over een computer scherm met een overzicht van de ingrepen van die dag. De planning zit helemaal vol. Het is nu (eind maart, nvdr.) het hoogseizoen voor kruisbandoperaties, voornamelijk door ski-ongevallen, vertelt hij. "Het eigenlijke operatieve werk beslaat maar de helft van mijn tijd. De rest gaat op aan planning en administratie. Het materiaal opvolgen van zaal tot zaal is soms een heuse puzzel: je moet zorgen dat alles op het juiste moment op de juiste plek klaarstaat. Soms is dat wel eens behelpen. Ons scansysteem met tracking is zeker een stap vooruit, en er wordt gewerkt aan een nieuw programma."We zetten de rondleiding verder. "Onze afdeling orthopedie kreeg een specifieke NIAZ-vermelding voor de informatievoorziening aan de patiënten en voor het gebruiken van patient reported outcomes", vertelt Anneleen De Wever terwijl we naar de verblijfsafdeling lopen. Daar krijgen we een mooi voorbeeld van die informatieverstrekking te zien: de dienst ontwierp speciale krantjes voor patiënten die een knie- of heupprothese krijgen: elke dag krijgen ze een editie, met telkens uitleg en nuttige tips over wat hen die welbepaalde dag te wachten staat, van de opname tot het ontslag.Het is intussen 11u en hoofdarts Bart Bohy, tevens hoofd van de spoed, ontvangt ons in zijn kantoor. "Onze orthopedisten zijn echte toppers", vertelt de orthopedisch traumachirurg trots. "Zij trekken samen met andere diensten de innovatie en duwen het hele ziekenhuis mee in de goede richting." Getuige daarvan is het nieuwe K-blok dat in aanbouw is. "Het ziekenhuis telt nu 243 bedden en er werken 110 artsen. We spanden in ons hemd", lacht hij.Om de patiëntenflow zo goed mogelijk te stroomlijnen, is er een preoperatieve screeningsunit. Er zijn ook plannen om dat in de toekomst online te laten verlopen. Is een overschakeling naar meer dagchirurgie een optie om de verblijfsafdeling te ontlasten? "Steeds meer orthopedische ingrepen, tot zelfs verschillende vormen van prothesechirurgie, zouden inderdaad in het dagziekenhuis kunnen, maar door het huidige financieringssysteem wordt dat voorlopig nog afgestraft", legt dokter Bohy uit.Tegelijk moet je ook oog hebben voor de noden van de patiënt, gaat hij verder. "Alles moet altijd sneller, in de toekomst zouden we bij wijze van spreken in een drive-in kunnen opereren. Maar mensen wensen ook steeds meer comfort en vooral een hoge kwaliteit van zorg. Die kwaliteit kan je vergelijken met de luchtvaart. Maar wij zijn geen Ryanair! Onze core business is zoveel mogelijk mensen zo goed mogelijk te helpen. In orthopedische termen gesproken: we willen topsportgeneeskunde bieden, maar dan aan iedereen."