Aan het woord is dokter Eline Van Hoorde naar aanleiding van haar masterproef. In 2018 voltooide ze de opleiding geneeskunde aan de Universiteit Gent. Daarna volgden twee jaar huisartsenstage in Deurle, in een groepspraktijk met drie andere artsen. Na het beëindigen van haar stageperiode in 2020 bleef ze daar ook aan de slag. Op 1 mei jongstleden had een nieuwe grote verandering plaats. Drie van de vier huisdokters starten als groepspraktijk Dokters Deurle in een nieuw praktijkgebouw.
Onwetendheid
Over het onderwerp van deze masterproef, diabetes type 2, is al veel gezegd en geschreven. Het is dan ook een aandoening waaraan steeds meer patiënten lijden. "In de praktijk", aldus dokter Van Hoorde, "leert de ervaring dat de opvolging van diabetespatiënten bij heel wat huisartsen toch niet altijd even vlot verloopt. Ik ervoer bij mezelf en bij andere artsen ook dat de kennis waarover we beschikken niet zo uitgebreid is. Huisartsen volgen patiënten niet noodzakelijk volgens de juiste standaarden op. En bij heel wat patiënten heerst eveneens onwetendheid."
Infobrochure
Allicht zorgt het complexe karakter van de interventies voor misverstanden en een minder goede opvolging. In haar masterproef belicht dokter Van Hoorde zowel de kant van de huisarts als de kant van de patiënt. "Voor de huisarts is het uiteraard zaak om de patiënt zo correct mogelijk op te volgen. Dat is niet evident, hierbij komen heel wat aspecten aan bod. Hoe is de terugbetaling geregeld bijvoorbeeld? Welke onderzoeken werden er al uitgevoerd en wanneer hadden ze plaats? Dat soort vragen. Op basis van de richtlijnen stelde ik voor artsen een opvolgplan op."
Anderzijds is er de patiënt. Het tweede luik van de masterproef bestaat uit een informatiebrochure. Eline Van Hoorde: "Het is de bedoeling dat de huisarts zijn opvolgplan samen met de brochure aan de patiënt bezorgt. De bekommernis over en de zorg voor de aandoening is een verantwoordelijkheid die arts en patiënt delen."
Verbeterde parameters
Daarbij blijft het niet. Eenmaal per jaar komt de patiënt langs voor een diabetesconsultatie van circa een half uur. Tijdens deze raadpleging worden alle aspecten van de gevolgde aanpak overlopen. "Op die manier", zegt dokter Van Hoorde, "kunnen we er zorg voor dragen dat alle parameters die in het zorgprotocol diabetes aan bod komen beter worden opgevolgd".
Hamvraag is natuurlijk of deze op evidentie gebaseerde aanpak tot betere resultaten leidt. "We hebben een voor- en een nameting uitgevoerd na toepassing van het zorgprotocol. De parameters waren duidelijk beter. Maar de tijd was te kort om na te gaan of bijvoorbeeld de suikerwaarden van de patiënt beter onder controle zijn."
Praktijkniveau
Dokter Van Hoorde blijft wel bescheiden. Hoewel dit een uitstekende masterproef is, gaat ze ervan uit dat het initiatief nog onvoldoende uitgebouwd is om het breder toe te passen. "De brochures zijn nuttig om op praktijkniveau te gebruiken", aldus Eline Van Hoorde. "Maar het is nog wel niet voldoende uitgebouwd om het als nationaal project uit te rollen. De totale opvolging van diabetes op arts-patiëntniveau is allicht niet spectaculair vernieuwend. Maar op die manier passen we wel evidence based de richtlijnen toe in de praktijk."
Optimalisatie van opvolging diabetes mellitus type 2 in de praktijk. Introductie van een gestructureerd EBM opvolgplan. Promotor: professor Koen Van Herck (UGent).
Masterproef in het kort
- Waarom is uw masterproef belangrijk?
Met mijn masterproef heb ik gepoogd de opvolging van patiënten met type II diabetes binnen de eigen huisartsenpraktijk te verbeteren. Hierbij werd zowel gefocust op de huisartsen van de praktijk als op de patiënten zelf. Zowel de huisarts als de patiënt kregen een duidelijk opvolgplan. Op deze manier kon een gestandaardiseerd opvolgconsult omtrent diabetes ontwikkeld worden. De kennis van de huisartsen binnen de praktijk wordt opgekrikt. Daarnaast wordt de patiënt beter geïnformeerd over zijn ziekte. Door deze interventies kan een verbeterde diabetesopvolging bekomen worden.
- Wat is er nieuw aan uw werk?
Met deze interventie werd een gestandaardiseerde aanpak van diabetespatiënten ontwikkeld op praktijkniveau. Daarbij wordt er enerzijds gefocust op een betere registratie van de verschillende aspecten van het zorgprotocol diabetes. Anderzijds wordt dit gecombineerd met een focus op de kennis van de patiënt.
- Waarom is het belangrijk dat andere (huis)artsen leren over uw onderzoek?
De interventie maakt gebruik van een gestandaardiseerd opvolgconsult. Dit gebeurt in combinatie met een informatiebrochure en een informatiemoment voor de patiënt. Samen geeft dit een heel duidelijk overzicht van wat er dient te gebeuren. Het is eigenlijk ook heel gemakkelijk toe te passen. Het kan voor veel huisartsen erg interessant zijn om dit op eigen praktijkniveau toe te passen om zo de opvolging van hun eigen diabetes type II patiënten te optimaliseren.