De vierkoppige groepspraktijk in Bierbeek is een voor 100% vrouwelijk bastion, waar dr. Coopman naar eigen zeggen haar draai al lang gevonden heeft.Aanpassingsvermogen past dan ook in haar register: ondanks Ieperse roots valt er - voor een weliswaar ongeoefend oor - in haar discours vrijwel geen West-Vlaams accent meer te bespeuren. "Ik heb mijn best gedaan om hier in het Leuvense wat de lokale kleur aan te nemen", lacht ze. "Anders begrijpen de patiënten mij niet."

Cytomegalovirus

Silke Coopman heeft haar thesis gewijd aan de invloed van infectie met het cytomegalovirus op de effectiviteit van griepvaccinatie (zie ook kader Masterproef in het kort). Vaccinatie kwam in beeld wegens de bijzondere belangstelling van dr. Coopman voor preventie. "Om doeltreffend te kunnen vaccineren tegen griep, willen we weten of er factoren zijn die een goede respons op het vaccin de weg staan", zegt ze. "Een van de factoren die in de literatuur naar voren komen, is de infectie met cytomegalovirus. We hebben een meta-analyse gemaakt van de bestaande studies. Een taai onderwerp, het was flink wat gepuzzel. Ik heb mijn handboek immunologie opnieuw uit de kast moeten halen."

Een ophefmakende studie uit 1999 concludeerde dat de veranderingen die men vaststelt in het immuunsysteem bij ouderen - collectief bestempeld als immunosenescentie - eigenlijk te wijten zouden zijn aan infectie met het cytomegalovirus. Het cytomegalovirus persisteert immers na primo-infectie in het lichaam en veroorzaakt daardoor chronische inflammatie. "Meer dan 90% van de 80-plussers heeft antilichamen tegen cytomegalovirus", weet de jonge huisarts. "Als de persistentie van cytomegalovirus in het lichaam een goede respons op het griepvaccin belemmert, dan hebben we een argument om iedereen te vaccineren tegen cytomegalovirus."

Intercollegiaal contact

De belangstelling voor preventie, bijvoorbeeld door vaccinatie, kan dr. Coopman in de praktijk brengen tijdens haar vervangingen bij Kind & Gezin. Daarnaast houdt ze nog een dag per week consult bij het Universitair Psychiatrisch Centrum Sint-Camillus in Bierbeek, voor patiënten die daar verblijven en (somatische) eerstelijnszorg nodig hebben. Een moeilijke populatie... "In het begin was het inderdaad wennen. Die patiënten proberen je als huisarts de medicatie te ontfutselen die ze op de afdeling niet krijgen. Maar je leert wel snel met dat manipulatieve gedrag omgaan. Overleg met de verpleging is daarbij essentieel. Die intercollegiale contacten zijn wel fijn. En het is ook plezierig om zo gevarieerd te kunnen werken."

The effect of cytomegalovirus infection on the immune response to influenza vaccination: a meta-analysis. Promotor: Cathy Mateï (KU Leuven).

Masterproef in het kort

Over een mogelijke invloed van een persisterend cytomegalovirus (CMV) in het lichaam op de effectiviteit van het griepvaccin hebben nog maar 14 studies plaatsgevonden. Soms waren het slechts deelstudies van grotere onderzoeken. We maakten een meta-analyse van de beschikbare gegevens.

Waarom is uw masterproef belangrijk?

Omdat griepvaccinatie belangrijk is. Als we tegen griep vaccineren, willen we weten welke factoren de respons op het vaccin in het gedrang kunnen brengen. De persistentie van CMV in het lichaam wordt als een mogelijke factor naar voren geschoven. Er bestaat vooralsnog geen vaccin tegen CMV, maar er komt schot in de ontwikkeling ervan. Als zou blijken dat CMV-infectie een obstakel is voor doeltreffende griepvaccinatie, dan is universele vaccinatie tegen CMV een optie.

Wat is nieuw in uw masterproef?

Dit is de eerste keer dat een dergelijke meta-analyse plaatsvond. Sommige studies toonden inderdaad aan dat een positieve serologie voor CMV gepaard ging met een afgenomen respons op het griepvaccin. Maar in bepaalde populaties bleek CMV net een boost te geven bij griepvaccinatie. Een derde groep onderzoeken vond geen effect, vooral in de oudere populatie. Belangrijk is dat sommige studies gekeken hebben naar de CMV-titer. Die leek een negatieve correlatie te vertonen met de respons op het griepvaccin. Dat is een opmerkelijke aanwijzing, maar meer duidelijkheid is gewenst over een toch wel belangrijk onderwerp.

Waarom is het belangrijk dat andere artsen kennisnemen van uw onderzoek?

Dit is toekomstgeneeskunde. Misschien kan mijn werk kan andere artsen motiveren tot verder onderzoek. We evolueren meer en meer naar een gepersonaliseerde geneeskunde. Los van het idee van een universele vaccinatie is het denkbaar dat mensen in de toekomst worden gevaccineerd - tegen bijvoorbeeld griep - afhankelijk van hun CMV-status.

Silke Coopman: "Als de persistentie van cytomegalovirus in het lichaam een goede respons op het griepvaccin belemmert, dan hebben we een argument om iedereen te vaccineren tegen cytomegalovirus."

De vierkoppige groepspraktijk in Bierbeek is een voor 100% vrouwelijk bastion, waar dr. Coopman naar eigen zeggen haar draai al lang gevonden heeft.Aanpassingsvermogen past dan ook in haar register: ondanks Ieperse roots valt er - voor een weliswaar ongeoefend oor - in haar discours vrijwel geen West-Vlaams accent meer te bespeuren. "Ik heb mijn best gedaan om hier in het Leuvense wat de lokale kleur aan te nemen", lacht ze. "Anders begrijpen de patiënten mij niet."Silke Coopman heeft haar thesis gewijd aan de invloed van infectie met het cytomegalovirus op de effectiviteit van griepvaccinatie (zie ook kader Masterproef in het kort). Vaccinatie kwam in beeld wegens de bijzondere belangstelling van dr. Coopman voor preventie. "Om doeltreffend te kunnen vaccineren tegen griep, willen we weten of er factoren zijn die een goede respons op het vaccin de weg staan", zegt ze. "Een van de factoren die in de literatuur naar voren komen, is de infectie met cytomegalovirus. We hebben een meta-analyse gemaakt van de bestaande studies. Een taai onderwerp, het was flink wat gepuzzel. Ik heb mijn handboek immunologie opnieuw uit de kast moeten halen."Een ophefmakende studie uit 1999 concludeerde dat de veranderingen die men vaststelt in het immuunsysteem bij ouderen - collectief bestempeld als immunosenescentie - eigenlijk te wijten zouden zijn aan infectie met het cytomegalovirus. Het cytomegalovirus persisteert immers na primo-infectie in het lichaam en veroorzaakt daardoor chronische inflammatie. "Meer dan 90% van de 80-plussers heeft antilichamen tegen cytomegalovirus", weet de jonge huisarts. "Als de persistentie van cytomegalovirus in het lichaam een goede respons op het griepvaccin belemmert, dan hebben we een argument om iedereen te vaccineren tegen cytomegalovirus."De belangstelling voor preventie, bijvoorbeeld door vaccinatie, kan dr. Coopman in de praktijk brengen tijdens haar vervangingen bij Kind & Gezin. Daarnaast houdt ze nog een dag per week consult bij het Universitair Psychiatrisch Centrum Sint-Camillus in Bierbeek, voor patiënten die daar verblijven en (somatische) eerstelijnszorg nodig hebben. Een moeilijke populatie... "In het begin was het inderdaad wennen. Die patiënten proberen je als huisarts de medicatie te ontfutselen die ze op de afdeling niet krijgen. Maar je leert wel snel met dat manipulatieve gedrag omgaan. Overleg met de verpleging is daarbij essentieel. Die intercollegiale contacten zijn wel fijn. En het is ook plezierig om zo gevarieerd te kunnen werken."The effect of cytomegalovirus infection on the immune response to influenza vaccination: a meta-analysis. Promotor: Cathy Mateï (KU Leuven).