...

Eeuwenlang was het Spaans Dak een jachtherberg - als de muren konden spreken... - waar de stropers na een geslaagde eenden- en patrijzenjacht hun vertier kwamen zoeken. Maar in 1989 begon het historische pand aan een nieuw en succesvol hoofdstuk. In dat jaar vestigde de jonge herbergier Michel Uyttendaele zich in het Spaans Dak en hij trok al gauw de aandacht met zijn goed gevulde schotels met streek- en wildgerechten. Toen zijn twee zonen - Jonathan aan het fornuis, Kristof als maître d'hôtel en sommelier - mee in de zaak stapten, groeide ook de ambitie om er een toprestaurant van te maken.Stap voor stap kreeg het beschermde pand, met de inspraak van Monumentenzorg, een moderne look waarbij de renaissancistische architectuur perfect matcht met de hedendaagse verbouwing. Architecte Kaat Spelier leverde heel mooi werk en integreerde ook kunst van onder andere Guy Massinon (een kunstglasraam in beton), Gaetano Pesce (organische vazen), Jan Verschueren ( De Gluurder in metaal en porselein), Borowski (geblazen glas), Ottmar Horl (kabouters) en Pim Smit ( De Appel) in het gebouw. Als de pandemie bedwongen is, moet u vast eens binnen gaan tafelen in de Kunstzaal, de Kasteelzaal of de Tuinzaal. Voorlopig is alleen het terras beschikbaar om de gekende redenen. Maar u krijgt dan wel een idyllisch zitje aan de oever van de Zoete Waters. Geen wonder dat het Spaans Dak een trouw cliënteel heeft. De meeste gasten vertrouwen dan ook blindelings op het dagmenu. We proeven even voor.Na enkele speelse amuses (een gazpacho, focacciatoast en een maatje met couscous met groene kruiden en boontjes) wordt als voorgerecht een gelakte kalfszwezerik met zalf van zwezerik voorgeschoteld vergezeld van groene asperges, gepofte aardappel en een saus met tartufo en oesterzwam.Wat volgt is een zomerse combinatie van op vel gebakken kabeljauw en kabeljauwbrandade, girolles en gebakken asperges met mousse van doperwt en munt, en een likje saus met roze peper. Wijnmeester Kristof die de wijnvoorraad beheert, verrast twee keer met de bij het menu horende wijnen, met name een Spaanse macabeo en een Hongaarse blend van chardonnay en pinot gris. Het diner wordt afgerond met mousse en roomijs van karamel met donkere chocolade, een notenmengeling van pinda, amandel en nougat, én huisgemaakte suikerspin. Opdracht volbracht.De chef had eigenlijk net zo goed de volgorde van voor- en hoofdgerecht kunnen omruilen, voor de winter bijvoorbeeld. Het is maar een bedenking. "De basis van onze keuken is Frans met klassieke sauzen en speelse garnituur", zegt Jonathan, "aangevuld met wereld- invloeden en een moderne touch.""Kom nog maar eens terug als het begint te winteren", lacht Michel Uyttendaele. "Tijdens het jachtseizoen wordt hier op de vijvers gejaagd op eenden!" We reserveren meteen een tafel. Het is niet alleen de goede tafel, maar ook een brok geschiedenis die de profs geneeskunde naar dit mooie oord aan de rand van het Meerdaalwoud lokken. Het was hier immers dat éne Jan Wytinck, ook Jan van Wesele genoemd en overgrootvader van Andries van Wesele (alias Andreas Vesalius), in de jaren 1430-1440 woonde in het kasteeltje (thans bekend als het Spaans Dak) van de heerlijkheid Steenbergen, met zijn landerijen, bossen, vijvers, en een watermolen met brouwerij. Jan van Wesele was een man van stand, tot doctor in de geneeskunde gepromoveerd in Pavia (1427), professor in Leuven (1429-1443) en nadien ook stadsdokter in Brussel. De man is vooral bekend gebleven vanwege een astrologisch boek van zijn hand én een tractaat over de pestepidemie... De heerlijkheid Steenbergen - ook Vaalbeek ten Wouwere genoemd - behoorde van 1383 tot 1506 tot de familie van Wesele en was dus geen familiebezit meer toen Andreas Vesalius (1514-1564) geboren werd. De verhalen als zou hij af en toe in de molen in het geheim lijken hebben gedissecteerd, zullen we dus maar aan het rijk der verbeelding toeschrijven. Het Spaans Dak zoals we het vandaag kennen, kreeg vorm in de 16de en 17de eeuw. In 1759 kwam het in bezit van de familie Arenberg die het als jachthuis gebruikte. In 1980 werden het pand en de onmiddellijke omgeving beschermd als dorpszicht. Inmiddels was het een gekende jagersherberg geworden die vanaf 1989 stap voor stap werd uitgebouwd tot het mooie klasserestaurant waar de Leuvense profs graag vertoeven. Vesalius' overgrootvader, Jan van Wesele, die zag dat het goed was!