...

De kiem voor het verblijf van Max den Boef in de Verenigde Staten werd al gelegd in het eerste jaar geneeskunde tijdens een infosessie voor studenten die graag naar het buitenland wilden gaan. Een van de organisaties die een beurs ter beschikking stelden, was de Belgian American Educational Foundation (BAEF). De BAEF werd in 1914 door president Herbert Hoover opgericht als de Commission for Relief in Belgium, maar evolueerde na de Eerste Wereldoorlog tot een organisatie die de wetenschappelijke contacten tussen België en de Verenigde Staten moest uitbouwen. "Toen ik mijn geneeskundeopleiding startte, was de BAEF net gestart met een beurs voor studenten die nog vrij vroeg in hun opleiding zitten", vertelt Max den Boef. "Met die beurs wil de BAEF studenten kennis laten maken met onderzoek. Dat sprak me meteen erg aan en bleef in mijn achterhoofd zitten." In de derde bachelor pikte Max den Boef het idee terug op en diende hij zijn aanvraag in bij de BAEF. "Onderzoek heeft steeds mijn interesse weggedragen. Eén van de redenen waarom ik voor geneeskunde koos, is de rechtstreekse impact die je kan hebben op het leven van mensen. Dat kan door direct contact, maar ook via onderzoek kan je een gigantische impact hebben. Niet enkel op de lokale omgeving en de lokale patiënten, maar op populatieniveau. Vooral moleculaire, fundamentele wetenschap trekt me aan. In de tweede bachelor verbleef ik al zes weken in Duitsland om daar onderzoek te doen." Uitgekozen worden voor een beurs van de BAEF is geen sinecure. De kandidaten moeten niet enkel mooie voorafgaande studieresultaten kunnen voorleggen, maar ook zelf op zoek gaan naar een stageplaats. "Omdat ik geïnteresseerd ben in neurologie, en meer specifiek neurodegeneratieve ziektes, begon ik in die richting te zoeken in de grote Amerikaanse universiteiten. Na het lezen van meerdere papers, veel mailtjes en een paar gesprekken, kwam ik uiteindelijk terecht bij professor Thomas Südhof. Zowel zijn onderzoek als de manier waarop hij research verricht, spraken me enorm aan. Hij geeft veel verantwoordelijkheid aan de studenten en laat hen zelfstandig werken. Dat paste volledig in mijn bedoeling om een eigen project te hebben waar ik een jaar mee aan de slag kon, een project dat ik van begin tot einde kon uitvoeren." In het internationaal gerenommeerde laboratorium van prof. Südhof aan de Stanford University kwam Max den Boef terecht in een internationale omgeving van onderzoekers met diverse nationaliteiten. De aantrekkingskracht van het laboratorium hoeft niet te verwonderen als je weet dat Südhof in 2013 de Nobelprijs geneeskunde in de wacht wist te slepen voor zijn onderzoek naar en ontdekking van het mechanisme dat het belangrijkste transportsysteem in cellen regelt. Het onderzoek van Max den Boef sloot hier nauw bij aan. "Mijn onderzoek ging specifiek over de ontwikkeling van nieuwe methoden om op een snelle en goedkope basis eiwitten te kunnen onderzoeken die belangrijk zijn in de vorming van verbindingen tussen hersencellen. Ik zocht een methode waarmee we veel proteïnen kunnen screenen waarvan we niet weten of ze al dan niet belangrijk zijn voor die functie. De methodes die daar vandaag voor worden gebruikt, geven goede resultaten, maar zijn erg arbeidsintensief en gaan traag vooruit. Doel van mijn onderzoek was de ontwikkeling van een algemene tool die al een eerste selectie maakt waardoor het proces versnelt. Het afgeronde project vormt nu de basis voor de masterproef die ik ga schrijven onder begeleiding van prof. Südhof en Joris de Wit, professor synapsbiologie aan de KU Leuven. Südhof blijft me begeleiden. Het staat wel mooi dat een van je copromotoren een Nobelprijswinnaar is." De eerste ontmoeting met Südhof leverde Max den Boef toch wat stress op. "Ik ontmoette hem voordien enkel online. De kennismaking viel enorm mee. Voor een man van zijn kaliber is hij heel down-to-earth. Hij komt helemaal niet uit de hoogte over en behandelde me bijna als een gelijke. Wekelijks moest ik - samen met andere onderzoekers - een update geven over het verloop van het onderzoek. Hij volgde dat met veel aandacht op. We hadden ook meerdere gesprekken over waar ik mijn toekomstige carrière zag, meer kliniek of meer wetenschappelijk werk. Dat bracht toch wel wat inzicht bij. Later zou ik graag kliniek en wetenschappelijk onderzoek combineren. Ik vind de combinatie van beide aspecten van de geneeskunde belangrijk." Stanford is één van de topuniversiteiten van de Verenigde Staten. Toch ziet Max den Boef wel wat gelijkenissen met Leuven. "Het zijn allebei universiteiten waar veel internationale onderzoekers samenkomen. Het grote verschil ligt in de financiële middelen. Een laboratorium als dat van Südhof, kan rekenen op veel fondsen waardoor het kan werken met state-of-the-art materiaal en met de nieuwste technieken. Zelfs als student kon ik werken met de modernste apparaten. De huidige politieke situatie in de VS baart hen wel zorgen. Veel beginnende wetenschappers zijn voor de opstart van een laboratorium afhankelijk van financiële ondersteuning van de National Institutes of Health (NIH). Zij vrezen de gevolgen van de politiek van Trump om hier fors in te snoeien."