Succesregisseur Ivo van Hove die zich op de figuur van Sigmund Freud stort: een combinatie die een ongemeen boeiende theateravond oplevert. Twee maanden geleden ging de gelijknamige voorstelling Freud in Amsterdam in première, sinds deze week is ze ook in Antwerpen te zien. Artsenkrant sprak met Stef Aerts die de titelrol vertolkt.
...
Bij een breed publiek is Stef Aerts (°1987) in de eerste plaats bekend van de serie Callboys, maar daarbuiten is hij een doorgewinterd theateracteur en -maker, die met het collectief FC Bergman grote ogen doet trekken in binnen- en buitenland.De plannen voor een samenwerking tussen Ivo van Hove en FC Bergman gaan terug tot 2012. Samen met zijn Bergmancollega's Thomas Verstraeten en Marie Vinck en met dramaturg Koen Tachelet, stond Aerts in voor de bewerking van een filmscenario dat niemand minder dan de Franse filosoof Jean-Paul Sartre eind jaren 1950 over Freud schreef. Het script diende als vertrekpunt voor de film The Secret Passion (1962) van de Amerikaanse regisseur John Huston, maar omwille van artistieke meningsverschillen vroeg Sartre om zijn naam uit de credits te verwijderen.Stef Aerts had niet alleen een hand in de bewerking, bij Ivo van Hove speelt hij ook de titelrol. Niet meteen iets waarover hij ooit gefantaseerd had: "Ik was me er zelfs niet van bewust dat het tot de mogelijkheden behoorde, ook omdat ik totaal niet bekend was met het scenario van Sartre. Het was Ivo die erdoor gebeten werd, en enorm enthousiast was om dit te doen. Maar ik heb me er wel heel erg mee geamuseerd."Had u bij de bewerking bepaalde uitgangspunten voor ogen?Stef Aerts: "Er was geen duidelijke crux of zo, maar het was wel helder dat het een heel persoonlijk verhaal over Sigmund Freud ging worden, over de persoonlijke zoektocht van de jonge man Freud, veel meer dan over het ontstaan van zijn leer of theorieën. Wat er in de voorstelling gebeurt, is meestal gebaseerd op waargebeurde omstandigheden. Maar het is geen ode aan Freud, eerder een liefdesverklaring aan alle zoekende mensen, wetenschappers én kunstenaars, die compromisloos en onverbiddelijk en soms ten koste van heel veel andere dingen hun onderzoek blijven doen, en ondertussen onvermijdelijk ook veel fouten maken."Moet u zo'n figuur graag zien om hem te kunnen spelen?Uiteindelijk wel, denk ik. En dat was ook niet zo moeilijk. Net omwille van zijn vaak vervelende, drammerige karakter ontroerde hij mij als acteur. Ik had het echt heel vervelend gevonden als we Freud als een soort van melodramatische held hadden neergezet. Ik vind het fijn dat hij aanvankelijk een vervelend ettertje is, en een meedogenloze klootzak zelfs voor de mensen met wie hij werkt.Uw mede-actrice Hélène Devos (die patiënte Cäcilie speelt, red.) zei in een nagesprek in Amsterdam dat de voorstelling voor haar gaat over "de emancipatie van de patiënt".Dat is natuurlijk ook het verhaal dat zij als actrice te verdedigen heeft in de voorstelling. Vanuit mijn rol gezien, is dat net iets anders, maar ik snap wel wat zij bedoelt. In het begin van de voorstelling, bij het begin van Freuds carrière, worden patiënten echt ingezet als studieobjecten, en soms zelfs, ook door Freud zelf, als curiosa waarop wetenschappers hun frustraties kunnen botvieren. Maar naar het einde toe vallen de rollen van Hélène en mij heel erg samen. Daar gaan we letterlijk naast elkaar zitten en vinden we elkaar in een soort van over-en-weer-zelftherapie, in een soort van gemeenschappelijke therapeutische sessie.In die zin gaat de voorstelling ook over de Bildung van de mens Freud?Ja, het is haast een soort coming-of-ageverhaal.