Als medewerker bij FARO (Vlaams Steunpunt voor Cultureel Erfgoed) ging Bart De Nil in het buitenland op zoek naar musea met een autismevriendelijk karakter. Vooral in Engeland zijn er mooie voorbeelden te vinden van autismevriendelijke musea. Ongeveer gelijktijdig ontving men in het Huis van Alijn enkele zogeheten autiklassen en werd Liesa Rutsaert aangesteld als toegankelijkheidsmedewerker. Logisch dus dat beide instellingen de handen in elkaar slaan voor een dubbelproject: een museum met autismevriendelijk karakter en het boek Autismevriendelijk museum. Het creëren van een toegankelijk museumbezoek voor kinderen en jongeren met autisme dat als blauwdruk kan dienen voor andere musea.

Uitgangspunt bij het opstellen van de gids is dat het autismevriendelijk museum tegelijk toegankelijker is voor iedereen. Er wordt met andere woorden een sociale meerwaarde gecreëerd die niet mag beperkt blijven tot een occasioneel project, maar ingebed moet worden in alle aspecten van de werking en bij alle geledingen van de organisatie.

Een houvast voor het museumbezoek

Een museumbezoek stelt heel wat problemen voor kinderen en jongeren met autisme. Eerst en vooral is er al de reis van en naar het museum, al dan niet met het openbaar vervoer. In het museum zelf worden jongeren met autisme bovendien geconfronteerd met een zintuiglijke overbelasting en een parcours dat vaak op een doolhof lijkt. "Het is een verwarrende omgeving waar spreekwoordelijk een kat haar jongen kan verliezen", lezen we in de gids.

Met een goede voorbereiding, een voor- en een nagesprek, een duidelijk aangegeven parcours en een aangepaste opstelling kan men het museumbezoek voor deze jongeren flink wat aangenamer maken. Van groot belang is het overhandigen aan de bezoeker van een roadmap die een duidelijk overzicht biedt van het parcours in het museum, zowel inhoudelijk als planmatig.

Tijdens het bezoek kan een duidelijke signalisatie een houvast betekenen. Ook de eenvormigheid en herkenbaarheid van de informatiebordjes kan hiertoe bijdragen. Een te rommelige opstelling kan bovendien uiterst verwarrend werken, zorg dus voor orde in de chaos. Herkenbaarheid van museummedewerkers, duidelijk aangegeven vluchtplan en nooduitgangen, signalisatie voor de toiletten en cafetaria..., de aanwezigheid van een rustruimte kunnen bijdragen tot een beter en veiliger gevoel in de ongekende omgeving.

Liesa en Bart raden aan een beroep te doen op experts bij het autismevriendelijk maken van het museum en eventueel leentjebuur te spelen bij andere musea. Vanzelfsprekend zullen de ingrepen afhangen van de structuur en de opstelling van het museum. Een belangrijke stimulans voor andere musea kan zijn dat men met beperkte middelen al veel kan bereiken.

Het project kadert in het autismeplan van de Vlaamse regering. De bedoeling? De participatiekansen voor mensen met autisme verhogen.

Het boekAutismevriendelijk museum is een uitgave van Politeia, FARO en museum Huis van Alijn. Het kan besteld worden bij Politeia.

Als medewerker bij FARO (Vlaams Steunpunt voor Cultureel Erfgoed) ging Bart De Nil in het buitenland op zoek naar musea met een autismevriendelijk karakter. Vooral in Engeland zijn er mooie voorbeelden te vinden van autismevriendelijke musea. Ongeveer gelijktijdig ontving men in het Huis van Alijn enkele zogeheten autiklassen en werd Liesa Rutsaert aangesteld als toegankelijkheidsmedewerker. Logisch dus dat beide instellingen de handen in elkaar slaan voor een dubbelproject: een museum met autismevriendelijk karakter en het boek Autismevriendelijk museum. Het creëren van een toegankelijk museumbezoek voor kinderen en jongeren met autisme dat als blauwdruk kan dienen voor andere musea.Uitgangspunt bij het opstellen van de gids is dat het autismevriendelijk museum tegelijk toegankelijker is voor iedereen. Er wordt met andere woorden een sociale meerwaarde gecreëerd die niet mag beperkt blijven tot een occasioneel project, maar ingebed moet worden in alle aspecten van de werking en bij alle geledingen van de organisatie.Een houvast voor het museumbezoekEen museumbezoek stelt heel wat problemen voor kinderen en jongeren met autisme. Eerst en vooral is er al de reis van en naar het museum, al dan niet met het openbaar vervoer. In het museum zelf worden jongeren met autisme bovendien geconfronteerd met een zintuiglijke overbelasting en een parcours dat vaak op een doolhof lijkt. "Het is een verwarrende omgeving waar spreekwoordelijk een kat haar jongen kan verliezen", lezen we in de gids. Met een goede voorbereiding, een voor- en een nagesprek, een duidelijk aangegeven parcours en een aangepaste opstelling kan men het museumbezoek voor deze jongeren flink wat aangenamer maken. Van groot belang is het overhandigen aan de bezoeker van een roadmap die een duidelijk overzicht biedt van het parcours in het museum, zowel inhoudelijk als planmatig. Tijdens het bezoek kan een duidelijke signalisatie een houvast betekenen. Ook de eenvormigheid en herkenbaarheid van de informatiebordjes kan hiertoe bijdragen. Een te rommelige opstelling kan bovendien uiterst verwarrend werken, zorg dus voor orde in de chaos. Herkenbaarheid van museummedewerkers, duidelijk aangegeven vluchtplan en nooduitgangen, signalisatie voor de toiletten en cafetaria..., de aanwezigheid van een rustruimte kunnen bijdragen tot een beter en veiliger gevoel in de ongekende omgeving.Liesa en Bart raden aan een beroep te doen op experts bij het autismevriendelijk maken van het museum en eventueel leentjebuur te spelen bij andere musea. Vanzelfsprekend zullen de ingrepen afhangen van de structuur en de opstelling van het museum. Een belangrijke stimulans voor andere musea kan zijn dat men met beperkte middelen al veel kan bereiken.Het project kadert in het autismeplan van de Vlaamse regering. De bedoeling? De participatiekansen voor mensen met autisme verhogen. Het boekAutismevriendelijk museum is een uitgave van Politeia, FARO en museum Huis van Alijn. Het kan besteld worden bij Politeia.