In onze chromosomen ligt de geschiedenis van onze voorouders en de basis voor onze nazaten opgeslagen. Hoe dat gaat en hoe we dat weten is het onderwerp van Carl Zimmers monumentale verhaal over erfelijkheid.
...
Zimmers verhaal vangt aan in Brussel in 1555. Keizer Karel V presenteert zijn zoon Filips als zijn troonopvolger voor de verzamelde machtige mannen van het Heilige Roomse Rijk dat zich uitstrekt van Peru tot Italië. De zoon heeft dezelfde vooruitstekende onderkaak als zijn vader, de 'Habsburgse kaak'. Filips II kon zijn vader gaan opvolgen omdat diens koninklijke bloed door zijn aderen stroomde.Genealogiën waren bloedlijnen, niet 'bezoedeld' door het bloed van lagere klassen. Om de bloedlijn 'rein' te houden trouwde men binnen de uitgebreide familie. De gevolgen zouden desastreus blijken. Een onvolgroeide bovenkaak, astma, epilepsie en zwaarmoedigheid waren endemisch bij de Habsburgers. De kindersterfte in deze superrijke familie lag hoger dan op het Spaanse platteland. Vier generaties later waren er geen troonopvolgers meer en viel de Spaanse wereldhegemonie in duigen.In de 15de eeuw was erfelijkheid nog vooral een zaak van stambomen en bestond ze uit het erven van tronen, landgoederen en rijkdommen. Biologische erfelijkheid had nog geen naam en was een vaag idee uit de oude Griekse filosofie, dat de lichamelijke eigenschappen van vader op zoon overgingen via het sperma dat, gevoed door het menstruatiebloed van de moeder, uitgroeide tot een kind.De moeder was slechts de voedingsbodem die beperkte invloed had op het eindresultaat. Een individu was een mengeling van het zaad van de voorouder met het terroir waarin het opgroeide. Het was nature en nurture avant la lettre. Het zou nog eeuwen duren voor de erfelijkheid een wetenschappelijke kwestie zou worden. Niemand in het Habsburgse rijk kon vermoeden dat er zoiets bestond als ziekteverwekkende mutaties die in hun bloedlijnen werden doorgegeven en zich steeds meer ophoopten.Met die vorstelijke kaak begint Zimmers grote verhaal van de erfelijkheid in Ze heeft haar moeders lach. Dat is een lang en ambitieus verhaal geworden. De geschiedenis van de Habsburgers waaiert in de eerste 20 bladzijden uit in nevenverhalen over de oorsprong van het woord 'pedigree', het ontstaan van het begrip 'ras' en de rol daarvan in het antisemitisme en de slavernij.Het boek is uitgedijd tot meer dan 600 pagina's (met nog 66 blz. bibliografie op de website) waarin zoveel interessante geschiedenissen en kleurrijke figuren door elkaar geweven worden dat een modale lezer de moed in de schoenen zou kunnen zinken. Hier en daar dreigt de verteller daarbij te verdwalen in technische of historische details. Maar elk verhaal is steeds weer de moeite waard, dus het is wel te begrijpen dat Zimmer alles wou meenemen wat hij in vele jaren research heeft verzameld.Zimmer is een van de betere wetenschapsjournalisten. Zijn vaardigheid om wetenschap, en met name biologie en evolutie, helder en meeslepend uit te leggen, in boeken en tijdschriften zoals National Geographic, bezorgde hem erkenning, vele prijzen en een adjunct professorschap in Molecular Biophysics and Biochemistry aan Yale University.Zimmer neemt een brede kijk en beschrijft verschillende vormen van erfelijkheid. Naast de traditionele erfelijkheid waarbij eigenschappen worden doorgegeven van de ene generatie op de andere, hoe genen de ontwikkeling van een embryo sturen, hoe ze een organisme laten functioneren, hoe dat een rol speelt in de evolutie van soorten, in het bepalen van lichaamslengte en intelligentie en hoe cultuur en omgeving de genen richting geven.Hij duikt ook diep in de lange geschiedenis van het begrip erfelijkheid. Hoe het idee van rassen ontstond en evolueerde, hoe de eugenetica de wetenschap misbruikte, hoe genetisch 'essentialisme' (het veel te simpele idee dat de essentie van een organisme door zijn genen wordt bepaald) de verschillen tussen mensen (van lichaamsgewicht tot uithoudingsvermogen) zou verklaren, hoe onderzoek op fruitbomen, fruitvliegjes of bloedgroepen de erfelijkheidskennis vooruit hielp.Daar doorheen weeft hij de zoektocht naar de geheimen van zijn eigen genoom, de fascinerende verschijnselen zoals mozaïcisme of chimaeren, de symbiose tussen verschillende genomen zoals in het microbioom, kinderen met drie of vier ouders en het mysterie van CTVT (canine transmissible venereal tumor, een tumorachtig overdraagbaar 'organisme' dat al duizenden jaren met honden meeleeft).Zimmer eindigt zijn verhaal met twee recente ontwikkelingen die de inzichten en de mogelijkheden van de genetica drastisch uitbreiden. In-vitro gametogenese (waarbij gameten uit gewone cellen kunnen gemaakt worden) en crispr-cas (een genetische tekstverwerker met verbluffende potentie) openen onvermoede horizonten waarbij indringende filosofische en ethische vragen zich aandienen. Zij vormen het slotakkoord van een imposante zoektocht naar het veelzijdige fenomeen van de erfelijkheid die alles wat leeft doet leven.