Zijn naam klinkt als die van een goochelaar. En in zekere zin klopt dat ook als je kijkt naar zijn Opus Magnum, het Groninger Museum. Als een goochelaar slaagt Alessandro Mendini erin grote ego's als Michele de Lucchi, Philippe Starck en het collectief Coop Himmalb(l)au mee in bad te nemen en hun eigen vleugel van het gebouw te laten ontwerpen, terwijl hij er met zijn toverstokjes in slaagt de puzzel in elkaar te steken. Het Groninger Museum is 25 en viert dat met een speelse hommagetentoonstelling die Maestro Mendini nog zelf mocht ontwerpen, alvorens met een laatste verdwijntruc naar de hemel te vertrekken.
...
Alessandro Mendini stierf op 18 februari 2019 op 87-jarige leeftijd. Hij is een van de belangrijkste architecten/designers van de laatste 60 jaar. Zijn Poltrona di Proust, een klassieke zetel die hij bekleedt met een stippenpatroon ontleend aan de Franse pointillist Paul Signac, en de bekende kurkentrekker Anna G. behoren tot de meest iconische objecten van het moderne design.Bovenal was Mendini een vernieuwer die als hoofdredacteur van avant-gardedesignbladen als Casabella, Modo en Domus de Italiaanse vormgeving nieuwe richtingen uitstuurde. Maar niet zonder de kunstgeschiedenis te vergeten of te veronachtzamen en met de ogen te stelen wat anderen hadden voorgedaan. Zijn metgezel in dit postmodernistische avontuur, Alberto Alessi, verwoordde de rol van Mendini als volgt: "Sandro was voor mij nooit een ontwerper of een consulent zoals anderen dat waren. Hij was veel meer: hij was (en ik ben er zeker van dat dit woord hem niet bevalt) een leermeester, bijna zoals Socrates, die mij in toenemende mate alle mysteries van dit fascinerende vak heeft ontsluierd."De mooiste omschrijving die Mendini ooit gekregen heeft is die van "grootmeester van de kitsch". Die eretitel mag dan een ironische ondergrond hebben, Mendini koesterde die als een kostbaarheid. Kitsch werd een van zijn stokpaardjes. Zo vertelde hij me tijdens een interview anno 1995 in zijn woonhuis in Milaan: "Aan de kitschmens komen kitschobjecten, kitschschilderijen, kitschhuizen toe: het tot in het paradoxale overdrijven van conventies, de triomf van het niet-authentieke, het omkeren van de goede smaak, het openstaan voor een esthetische fictie die correspondeert met de fictie van het dagelijks leven. Kitsch is niet belastend, niet dramatisch, het is aantrekkelijk en ontspannend."Aan die woorden denk ik terug als ik in het Groninger Museum de Mondo Mendini betreed, de hommagetentoonstelling die de Italiaanse designer ontwierp ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van het museum. In tegenstelling tot vele kunstenaars is Mendini een zeer bescheiden man, die zich terugtrok als een hedendaagse kluizenaar in zijn kleine Wunderkammer, ver van het sociale en mondaine leven van de designhoofdstad Milaan. Mendini wilde dan ook andere artiesten betrekken in 'zijn' expositie. Artiesten waarvan hij gretig de indrukken had opgenomen en niet te beroerd was om daarvoor uit te komen. Integendeel.Paul Signac en Henri Matisse staan vooraan in de rij: de combinatie van beiden heeft geleid tot de Poltrona di Proust, waarmee ook de naam valt van Marcel Proust waarvoor Mendini een grote bewondering had. Andere kunstenaars die in hoog aanzien stonden bij Mendini zijn de Russen Malevitsj en Kandinsky bijvoorbeeld, de architecten Theo van Doesburg en Gerrit Rietveld en uiteraard zijn partners in crime, designers als Gio Ponti, Michele De Lucchi, Ettore Sottsass en Gaetano Pesce. Al deze kunstenaars zijn op de tentoonstelling aanwezig en tonen ons de weg die Mendini in zijn artistieke proces gevolgd heeft. In zijn ontwerpen vat Mendini 2.000 jaar cultuur samen en gaat hij tegelijk op zoek naar de nieuwe uitdrukkingsvormen voor het derde millennium."Dat is juist de uitdaging van de periode waarin wij leven", vertelde hij. "We trachten een verbinding te leggen tussen al onze tradities en al het nieuwe dat we nog niet kennen. Mijn Utopia is een wereld waarin de objecten en hun gebruik een poëtische dimensie krijgen, de rituali sering van het leven als het ware."Mendini gaf de voorwerpen terug een ziel, meer zelfs, hij waakte over hun zielenheil. Hij ontwierp, zoals hij het zelf noemde, het ogetto ad uso spirituale, het voorwerp voor geestelijk gebruik, dat in schril contrast stond met la vulgarité de la fonctionnalité. Het designo radicale waarvan hij in de jaren 1960 een van de grote roergangers was, verzette zich tegen wat ze noemden 'de hersenloze industrialisering' waardoor het object verworden was tot een louter functioneel massaproduct. De Mondo Mendini is één grote ode aan de fantasie.De tentoonstelling is een wandeling doorheen de wondere wereld van Mendini. Zijn objecten stralen van blijdschap, met al hun kleuren en speelse vormen. Soms waan je je in een wereld die het midden houdt tussen Walt Disney en de Efteling, in een sprookjes achtige omgeving waar je elk moment verwacht dat de voorwerpen zouden beginnen dansen en zingen. De expositie toont ons een zeer ruime en gevarieerde selectie van kleine en grote Mendini's, van sieraden tot grote architecto nische modellen, van huishoudelijke voorwerpen tot grote sculpturen.Dat alles verpakt in een museum dat meer gelijkt op een hedendaags sprookjeskasteel bestaande uit verschillende modules die schots en scheef in felle kleur-contrasten op elkaar gestapeld zijn en een speels doolhof vormen waarin juist deze objecten van de Maestro goed gedijen, ja zelfs tot leven komen en transformeren tot tragikomische figuren als in een ballet van Oskar Schlemmer.Dat museum doet het na 25 jaar nog steeds wonderwel. Opgevat als een museumeiland in het Verbindingskanaal aan de Singel van Groningen geldt het als een van de hoogtepunten van postmodernistische architectuur. Je vraagt je af wie op dat briljante idee gekomen is om hier, in het noordelijkste deel van Nederland, waar de dagen kort zijn en het wolkendek vaak als een grijze sluier over de stad hangt, de grootmeester van kleurige kitsch vrij spel te geven. Frans Haks is de naam, de flamboyante museumdirecteur die niet voor niets de Nederlandse Andy Warhol genoemd werd.Is dit nu het mooiste museum van Nederland, willen we weten. "Nou, de meningen zijn verdeeld", vertelt onze gids. "Mensen vinden het ofwel geniaal, ofwel poeplelijk. Er is geen gulden middenweg. Maar het museum laat niemand onberoerd." Het aantal bezoekers ligt om en bij de 200.000 per jaar, wat dus zo'n 5 miljoen op 25 jaar betekent.