...

Dokter Moreels: "In Kinshasa zien ze ons initiatief als een potentieel pilootproject voor de rest van het land, wijzelf hebben de ambitie om een soort referentiecentrum te worden." Als we de Oostendse arts ontmoeten, heeft hij net zijn visumaanvraag voor zijn 35ste missie naar Beni ingediend.Maar waarom Beni? Dokter Moreels: "Mijn oudste zoon was (en is) daar bezig met cacao, koffie en kinine. Toen ik hem ben gaan bezoeken, werd ik aangeklampt door een jonge Congolese collega, dr. Kalongo: "Hier zijn amper chirurgen in de streek. Ik zou graag hebben dat je mij een paar adviezen geeft." Het was het begin van een engagement dat tot op vandaag voortduurt. Beni was altijd al een levendige handelsstad in Noordoost-Congo, op zo'n twee uur rijden van de grens met Oeganda. De jongste jaren is het inwonersaantal echter enorm toegenomen door de "veelvuldige massacres die door allerhande milities en gewapende bendes op de plattelandsbevolking worden gepleegd. AdF, die zich heeft geassocieerd met IS, en M23 zijn de bekendste groepen, maar er zijn minstens vijftig groepen actief, schat men. Oekraïne en Gaza, allemaal goed en wel, maar dit conflict heeft intussen al zeven miljoen slachtoffers geëist, zes miljoen mensen zijn op de vlucht. Alleen lijkt niemand daar belang aan te hechten of te willen tussenkomen. En dat gebied is zoals bekend enorm rijk aan edele metalen." De oproep van dr. Kalongo is blijven nazinderen. "Ik heb toen een droom gehad van: we zouden daar een centrum moeten oprichten voor chirurgie, verloskunde en neonatologie - net omwille van het gebrek aan kwalitatieve chirurgie en de hoge mortaliteit bij moeders en kinderen daar. Dat zijn de Congolese vzw UNICHIR (=unité chirurgicale) en zijn Belgische tegenhanger BENISUR (=Beni surgery) geworden. In Congo wordt dat omgedoopt tot Unichir Fondation Docteur Réginald Moreels, dat gebeurt op hun vraag", klinkt het. Want de chirurg mag dan wel vieux zijn, "dat woord staat ginds gelijk met respect. En vergeet niet: ik ben de enige blanke arts die in de wijde omgeving actief is, hè." Dr. Moreels beseft naar eigen zeggen wel dat, gezien zijn leeftijd, zijn engagement in Beni niet eeuwigdurend zal kunnen zijn. "Het zijn vermoeiende reizen, telkens 28 uur tot in Beni. De voorbije periode was ik er om de zes weken. Nu goed, zolang mijn handen toelaten om te opereren en ze het mij ginder vragen, zal ik het proberen te doen. Mijn Congolese costichter dr. Kalongo start eerstdaags als directeur médical. We leiden onze mensen ook op, zodat het centrum op termijn zelfstandig kan functioneren. Want binnen dit en zoveel tijd zal ik mij moeten terugtrekken", erkent hij. Een belangrijke stap in deze acht fondateur Moreels alvast het feit dat de minister in Kinshasa UNICHIR recent erkend heeft als een geslaagd voorbeeld van privé-publieke samenwerking. "Die erkenning is één, nu wachten we op de aggregatie. Naar verluidt ligt die klaar voor ondertekening, maar wanneer dat gebeurt, ça c'est le mystère congolais. Dan zullen patiënten niet langer hoeven te betalen voor bevallingen en keizersnedes, dat zou mooi zijn. Want wij willen geen private witte olifant zijn. Het ministerie ziet ons centrum als een mogelijk pilootproject voor de rest van Congo, net omdat we niet alle specialismen aanbieden. Wijzelf ambiëren om een referentiecentrum te worden", stelt hij. De vzw met dr. Moreels als boegbeeld en uithangbord heeft de afgelopen jaren flink aan de weg getimmerd. UNICHIR heeft, met dank aan de grote en kleine giften uit Vlaanderen en Brussel ("rijke Congolezen doneren niks"), een complex met operatiezalen en bedden, een moeder-kindeenheid en gebouwen voor opleiding kunnen bouwen. "We stellen zo'n 70 mensen te werk en betalen mooie lonen. We willen ook niet te snel groeien. Maar ik ga voorstellen om extra grond vlakbij te kopen, want ik denk dat er nog toekomstige projecten mogelijk zijn." Dat blijkt ook uit missies die gepland zijn: een UZA-oncologe gaat kijken of er op dat vlak kansen bestaan, een orthopedisch team met dr. Noyez en een NKO-team van dr. Dick trekken naar Congo, en we kunnen ook rekenen op dr. Hendriks uit Dordrecht en dr. Walgravens van Gent, klinkt het. Zo blijft de droom alsnog groeien.