Er is nog veel onzekerheid over de waarde van markers van hernieuwing van het bot bij de evaluatie van het fractuurrisico in de klinische praktijk. Het is ook nog niet duidelijk of die markers losstaan van andere voorspellers.
Australische en Britse artsen zijn uitgegaan van de Sheffield Hip Fracture study om na te gaan of de serumconcentratie van de C-terminale telopeptide van type I-collageen (CTX) correleert met het risico op incidente fracturen. De Sheffield Hip Fracture study is een prospectieve, gerandomiseerde, gecontroleerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde studie die het effect van clodronaat heeft onderzocht bij vrouwen van 75 jaar die niet in een instelling verbleven.
Eugène McCloskey heeft de gegevens gepresenteerd over 1.788 van de 2.606 vrouwen (70%) die in de hoofdstudie waren gerandomiseerd naar de placebogroep. Vrouwen met een nuchtere serum-CTX-spiegel hoger dan de bovengrens van het referentie-interval van de analysemethode werden uit de studie uitgesloten. (Een verhoogde serum-CTX-spiegel zou immers kunnen wijzen op een miskende onderliggende metabole botziekte.) Die vrouwen werden echter wel meegeteld bij de sensitiviteitsanalyse.
Tijdens een gemiddelde follow-up van 3,8 jaar (maximum 5,8 jaar) heeft 11% van de vrouwen één of meer osteoporotische fracturen opgelopen (van wie 3% één of meer heupfracturen). De serum-CTX-concentratie voorspelde die incidente osteoporotische fracturen niet, maar correleerde wel significant met latere heupfracturen (stijging van het risico met 34% bij elke stijging met een standaarddeviatie van de CTX-spiegel; HR 1,34; 95% BI 1,03-1,75). Een soortgelijke en even significante correlatie werd waargenomen na correctie voor 26 andere variabelen in de sensitiviteitsanalyse.
De serum-CTX-concentratie is een significante voorspeller van het risico op heupfractuur na correctie voor de waarschijnlijkheid van heupfractuur volgens de FRAX-schaal zonder rekening te houden met de botdichtheid (HR 1,32; 95% BI 1,01-1,71). Dat was echter niet meer zo na correctie voor de botdichtheid (HR 1,16; 95% BI 0,89-1,51).
Die resultaten moeten uiteraard nog worden bevestigd door andere studies, maar we kunnen toch al concluderen dat de serumconcentratie van CTX heupfracturen bij oudere vrouwen kan voorspellen als toegang tot meting van de botdichtheid moeilijk is.
WCO-IOF-ESCEO 2018, Krakau, Polen 19-22 april. Naar een mondelinge presentatie van poster P656.
Australische en Britse artsen zijn uitgegaan van de Sheffield Hip Fracture study om na te gaan of de serumconcentratie van de C-terminale telopeptide van type I-collageen (CTX) correleert met het risico op incidente fracturen. De Sheffield Hip Fracture study is een prospectieve, gerandomiseerde, gecontroleerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde studie die het effect van clodronaat heeft onderzocht bij vrouwen van 75 jaar die niet in een instelling verbleven.Eugène McCloskey heeft de gegevens gepresenteerd over 1.788 van de 2.606 vrouwen (70%) die in de hoofdstudie waren gerandomiseerd naar de placebogroep. Vrouwen met een nuchtere serum-CTX-spiegel hoger dan de bovengrens van het referentie-interval van de analysemethode werden uit de studie uitgesloten. (Een verhoogde serum-CTX-spiegel zou immers kunnen wijzen op een miskende onderliggende metabole botziekte.) Die vrouwen werden echter wel meegeteld bij de sensitiviteitsanalyse.Tijdens een gemiddelde follow-up van 3,8 jaar (maximum 5,8 jaar) heeft 11% van de vrouwen één of meer osteoporotische fracturen opgelopen (van wie 3% één of meer heupfracturen). De serum-CTX-concentratie voorspelde die incidente osteoporotische fracturen niet, maar correleerde wel significant met latere heupfracturen (stijging van het risico met 34% bij elke stijging met een standaarddeviatie van de CTX-spiegel; HR 1,34; 95% BI 1,03-1,75). Een soortgelijke en even significante correlatie werd waargenomen na correctie voor 26 andere variabelen in de sensitiviteitsanalyse.De serum-CTX-concentratie is een significante voorspeller van het risico op heupfractuur na correctie voor de waarschijnlijkheid van heupfractuur volgens de FRAX-schaal zonder rekening te houden met de botdichtheid (HR 1,32; 95% BI 1,01-1,71). Dat was echter niet meer zo na correctie voor de botdichtheid (HR 1,16; 95% BI 0,89-1,51).Die resultaten moeten uiteraard nog worden bevestigd door andere studies, maar we kunnen toch al concluderen dat de serumconcentratie van CTX heupfracturen bij oudere vrouwen kan voorspellen als toegang tot meting van de botdichtheid moeilijk is.WCO-IOF-ESCEO 2018, Krakau, Polen 19-22 april. Naar een mondelinge presentatie van poster P656.