Vaak kijken we alleen naar de gewrichts- en botafwijkingen bij patiënten met reumatoïde artritis en vergeten we de rest. Dr. Piero Ruscitti heeft in Italië een prospectieve studie van drie jaar uitgevoerd, die bevestigt dat atherosclerose en de daaruit voortvloeiende complicaties integraal deel uitmaken van het landschap van reumatoïde artritis. De belangrijkste en meest hoopgevende boodschap van de studie is echter dat je het cardiovasculaire risico als gevolg van atherosclerose bij die patiënten met 80% verlaagt als je erin slaagt een remissie te bewerkstelligen. Een nieuw argument voor de 'treat to target'-strategie bij reumatoïde artritis.

Er bestaat een sterk verband tussen het zenuwstelsel en het immuunsysteem, de inflammatoire reflex. Waarom dan niet proberen de nervus vagus te stimuleren om in te werken op het ontstekingsproces en de productie van cytokines te verlagen? Dat zou gunstige effecten kunnen hebben op de symptomen en op de evolutie van de structurele letsels bij patiënten met reumatoïde artritis.

Prof. Philippe Carron (reumatologie, UZ Gent) mocht de plenaire sessies van het congres van de EULAR 2019 openen als moderator van een symposium over de goede praktijk bij de aanpak van spondylitis ankylosans. Eén cijfer viel echt op in de uiteenzettingen: gemiddeld duurt het 8 jaar voor de diagnose van spondylitis ankylosans wordt gesteld en voor die patiënten dus een specifieke behandeling krijgen. Om aan die "ongedekte behoefte" te voldoen, doet prof. Carron twee interessante initiatieven uit de doeken, een Engels en een Belgisch, om het diagnostische proces te versnellen.

Prof. Philip Mease (University of Washington, Seattle), een wereldautoriteit inzake psoriatische artritis, geeft een stand van zaken en vat de toekomstige ontwikkelingen betreffende de behandeling van psoriatische artritis samen. Hij vindt het belangrijk dat we kunnen beschikken over een brede waaier van therapeutische opties om patiënten met die complexe aandoening met meerdere vertakkingen een behandeling op maat te kunnen voorschrijven.

Prof. Philip Mease (University of Washington, Seattle) heeft op het congres in Madrid de geüpdatete resultaten gepresenteerd van de FUTURE 5-studie. Na een follow-up van 2 jaar (104 weken) verminderde secukinumab de radiografische verergering van de letsels van psoriatische artritis en bleef de klinische respons gehandhaafd zowel wat de artritis (ACR20- en ACR50-respons) als wat de huidletsels (PASI90) betreft.

Zowel de ziekte als de behandeling die je voorschrijft, kan sterke invloed hebben op de seksualiteit en de vruchtbaarheid van mannen met een chronische reumatische ontstekingsziekte. En dat is niet onbelangrijk aangezien almaar meer adolescenten en mannen in de bloei van hun leven erdoor worden getroffen. Tijdens de sessie over vruchtbaarheid, die hoofdzakelijk ging over problemen bij vrouwen, herinnerde prof. Monika Østensen (Noorwegen) eraan dat ook mannen een zware tol moeten betalen, maar dat het onderwerp taboe blijft. Het is dus voor de artsen belangrijk om die onderwerpen open met hun patiënten aan te kaarten.

De therapeutische opties bij psoriatische artritis zijn de laatste jaren sterk toegenomen zodat reumatologen nu beter een behandeling op maat kunnen voorschrijven volgens de bijzonderheden van elke patiënt afzonderlijk. Maar soms kan die keuze ook moeilijk zijn. Vandaar het belang van studies, die verschillende geneesmiddelen onderling vergelijken. Zo werd tijdens de 'Late Breaking Abstracts'-sessie een studie gepresenteerd die adalimumab heeft vergeleken met ixekizumab bij patiënten met een psoriatische artritis die niet hadden gereageerd op minstens één conventioneel DMARD.

De 'Late Breaking Abstracts'-sessie heeft heel wat informatie opgeleverd over nieuwe geneesmiddelen die worden ontwikkeld voor de behandeling van allerhande auto-immune reumatische aandoeningen, waaronder een eerste fase 3-studie met filgotinib bij patiënten met een reumatoïde artritis die niet hadden gereageerd op methotrexaat. Filgotinib is een orale, selectieve JAK1-remmer. We hebben met veel belangstelling uitgekeken naar de resultaten van die studie, ook al omdat filgotinib de vrucht is van onderzoek van Galapagos, een biotechnologisch bedrijf gevestigd in Mechelen.

Jicht doet niet alleen pijn en is invaliderend. Een te hoog urinezuurgehalte verhoogt het risico op cardiovasculaire accidenten en de sterfte. Maar vanaf welk urinezuurgehalte? Om die vraag te beantwoorden, heeft een groep Spaanse vorsers de sterfte geëvalueerd bij patiënten met een urinezuurgehalte van 6 mg/dl of meer.

De MAXIMISE-studie is de eerste gerandomiseerde, gecontroleerde studie die de werkzaamheid van een biologisch geneesmiddel, in casu secukinumab, heeft onderzocht op de axiale verschijnselen van psoriatische artritis bij patiënten bij wie NSAID's waren mislukt. Dr. Xenofon Baraliakos (Ruhr-Universität Bochum, Duitsland) heeft de eerste resultaten van die studie na een follow-up van 12 weken gepresenteerd voor de vele congresgangers die naar Madrid waren afgezakt voor het congres 2019 van de EULAR.

De HOPE-studie heeft aangetoond dat prednisolon 10 mg/d gedurende 6 weken de pijn en het functioneren verbetert bij patiënten met een ernstige artrose van de hand. Artrose van de handen kan zeer invaliderend zijn, de prevalentie ervan neemt gestaag toe gezien de vergrijzing van de bevolking, maar helaas is ons therapeutische arsenaal vrij beperkt. Het letterwoord 'HOPE' is dan ook ten volle gewettigd.

Corticosteroïden geleidelijk verlagen en dan volledig stopzetten zou in de toekomst een ernstige optie kunnen worden bij patiënten met een reumatoïde artritis (RA) die in remissie of weinig actief is tijdens een behandeling met tocilizumab (al dan niet in combinatie met een conventioneel synthetisch DMARD). Dat blijkt uit de resultaten van de SEMIRA-studie, een Duitse fase 3b/4-studie.

Over het risico op ontwikkeling van kanker bij gebruik van TNF-alfa-antagonisten bij patiënten met psoriatische artritis bestaat onvoldoende stevige informatie. Een studie bij 8.000 patiënten uit vier grote cohorten in het noorden van Europa (IJsland, Zweden, Denemarken en Finland) levert eindelijk het bewijs dat TNF-alfa-antagonisten het risico op kanker in het algemeen, longkanker, borstkanker, prostaatkanker, pancreaskanker, endometriumkanker, kanker van het CZS, melanoom of colorectale kanker niet verhogen. Slechts één schaduwbeeld: een hoger risico op lymfoom, dat prof. Lene Dreyer (Aalborg, Denemarken) momenteel toeschrijft aan het effect van de ziekte op het immuunsysteem. Verder onderzoek is nodig om TNF-alfa-antagonisten, die een complexe rol spelen bij het ontstaan en de evolutie van kanker, definitief vrij te pleiten.

Dr. Marc de Meulemeester (huisarts) is geboeid door de reumatologie en met name door jicht, volgens hem een 'ziekte voor de huisarts'. Dr. de Meulemeester heeft zeer actief deelgenomen aan het Belgische deel van een pan-Europese peiling over de huidige behandeling van jicht in 14 landen van de Europese Unie. Het wetenschappelijke comité van de EULAR heeft hem daarom uitgenodigd om de belangrijkste resultaten ervan te presenteren. De incidentie van jicht stijgt sterk, er bestaan eenvoudige en effectieve behandelingen voor en toch blijkt uit de peiling dat de diagnose van jicht nogal eens wordt gemist en dat jicht niet goed wordt behandeld. De patiënt blijft dan alleen achter met zijn pijn, zijn handicap en vooral zijn cardiovasculaire risico, dat niet onbelangrijk is. Het is tijd om in actie te komen en om jicht uit zijn impasse te halen.