...

In België zouden 10 tot 100 op de 1.000 vrouwen en 5 tot 20 op de 1.000 mannen een carpaletunnelsyndroom vertonen. Weinig precieze cijfers dus en bovendien blijkt de prevalentie ervan ook te variëren van land tot land. De frequentste oorzaken van een carpaletunnelsyndroom zijn traumata en overbelasting, met name bij beroepsactiviteiten met een repetitieve en statische belasting van de pols. Een carpaletunnelsyndroom is echter ook een frequente complicatie van reumatoïde artritis. Vorsers hebben tussen 1980 en 2019 een retrospectief cohortonderzoek uitgevoerd bij de bewoners van een gegeven streek die beantwoordden aan de ACR-criteria voor RA van 1987. De patiënten waren gemiddeld 56,1 jaar oud. 69% waren vrouwen en 63% was reumafactor positief of had CCP-antistoffen. De patiënten werden gematcht met mensen van dezelfde leeftijd en hetzelfde geslacht zonder RA. Alle deelnemers werden gevolgd tot hun overlijden, een verhuis of uiterlijk tot einde 2023. De prevalentie van carpaletunnelsyndroom voor of bij het stellen van de diagnose van RA was 13% bij de RA-patiënten en 6% bij de mensen zonder RA (OR: 2,30; 95% BI: 1,75-3,03). Twee jaar of langer voor het stellen van een diagnose van RA was de incidentie van carpaletunnelsyndroom circa 1,5-maal hoger bij de RA-patiënten dan bij de mensen zonder RA. Dat zou erop kunnen wijzen dat een carpaletunnelsyndroom een vroeg teken van reumatoïde artritis zou kunnen zijn. De prevalentie van carpaletunnelsyndroom voor het stellen van de diagnose van RA was hoger bij de patiënten met een seronegatieve RA dan bij de patiënten met een seropositieve RA en die patiënten hebben ook vaker een carpaletunnelsyndroom ontwikkeld na het stellen van de diagnose van RA. Wat kunnen we daaruit afleiden voor de klinische praktijk? Dat je bij een persisterend carpaletunnelsyndroom moet denken aan de mogelijkheid van een (ogenschijnlijk) stille RA. Referentie: Carpal Tunnel Syndrome Is an Early Unrecognized Feature of Rheumatoid Arthritis: A Population-Based Study. Roslin Jose George et al.