De hoeveelheid calcium die via de voeding wordt ingenomen, is de factor die het best correleert met het verwerven van een optimale piekbotmassa rond de leeftijd van 20 jaar. Het is ruimschoots aangetoond dat een toereikende calciuminname tijdens de puberteit en lichaamsbeweging met belasting de beste manier zijn om een optimale piekbotmassa te bereiken, zowel bij jongens als bij meisjes.
Op basis van die vaststelling is het logisch te veronderstellen dat andere perioden of levensomstandigheden die net zoals de puberteit gekenmerkt worden door een snelle botremodellering (kinderjaren, zwangerschap, periode van borstvoeding, menopauze, veroudering) ook baat zouden kunnen vinden bij een optimale calciuminname (via de voeding en/of supplementen).
De beschikbare gegevens gaan in die zin, maar je moet er wel rekening mee houden dat de efficiëntie van de calciumabsorptie sterk varieert volgens de leeftijd: van ongeveer 80% tijdens de eerste kinderjaren tot ongeveer 40% bij adolescenten en hooguit ± 5% bij bejaarden.
De leeftijd is overigens maar één van de factoren die invloed uitoefenen op de calciumabsorptie. Andere zijn de serumspiegel van 25-hydroxyvitamine D en de samenstelling van de voeding. Een voeding die veel voedingsvezels of oxalaten bevat, vermindert de absorptie, terwijl een glucose- of eiwitrijke voeding de calciumabsorptie verhoogt. De voeding heeft ook een effect op de excretie van het geabsorbeerde calcium: cafeïne en natrium verhogen de calciumexcretie. In dat verband moet worden vermeld dat een hoge eiwitinname de calciumabsorptie verhoogt, wat echter in grote mate wordt geneutraliseerd door een parallelle secundaire stijging van de calciumexcretie.
Ook de serumcalciumspiegel is een belangrijk element wat de efficiëntie van de absorptie betreft. Calcium kan worden geabsorbeerd door passieve diffusie en in mindere mate volgens de osmotische gradiënt (de absorptie is dan evenredig aan de concentratie in het lumen van het spijsverteringskanaal) en/of door actief transport (vooral als de calciuminname lager is dan 500 mg/d) (trager botverlies). Vrouwen, die meer calcium innemen via de voeding, reageren minder duidelijk.
Longitudinale cohortonderzoeken hebben aangetoond dat een hoge calciuminname via de voeding correleert met een lager risico op fracturen en ook gunstige cardiovasculaire en cerebrovasculaire effecten heeft en de totale sterfte verlaagt, en dat al vanaf drie porties van calciumrijke voedingsproducten per dag.
Daarom en gezien het feit dat calcium noodzakelijk is voor de botaanmaak en de gezondheid van het bot heeft de International Osteoporosis Foundation het initiatief genomen om de calciuminname via de voeding wereldwijd in kaart te brengen met het oog op gerichte acties om de gezondheid van het bot te verbeteren.
Er zijn al gegevens van 72 landen bekend (figuur 1). De calciuminname via de voeding blijkt sterk te verschillen: van 288 mg/d in Nigeria tot 1.151 mg/d in Nederland en verschilt ook volgens de geografische situatie en het levensniveau (figuur 2). Gewoonlijk eten mannen meer calcium dan vrouwen en blijkt de leeftijd weinig invloed te hebben op de calciuminname.
Te volgen.
Naar de mededelingen van B Dawson Hughes, E Balk en PR Ebeling op het symposium Global differences in dietary calcium intake,
WCO-IOF-ESCO, Firenze 23-26 maart 2017.