Longemfyseem wordt gedefinieerd als een irreversibele beschadiging van het epitheel van de alveoli. Het epitheel kan herstellen, maar dat proces zou onvoldoende zijn waardoor het longlijden verergert.
...
De type 2-epitheelcellen (AT2) spelen een cruciale rol bij het herstel: ze fungeren als volwassen stamcellen die zichzelf kunnen vermenigvuldigen en differentiëren tot type 1 alveolaire cellen (AT1) om het epitheel te herstellen. Op het ATS-congres werd een studie gepresenteerd uitgevoerd bij muizen, die een beter inzicht geeft in de mechanismen die meespelen bij de pathogenese van door sigaretten veroorzaakte longletsels (1). De proefdieren werden gedurende drie maanden blootgesteld aan kamerlucht of sigarettenrook. Een subgroep werd meteen na blootstelling aan de rook gedood en de andere dieren werden dan in een ruimte met kamerlucht gebracht gedurende een maand om de herstelmechanismen de tijd te geven hun eventuele effecten uit te oefenen. De muizen die gedurende drie maanden waren blootgesteld aan sigarettenrook, hadden significant minder AT2-cellen dan de controlemuizen. De populatie van AT1-cellen was niet veranderd. Soortgelijke resultaten zijn waargenomen bij de muizen na een herstelperiode van een maand. Dat wijst erop dat de door rook veroorzaakte letsels van het alveolaire epitheel in die korte tijd niet genezen. Door RNA-sequencing hebben de vorsers vastgesteld dat de signalisatiewegen die meespelen bij de vermenigvuldiging van de AT2-cellen en hun differentiatie naar AT1-cellen, niet werden geactiveerd na beschadiging door de rook. Volgens de auteurs is het wellicht wenselijk de herstelmechanismen te ontrafelen in een poging een behandeling te vinden voor emfyseem. Is cannabisrook echt onschadelijk? Gebruikers denken dat het roken van cannabis geen schadelijke effecten heeft op de longen. En inderdaad, het longfunctieonderzoek geeft dan niet altijd duidelijk abnormale uitkomsten. In verschillende studies is echter vastgesteld dat mensen die cannabis roken, meer ademhalingssymptomen hebben dan niet-rokers. Om een verklaring te vinden voor die ogenschijnlijke paradox hebben vorsers een CT-scan van de longen en een xeon 129-MRI uitgevoerd. Die twee technieken zijn gevoeliger bij de detectie van longafwijkingen dan een longfunctieonderzoek. De vorsers (2) hebben proefpersonen die cannabis rookten sinds minder dan een jaar, en proefpersonen die nooit cannabis hadden gerookt, uitgenodigd de SGRQ en de CAT-vragenlijst in te vullen. Daarna hebben ze een longfunctieonderzoek, een CT-scan tijdens inspiratie en een Xe129-MRI uitgevoerd. Cannabisrokers hadden significant hogere scores op de SGRQ en de CAT, wat wees op meer ademhalingssymptomen. Er is geen significant verschil in longfunctie gemeten tussen de twee groepen en er is evenmin een verschil in dichtheid van de longen waargenomen bij een CT-scan. Met een Xe129-MRI zijn echter significante afwijkingen van de alveolocapillaire membraan waargenomen bij de cannabisrokers. Volgens de auteurs wijst dat op een vroege ontsteking van de luchtwegen door inhalatie van toxines die ontstaan bij de verbranding van cannabis. De auteurs concluderen dan ook dat cannabis roken invloed kan hebben bij jongvolwassenen, zelfs als ze nog niet lang roken. Referenties: 1. Ma X. et al. Failure of Alveolar Regeneration Following Cigarette Smoke-induced Chronic Lung Injury. Am J Respir Crit Care Med 2024;209:A1046 2. Eddy R.L. et al. Quantifying the Impact of Cannabis Smoking in Lungs of Young Adults Using CT and 129Xe MRI. Am J Respir Crit Care Med 2024;209:A1256