Als je de behandeling van pulmonale arteriële hypertensie (PAH) start met een combinatie van drie geneesmiddelen waaronder prostacyclines i.v. en s.c. bij een patiënt die nog niet wordt behandeld, is het overlijdensrisico 65% lager dan als de behandeling wordt gestart met één of een combinatie van twee geneesmiddelen. Conclusie: een agressief beleid loont.
Deze studie werd in Frankrijk tussen 2006 en 2016 uitgevoerd bij 1.295 patiënten bij wie pas een diagnose was gesteld van idiopathische, hereditaire of medicamenteuze pulmonale arteriële hypertensie functionele klasse II-IV, die dus nog geen behandeling kregen. Bij 64% van de patiënten werd de behandeling gestart met één geneesmiddel, bij 35% met een combinatie van twee geneesmiddelen en bij 5% met een combinatie van drie geneesmiddelen.
De combinatietherapieën omvatten prostacyclines i.v. en s.c.. De patiënten die een drievoudige combinatietherapie kregen, waren jonger en hun hemodynamische toestand was ernstiger. De driejaarsoverleving werd dan vergeleken met de voorspelde overleving volgens de French Registry Equation (Humbert 2010). De driejaarsoverleving was altijd beter dan de voorspelde: 73% met één geneesmiddel versus 63%, 72% met een combinatie van twee geneesmiddelen versus 57% en 90% met een combinatie van drie geneesmiddelen versus 46%.
Na correctie voor meerdere variabelen (leeftijd, geslacht, functionele klasse, afstand die de patiënt in zes minuten kon afleggen, bloeddruk rechts en cardiale index) was het overlijdensrisico 65% lager met een initiële combinatie van drie geneesmiddelen dan met een combinatie van twee geneesmiddelen of een monotherapie en het verschil was zeer significant (p = 0,003). Dat pleit ervoor om de behandeling bij patiënten met een pulmonale arteriële hypertensie die nog niet worden behandeld, te starten met een combinatie van drie geneesmiddelen.
Ref: Boucly A. et al. OA271, ERS 2018, Parijs.
Deze studie werd in Frankrijk tussen 2006 en 2016 uitgevoerd bij 1.295 patiënten bij wie pas een diagnose was gesteld van idiopathische, hereditaire of medicamenteuze pulmonale arteriële hypertensie functionele klasse II-IV, die dus nog geen behandeling kregen. Bij 64% van de patiënten werd de behandeling gestart met één geneesmiddel, bij 35% met een combinatie van twee geneesmiddelen en bij 5% met een combinatie van drie geneesmiddelen. De combinatietherapieën omvatten prostacyclines i.v. en s.c.. De patiënten die een drievoudige combinatietherapie kregen, waren jonger en hun hemodynamische toestand was ernstiger. De driejaarsoverleving werd dan vergeleken met de voorspelde overleving volgens de French Registry Equation (Humbert 2010). De driejaarsoverleving was altijd beter dan de voorspelde: 73% met één geneesmiddel versus 63%, 72% met een combinatie van twee geneesmiddelen versus 57% en 90% met een combinatie van drie geneesmiddelen versus 46%. Na correctie voor meerdere variabelen (leeftijd, geslacht, functionele klasse, afstand die de patiënt in zes minuten kon afleggen, bloeddruk rechts en cardiale index) was het overlijdensrisico 65% lager met een initiële combinatie van drie geneesmiddelen dan met een combinatie van twee geneesmiddelen of een monotherapie en het verschil was zeer significant (p = 0,003). Dat pleit ervoor om de behandeling bij patiënten met een pulmonale arteriële hypertensie die nog niet worden behandeld, te starten met een combinatie van drie geneesmiddelen.Ref: Boucly A. et al. OA271, ERS 2018, Parijs.