De Italiaanse onderzoekers hebben de neuropsychiatrische bijwerkingen bij de behandeling van epilepsie als gevolg van een hersentumor geëvalueerd. Dat is geen zeldzaam verschijnsel: 20-40%van de patiënten met een hersentumor krijgt epilepsie. Naast de behandeling van de kanker is de behandeling van die patiënten een hele uitdaging aangezien hun levenskwaliteit vooral zal afhangen van de mate van controle van de epilepsieaanvallen, zoals bij alle patiënten met epilepsie, maar ook van de aanpak van eventuele bijwerkingen.

"Er treden vaker bijwerkingen op bij epilepsiepatiënten met een hersentumor dan bij andere patiënten", zegt Michele Romoli. "Klinische studies hebben aangetoond dat 24% van die patiënten hun anti-epileptica stopzet tegenover 0,5 tot 12% van de epilepsiepatiënten zonder kanker. Zeer vaak treden neuropsychiatrische bijwerkingen op: 50% cognitieve deficiëntie, 33% abnormale toename van de angst en een derde van de patiënten ontwikkelt een ernstige depressie."

Slecht begrepen

De researchers hebben een multicentrisch, prospectief, observationeel onderzoek uitgevoerd bij 259 patiënten die een heelkundige ingreep hadden ondergaan. Alle patiënten kregen een anti-epilepticum in monotherapie (naar keuze van de arts). De neuropsychiatrische bijwerkingen werden geëvalueerd met de NPI-12-vragenlijst voor de start van behandeling met anti-epileptica en twee tot vijf maanden later naargelang van de toestand van de patiënt.

De patiënten waren gemiddeld 52,9 ± 14,8 jaar oud. 54,4% was van het mannelijke geslacht. In 49% van de gevallen ging het om een tumor in de linkerhersenhelft en in 4,2% van de gevallen om een bilaterale tumor. Meestal ging het om een glioblastoom (42,9%) of een astrocytoom (16,6%). In 7,3% van de gevallen ging het om hersenmetastasen. In de helft van de gevallen lag de tumor in de frontale kwab. Het meest gebruikte anti-epilepticum was levetiracetam (LVT) (58,3%).

Verbazende resultaten

De Italiaanse onderzoekers hebben een duidelijk verband waargenomen tussen het optreden van neuropsychiatrische bijwerkingen en het gebruik van LVT (OR = 7,94; 95% BI = 1,68-37,56; p < 0,01) en een tumor in de frontale kwab (OR = 7,73; 95% BI = 2,36-25,27; p < 0,001). De frequentie van agitatie, angst en prikkelbaarheid was 20-maal hoger bij behandeling met LVT dan bij behandeling met een ander anti-epilepticum. Die neuropsychiatrische bijwerkingen waren ook frequenter bij patiënten met een tumor in de frontale kwab. Patiënten met een tumor in de frontale kwab die werden behandeld met LVT, vertoonden veel vaker neuropsychiatrische bijwerkingen dan de andere.

Bij multivariate analyse werd vastgesteld dat radiotherapie, chemotherapie en het gebruik van steroïden alleen of in combinatie geen significant effect hadden op de neuropsychiatrische bijwerkingen.

"Het betreft een prospectieve, observationele studie. De resultaten van de studie mogen dus niet worden geëxtrapoleerd, maar zouden de basis moeten vormen voor een grotere studie", zegt de Italiaanse specialist.

Tot besluit, vindt Romoli dat een nauwgezette follow-up van die patiënten meer dan noodzakelijk is om neuropsychiatrische bijwerkingen zo snel mogelijk op te vangen en om de behandeling dienovereenkomstig aan te passen. Langetermijnstudies zijn noodzakelijk om het verband tussen de bijwerkingen en stopzetting van de medicatie beter te analyseren en om de evolutie van die bijwerkingen te evalueren.

Romoli M et al. Neuropsychiatric adverse events of antiepileptic drugs in patients with brain tumour related epilepsy: an Italian multicentre prospective study. EAN 2017 Abstract#O1225

De Italiaanse onderzoekers hebben de neuropsychiatrische bijwerkingen bij de behandeling van epilepsie als gevolg van een hersentumor geëvalueerd. Dat is geen zeldzaam verschijnsel: 20-40%van de patiënten met een hersentumor krijgt epilepsie. Naast de behandeling van de kanker is de behandeling van die patiënten een hele uitdaging aangezien hun levenskwaliteit vooral zal afhangen van de mate van controle van de epilepsieaanvallen, zoals bij alle patiënten met epilepsie, maar ook van de aanpak van eventuele bijwerkingen. "Er treden vaker bijwerkingen op bij epilepsiepatiënten met een hersentumor dan bij andere patiënten", zegt Michele Romoli. "Klinische studies hebben aangetoond dat 24% van die patiënten hun anti-epileptica stopzet tegenover 0,5 tot 12% van de epilepsiepatiënten zonder kanker. Zeer vaak treden neuropsychiatrische bijwerkingen op: 50% cognitieve deficiëntie, 33% abnormale toename van de angst en een derde van de patiënten ontwikkelt een ernstige depressie."Slecht begrepenDe researchers hebben een multicentrisch, prospectief, observationeel onderzoek uitgevoerd bij 259 patiënten die een heelkundige ingreep hadden ondergaan. Alle patiënten kregen een anti-epilepticum in monotherapie (naar keuze van de arts). De neuropsychiatrische bijwerkingen werden geëvalueerd met de NPI-12-vragenlijst voor de start van behandeling met anti-epileptica en twee tot vijf maanden later naargelang van de toestand van de patiënt. De patiënten waren gemiddeld 52,9 ± 14,8 jaar oud. 54,4% was van het mannelijke geslacht. In 49% van de gevallen ging het om een tumor in de linkerhersenhelft en in 4,2% van de gevallen om een bilaterale tumor. Meestal ging het om een glioblastoom (42,9%) of een astrocytoom (16,6%). In 7,3% van de gevallen ging het om hersenmetastasen. In de helft van de gevallen lag de tumor in de frontale kwab. Het meest gebruikte anti-epilepticum was levetiracetam (LVT) (58,3%).Verbazende resultatenDe Italiaanse onderzoekers hebben een duidelijk verband waargenomen tussen het optreden van neuropsychiatrische bijwerkingen en het gebruik van LVT (OR = 7,94; 95% BI = 1,68-37,56; p < 0,01) en een tumor in de frontale kwab (OR = 7,73; 95% BI = 2,36-25,27; p < 0,001). De frequentie van agitatie, angst en prikkelbaarheid was 20-maal hoger bij behandeling met LVT dan bij behandeling met een ander anti-epilepticum. Die neuropsychiatrische bijwerkingen waren ook frequenter bij patiënten met een tumor in de frontale kwab. Patiënten met een tumor in de frontale kwab die werden behandeld met LVT, vertoonden veel vaker neuropsychiatrische bijwerkingen dan de andere.Bij multivariate analyse werd vastgesteld dat radiotherapie, chemotherapie en het gebruik van steroïden alleen of in combinatie geen significant effect hadden op de neuropsychiatrische bijwerkingen."Het betreft een prospectieve, observationele studie. De resultaten van de studie mogen dus niet worden geëxtrapoleerd, maar zouden de basis moeten vormen voor een grotere studie", zegt de Italiaanse specialist. Tot besluit, vindt Romoli dat een nauwgezette follow-up van die patiënten meer dan noodzakelijk is om neuropsychiatrische bijwerkingen zo snel mogelijk op te vangen en om de behandeling dienovereenkomstig aan te passen. Langetermijnstudies zijn noodzakelijk om het verband tussen de bijwerkingen en stopzetting van de medicatie beter te analyseren en om de evolutie van die bijwerkingen te evalueren.Romoli M et al. Neuropsychiatric adverse events of antiepileptic drugs in patients with brain tumour related epilepsy: an Italian multicentre prospective study. EAN 2017 Abstract#O1225