...

De lever wordt zwaar op de proef gesteldMASLD is frequent bij hiv-positieve patiënten. In januari 2024 is in het tijdschrift FRONT PUBLIC HEALTH een studie gepubliceerd waarvoor de auteurs 36 studies uitgevoerd in 13 Europese landen hebben geanalyseerd. In die studie bedroeg de prevalentie van NAFLD, steatohepatitis (de inflammatoire vorm van NAFLD) en leverfibrose respectievelijk 42%, 35% en 13%. Risicofactoren voor NAFLD waren het mannelijke geslacht, de BMI, diabetes, hypertensie, de middelomtrek, een metabool syndroom, dyslipidemie, de serumtriglyceriden, de HDL, de LDL, de SGOT, de SGPT, de duur van de antiretrovirale behandeling en bepaalde antiretrovirale middelen. Een zeer hoge BMI en hypertriglyceridemie voorspelden evolutie naar een ernstiger ziektebeeld zoals steatohepatitis en fibrose. De lever van hiv-geïnfecteerde patiënten heeft het dus zwaar te verduren als gevolg van vetten, het hepatitis C-virus, het hepatitis B-virus en alcohol. Hepatitis C en hepatitis B kunnen worden behandeld en je kan een programma voor alcoholstop opstarten, maar er bestaat eigenlijk geen goede behandeling voor leververvetting. De SLIM LIVER-studie geeft dan ook belangrijke informatie over de behandeling van MASLD.SLIM LIVER-studieDie studie met één behandelingsgroep is uitgevoerd bij 51 hiv-positieve patiënten die een antiretrovirale behandeling kregen, een middelomtrek hadden van minstens 95 cm (mannen) of 84 cm (vrouwen), insulineresistentie of prediabetes vertoonden en bij wie de hoeveelheid intrahepatische triglyceriden bij MRI-PDFF (magnetic resonance imaging derived proton density fat fraction) minstens 5% bedroeg. 57% van de patiënten waren mannen, 37% vrouwen en 6% transgendervrouwen.De gemiddelde leeftijd was 57 jaar, de gemiddelde BMI 35 kg/m² en de gemiddelde middelomtrek 114 cm. Het gemiddelde aantal CD4-cellen bij inclusie was 701/mm³ en 8% had een voorgeschiedenis van hepatitis C.De antiretrovirale behandeling bestond in een integraseremmer (82% van de patiënten), NNRTI's (22%) en een proteaseremmer (4%).49 patiënten hebben de studie afgewerkt. De behandeling bestond in semaglutide in een stijgende dosering s.c. eenmaal per week: 0,25 mg tijdens de eerste 2 weken, 0,50 mg tijdens de volgende 2 weken en daarna 1 mg gedurende 20 weken. Totale duur van de follow-up: 6 maanden.Daling van de hoeveelheid vet in de lever met 31%De belangrijkste resultaten zijn:Slechts één patiënt heeft de behandeling met semaglutide stopgezet wegens nausea. Al bij al werd semaglutide goed verdragen. Er zijn slechts 2 graad 3-bijwerkingen gerapporteerd en geen enkele graad 4-bijwerking.Tot besluit, die studie vormt een belangrijke mijlpaal bij de behandeling van MASLD bij hiv-geïnfecteerde patiënten. Ze leert dat semaglutide doeltreffend is en goed wordt verdragen. Er moeten uiteraard nog enkele praktische vragen worden beantwoord zoals: "Wat is de ideale timing om semaglutide stop te zetten?", "Welke patiënten vinden het meeste baat bij semaglutide?" en "Heeft semaglutide invloed op de chronische ontsteking en de fibrose van de lever?"Ref.: Lake J. et al. Abstract 159, CROI 2024, Denver.