Tijdens de CROI 2025 is een studie gepresenteerd uitgevoerd bij patiënten van de grote Amerikaanse OPERA-cohorte die de persistentie, de virologische werkzaamheid en het naleven van het behandelingsschema in het reële leven gedurende drie jaar heeft onderzocht bij overschakeling van hiv-dragers met een onmeetbaar lage viruslast op de combinatie CAB + RPV LA.
...
OPERA-cohorte De OPERA-cohorte is een gegevensbank die longitudinale geanonimiseerde gegevens over gezondheidszorg verzamelt in 148 steden in 26 Amerikaanse staten, waaronder de gegevens van 14% van de hiv-dragers in de Verenigde Staten. De vorsers hebben hun studie uitgevoerd bij 2.858 patiënten uit die cohorte. De patiënten waren gemiddeld 39 jaar oud, 16% waren vrouwen, de diagnose van hiv-infectie was gemiddeld zes jaar eerder gesteld, 24% had een voorgeschiedenis van aids, 39% had een BMI hoger dan 30 kg/m², het gemiddelde aantal CD4-cellen bij inclusie was 698/mm³ en 78% kreeg een antiretrovirale behandeling op basis van een integraseremmer. Voortzetting van de behandeling en naleven van het behandelingsschema in het reële leven Bij overschakeling op de combinatie CAB + RPV LA werden eerst twee injecties gegeven met een tussenpoos van een maand (n = 2.626 patiënten). Tijdens de onderhoudsfase werd CAB + RPV LA maandelijks of om de twee maanden toegediend (n = 2.401). Tijdens de initiatiefase heeft 83% van de patiënten de eerste twee injecties op tijd gekregen, d.w.z. met een tussenpoos van 67 dagen. Tijdens de onderhoudsfase heeft 60% van de patiënten het toedieningsschema scrupuleus nageleefd, d.w.z. binnen een vork van 23-37 dagen bij maandelijkse injecties en binnen een vork van 53-67 dagen bij injectie om de twee maanden. Tijdens de follow-up van drie jaar is bij 30% van de patiënten minstens één injectie te laat toegediend en heeft 11% een injectie overgeslagen. Eén van de belangrijkste redenen voor te laat of niet toedienen van de behandeling heeft direct te maken met een typisch Amerikaans probleem, de privéziekteverzekering. Virologische werkzaamheid in het reële leven Bij 95% van de patiënten is de viruslast onmeetbaar laag gebleven gedurende de hele studie. Bij de laatste test hadden ze een viruslast < 50 kopieën/ml. 83% van de patiënten heeft nooit een blip vertoond. Bij de patiënten van wie gegevens over de viruslast bekend waren na 6, 12 en 24 maanden follow-up, bedroeg het percentage virale suppressie (< 50 kopieën/ml) respectievelijk 94%, 95% en 96%. Slechts bij 32 patiënten (1%) is een bevestigde virologische mislukking vastgesteld. Meestal (n = 17) is die vastgesteld tijdens de eerste zes maanden van de follow-up. Het aantal gevallen van virologisch succes en het aantal gevallen van virologische mislukking waren vergelijkbaar ongeacht de BMI (lager of hoger dan 30 kg/m²). Tot besluit, in deze studie uitgevoerd in het reële leven tijdens de eerste drie jaar dat de combinatie CAB + RPV LA in de Verenigde Staten te verkrijgen was, hebben de meeste patiënten die waren overgeschakeld op CAB + RPV LA, het behandelingsschema goed nageleefd en de behandeling voortgezet. Bij 95% van de patiënten bleef het virus onderdrukt, ongeacht de BMI bij inclusie in de studie. Een geruststellende vaststelling is voorts dat er zelden een bevestigde virologische mislukking is opgetreden. Ref.: Sension M. et al. Abstract 674, CROI 2025, San Francisco.