Heeft overschakeling van een klassieke drievoudige combinatietherapie op een 2DR (DTG/3TC) invloed op het totale DNA of het intacte provirale DNA van de virusreservoirs en meer in het algemeen op de dynamiek van de reservoirs? Op die vraag heeft prof. Linos Vandekerckhove (UZ Gent) geprobeerd een antwoord te geven bij de presentatie van de eerste resultaten van de Rumba-studie in Glasgow.
Tal van studies hebben overschakeling van een klassieke antiretrovirale behandeling op het 2DR DTG/3TC geëvalueerd met als primaire uitkomstmaat de viruslast in het plasma. Die studies hebben aangetoond dat overschakeling op een 2DR niet minder goed is dan voortzetting van de klassieke drievoudige combinatietherapie. Op grond van die studies raden de EACS en andere wetenschappelijke verenigingen nu het 2DR DTG/3TC als eerstelijnstherapie aan zowel bij patiënten die nog geen behandeling krijgen, als bij patiënten met een onmeetbaar lage viruslast die worden overgeschakeld op een 2DR. De reservoirs houden evenwel altijd een risico op heractivering van de infectie in.
Prof. Linos Vandekerckhove en zijn groep uit Gent hebben de Rumba-studie op touw gezet, de eerste klinische studie die het effect van overschakeling van een klassieke drievoudige combinatietherapie op een 2DR op de virusreservoirs heeft geanalyseerd.
Ze hebben hun studie uitgevoerd bij 134 patiënten met een onmeetbaar lage viruslast sinds minstens drie maanden die een drievoudige combinatietherapie kregen. De patiënten werden gerandomiseerd naar een drievoudige combinatietherapie met bictegravir/emtricitabine/TAF (n = 45) of een 2DR met dolutegravir en 3TC (n = 89). De hoeveelheid intact proviraal DNA en de totale hoeveelheid hiv-DNA werden gemeten bij inclusie en op het einde van de studie na 48 weken.
Na een jaar behandeling waren die hoeveelheden in dezelfde mate gedaald in de twee groepen.
Volgens die eerste gegevens is de dynamiek van de hiv-reservoirs vergelijkbaar bij patiënten die een drievoudige combinatietherapie krijgen, en patiënten die zijn overgeschakeld op een 2DR. Na overschakeling op het 2DR steeg noch de totale hoeveelheid DNA noch de hoeveelheid proviraal DNA in de reservoirs. Die gegevens worden momenteel nog verder geanalyseerd en zullen bij komende gelegenheden worden gepresenteerd.
Ref.: Vandekerckhove L. et al. Mondelinge presentatie abstract M042.
Tal van studies hebben overschakeling van een klassieke antiretrovirale behandeling op het 2DR DTG/3TC geëvalueerd met als primaire uitkomstmaat de viruslast in het plasma. Die studies hebben aangetoond dat overschakeling op een 2DR niet minder goed is dan voortzetting van de klassieke drievoudige combinatietherapie. Op grond van die studies raden de EACS en andere wetenschappelijke verenigingen nu het 2DR DTG/3TC als eerstelijnstherapie aan zowel bij patiënten die nog geen behandeling krijgen, als bij patiënten met een onmeetbaar lage viruslast die worden overgeschakeld op een 2DR. De reservoirs houden evenwel altijd een risico op heractivering van de infectie in. Prof. Linos Vandekerckhove en zijn groep uit Gent hebben de Rumba-studie op touw gezet, de eerste klinische studie die het effect van overschakeling van een klassieke drievoudige combinatietherapie op een 2DR op de virusreservoirs heeft geanalyseerd.Ze hebben hun studie uitgevoerd bij 134 patiënten met een onmeetbaar lage viruslast sinds minstens drie maanden die een drievoudige combinatietherapie kregen. De patiënten werden gerandomiseerd naar een drievoudige combinatietherapie met bictegravir/emtricitabine/TAF (n = 45) of een 2DR met dolutegravir en 3TC (n = 89). De hoeveelheid intact proviraal DNA en de totale hoeveelheid hiv-DNA werden gemeten bij inclusie en op het einde van de studie na 48 weken.Na een jaar behandeling waren die hoeveelheden in dezelfde mate gedaald in de twee groepen.Volgens die eerste gegevens is de dynamiek van de hiv-reservoirs vergelijkbaar bij patiënten die een drievoudige combinatietherapie krijgen, en patiënten die zijn overgeschakeld op een 2DR. Na overschakeling op het 2DR steeg noch de totale hoeveelheid DNA noch de hoeveelheid proviraal DNA in de reservoirs. Die gegevens worden momenteel nog verder geanalyseerd en zullen bij komende gelegenheden worden gepresenteerd.Ref.: Vandekerckhove L. et al. Mondelinge presentatie abstract M042.