...

CAB/RPV LA in volwassen dosering bij adolescentenDe studie werd uitgevoerd bij 144 proefpersonen van 12 tot 18 jaar die meer dan 35 kg wogen en met een onmeetbaar lage viruslast dankzij een klassieke drievoudige combinatietherapie. De gemiddelde leeftijd was 15 jaar, de BMI 19,5 kg/m² en het gewicht 48 kg. 92% van de patiënten had de infectie via verticale weg opgelopen. 49% van de patiënten waren jongens en 51% meisjes. De patiënten hebben hun klassieke drievoudige combinatietherapie stopgezet en hebben dan cabotegravir en rilpivirine per os gekregen gedurende vier weken. Daarna zijn ze overgeschakeld op i.m. injecties op twee verschillende plaatsen van cabotegravir LA (600 mg) én rilpivirine LA (900 mg). De eerste twee injecties zijn uitgevoerd met een tussenpoos van een maand. De volgende injecties werden om de twee maanden toegediend. Resultaten na 48 wekenFarmacokinetiek: de plasmaconcentraties van CAB LA en RPV LA waren vergelijkbaar met die bij volwassenen en hoger dan de IC90 van elke stof. Virologische werkzaamheid: alle proefpersonen hadden een onmeetbaar lage viruslast na 48 weken. Er is geen enkel geval van therapiefalen vastgesteld. Veiligheidsprofiel: alle proefpersonen hebben minstens één injectie gekregen (142/144) en 140 deelnemers hebben effectief alle gedurende een jaar voorziene injecties gekregen. 37% van de deelnemers heeft bijwerkingen gerapporteerd. Geen enkele patiënt heeft een 'ernstige' bijwerking vertoond. Graad ≥ 3-bijwerkingen zijn opgetreden bij slechts twee patiënten. In één geval ging het om pijn en een abces op de plaats van injectie en bij de tweede patiënt ging het om een abces, maar de patiënten hebben de behandeling voortgezet. 34% van de patiënten heeft reacties op de plaats van injectie gerapporteerd, in 92% van de gevallen graad 1-reacties. Die reacties zijn binnen zeven dagen genezen. Belangrijk om te vermelden is verder dat nagenoeg 100% van de patiënten hun voorkeur heeft uitgesproken voor de langwerkende injecteerbare vorm. Ref.: Gaur AH et al. Abstract OAB2606LB, IAS 2024, München.