Professor Jean Closset, stagemeester en voorzitter van de master specialisatie in chirurgie van de ULB, werkt al 25 jaar in het universum van de chirurgische gastro-enterologie in het Erasmus Ziekenhuis. Hij is nu hoofd van de dienst en heeft meegewerkt aan de organisatie van vijf klinieken om beter tegemoet te komen aan de epidemiologie van maag-darmaandoeningen en de verwachtingen van de patiënten.
...
De incidentie van maag-darmaandoeningen (chronische inflammatoire darmaandoeningen, slokdarmkanker, colorectale kanker, pancreaskanker, hepatocellulair carcinoom,...) is de laatste jaren gestegen. Als gevolg van de epidemie van diabetes is ook metabole chirurgie toegenomen. Hoe reageert een groot universitair ziekenhuis daarop? Prof. Jean Closset: "We hebben zeer snel de dienst chirurgische gastro-enterologie van het Erasmus Ziekenhuis georganiseerd in vijf klinieken: een leverkliniek (leverchirurgie en lever- en niertransplantatie), een kliniek voor inflammatoire aandoeningen en kanker van de darmen, het colon en het rectum, een kliniek voor pancreaschirurgie, metabole aandoeningen en pathologische obesitas en een slokdarm-maagkliniek (die zich bezighoudt met slokdarm- en maagkanker en GOR). Daarnaast hebben we nog een eenheid voor chirurgie van pasgeborenen en zuigelingen. Elke kliniek heeft haar eigen team, maar we vormen ook en vooral een dienst waarin iedereen solidair is."Waarom die doorgedreven specialisatie?"We hebben de dienst zo georganiseerd om twee redenen. Ten eerste, om de kwaliteit van de zorg te verbeteren dankzij een hoger volume. Zo heeft een onderzoek aangetoond dat een groep die minder dan 11 keer per jaar een pancreatectomie uitvoert, minder goede resultaten boekt dan een groot gespecialiseerd centrum." Ook in andere specialismen zie je een tendens tot hergroepering van moeilijke ingrepen, zoals in de cardiologie met het kathlab. "We zijn overigens een hervorming in die zin aan het voorbereiden met het Koninklijk Belgisch Genootschap voor Heelkunde om specialisaties te creëren onder nr. 140 van het Riziv. Ten tweede, om tegemoet te komen aan de verwachtingen van de patiënten. De incidentie van bepaalde aandoeningen stijgt en de patiënten verwachten almaar meer."Is er dan nog een plaats voor onderzoek? "Zeer zeker, we doen aan bench tot bedside, translationeel onderzoek. Zonder dat zou er geen spitsgeneeskunde zijn. Wij volgen de evolutie van de nieuwe indicaties voor lever- en niertransplantatie, de ontwikkeling van geneesmiddelen die orgaantolerantie bewerkstelligen, en regeneratietechnieken op basis van stamceltransplantatie. We zoeken naar markers die de respons op chemotherapie voorspellen, om de patiënt een therapeutische impasse te besparen, die alleen maar bijwerkingen met zich mee zou brengen. In de gastro-enterologische chirurgie streven we sinds meer dan 20 jaar naar minder invasieve ingrepen via laparoscopie en robotgeassisteerde chirurgie. Dat is zowat onze specificiteit geworden dankzij de laatste generatie van de Da Vinci-robot, die hoofdzakelijk wordt gebruikt bij rectumchirurgie. Robotgeassisteerde chirurgie is minder invasief en spaart de pararectale zenuwen die zorgen voor de urogenitale functies."Wat is de plaats van de huisarts?De huisarts heeft het niet gemakkelijk in een wereld die snel evolueert. Hoe realiseer je een harmonieuze integratie? "Ongeacht of de diagnose door de huisarts of door ons wordt gesteld, het ware ideaal als we de huisarts zouden kunnen betrekken bij het nemen van een therapeutische beslissing op grond van onze specificiteiten en technische kwaliteiten", antwoordt prof. Jean Closset. "Zodra de patiënt weer naar huis gaat, is de huisarts essentieel voor de postoperatieve follow-up, regelmatige bloednames, metabole controles, enz. Het ziekenhuisverblijf wordt almaar korter, waardoor de rol van de huisarts nog belangrijker wordt. Het is de huisarts die de postoperatieve follow-up op zich zal nemen."Een mooi voorbeeld daarvan is chirurgie voor pathologische obesitas. De patiënt verlaat het ziekenhuis al de dag na de operatie en de postoperatieve follow-up gebeurt vrijwel uitsluitend door de huisarts. "We zijn een schema voor thuisbehandeling door de huisarts, verpleegkundigen en kinesitherapeuten aan het opstellen. Een ander voorbeeld is de behandeling van de bijwerkingen van kankertherapie, chemotherapie, immunotherapie, enz. Dat dient te gebeuren in een sfeer van vertrouwen om de therapietrouw te vrijwaren."Wat zijn de toekomstverwachtingen?"Als de huidige tendens aanhoudt, evolueren we almaar meer naar zeer gespecialiseerde chirurgen die zo weinig invasief mogelijke ingrepen uitvoeren in een of twee structuren. Een multidisciplinair team bekijkt de patiënt in zijn geheel en de operatie wordt uitgevoerd door een colorectale, slokdarm- of lever-galwegchirurg. Wij nemen al deel aan het spreekuur medische oncologie in andere ziekenhuizen, waarmee we uitstekende betrekkingen hebben, en het is de bedoeling om die samenwerking nog te versterken. We zullen ook een belangrijke plaats moeten reserveren voor opleiding en educatie van onze teams, onze studenten geneeskunde en onze toekomstige chirurgen", legt de stagemeester uit. "In het opleidingsprogramma ontwikkelen we chirurgie op een simulator. Zou u vertrouwen hebben in een vliegtuigpiloot die geen opleiding op de flight simulator heeft genoten?"