De gevolgen voor de nakomelingen van vrouwen met zwangerschapsdiabetes zijn bekend, waaronder het risico op obesitas. Is het belangrijk snel een goede glykemiecontrole te verkrijgen bij toekomstige moeders?
...
De totale prevalentie van zwangerschapsdiabetes bedraagt circa 14%, dus bijna één vrouw op de zeven. Die prevalentie zal nog stijgen gezien de stijgende prevalentie van obesitas en familiaire voorgeschiedenis van diabetes. Daar komt nog bij dat vrouwen wat ouder zijn op het ogenblik van de bevruchting, vooral in onze westerse maatschappijen. Vrouwen stellen hun kinderwens vaak uit om sociale en culturele redenen. Ook wordt alsmaar vaker een beroep gedaan op IVF. De gevolgen voor de nakomelingen van vrouwen met zwangerschapsdiabetes zijn bekend, waaronder het risico op obesitas. Het totaalplaatje ziet er niet zo fraai uit. Dat moet dus beter. Is het belangrijk snel een goede glykemiecontrole te verkrijgen bij toekomstige moeders? Daar is nog maar weinig onderzoek naar verricht. Tegen die achtergrond is een Amerikaanse studie uitgevoerd bij een groot aantal zwangeren dan ook bijzonder interessant. Vier trajecten onderzochtDe auteurs hebben een prospectief cohortonderzoek uitgevoerd bij 258.064 moeder-kindkoppels tussen 2011 en 2023, van wie 17.316 vrouwen met zwangerschapsdiabetes. Op grond van zelfmonitoring van de glykemie onderscheiden de auteurs vier trajecten wat de glykemiecontrole betreft tussen de diagnose van zwangerschapsdiabetes en de bevalling: een optimale en stabiele controle (39,2 %), een snelle verbetering naar een optimale controle (32,3 %), trage verbetering naar een bijna optimale controle (16,7%) en een trage verbetering naar een suboptimale controle (11,8 %). De auteurs hebben dan het relatieve risico van obesitas tijdens de kinderjaren (gewicht ≥ percentiel 95 voor de leeftijd) berekend naargelang van het traject dat de vrouwen met zwangerschapsdiabetes hadden afgelegd, en in vergelijking met vrouwen zonder zwangerschapsdiabetes na correctie voor sociaaldemografische factoren, de pariteit, de BMI voor de zwangerschap, het rookgedrag en het alcoholgebruik. Meer obesitas in de kinderjaren De prevalentie van obesitas bij kinderen van 2-4 jaar van moeders die geen zwangerschapsdiabetes hadden vertoond, bedroeg 15,1%. Voor de bovenvermelde vier categorieën bedroeg het relatieve risico respectievelijk 15,9 % (RR: 1,01), 18,7 % (RR: 1,04), 20,9 % (RR: 1,13) en 24,6 % (RR: 1,23). De laatste twee cijfers waren statistisch significant te oordelen naar het 95% betrouwbaarheidsinterval. Het risico op obesitas tijdens de kinderjaren steeg uiteraard ook met de glykemie van de moeder (p ≤ 0,016). Op de leeftijd van 5 tot 7 jaar liepen enkel de kinderen van vrouwen uit de eerste categorie van zwangerschapsdiabetes (optimale en stabiele controle) eenzelfde risico op obesitas als de kinderen van vrouwen zonder zwangerschapsdiabetes. Met andere woorden, het merendeel van de kinderen (60%) van vrouwen die zwangerschapsdiabetes hadden gehad, liepen risico op zwangerschapsdiabetes. Agressiever beleid Uit die studie blijkt duidelijk dat je alles in het werk moet stellen om de glykemie bij vrouwen met zwangerschapsdiabetes snel en gedurende lange tijd onder controle te brengen. Je moet die vrouwen van dichtbij volgen en je moet de toekomstige moeders voldoende informeren over het belang van een agressiever beleid. "Verder onderzoek is nodig, aldus de auteurs, om de obstakels te achterhalen die een snelle controle van de glykemie na de diagnose in de weg staan." Referentie: Ferrara A et al. Achievement of glycaemic control after gestational diabetes diagnosis is associated with a risk of obesity in the offspring similar to that in children of individuals without gestational diabetes. Poster en mondelinge presentatie op het congres 2024 van de EASD.