...

De cijfers komen uit een recente studie van iVOX bij 1.000 Belgen, uitgevoerd in opdracht van Novartis. Hart- en vaatziekten zijn verantwoordelijk voor 23,6% van de overlijdens in België, maar bijna de helft van de respondenten onderschat dit cijfer. Door betere behandelingen en preventie is de mortaliteit de voorbije decennia wel gedaald, zegt prof. dr. Guido Claessen, cardioloog in het Hartcentrum Hasselt en voorzitter van de Belgische Werkgroep Preven- tieve Cardiologie."Het grootste effect komt door rookpreventie. We weten nog maar sinds de jaren 70 dat roken geassocieerd is met hart- en vaatziekten. Ook het belang van cholesterol en bloeddruk zijn goed gekend. Maar voor de drie risicofactoren overgewicht, fysieke inactiviteit en diabetes scoren we vandaag slechter dan enkele decennia geleden. Dat heeft voor een groot stuk te maken met een sedentaire levensstijl en ongezonde voedingspatronen." Uit de studie blijkt inderdaad dat onvoldoende beweging, stress en ongezonde voeding sterk onderschat worden als risicofactoren. Opvallend is ook dat 11,8% van de mannelijke respondenten gelooft dat er weinig te doen is aan cardiovasculaire risico's. Bij jongeren (-34 jaar) gaat het zelfs om 17,3%. Dat komt overeen met de ervaring van prof. Claessen. "Het is effectief zo dat veel mensen wel een zekere notie hebben van risicofactoren, maar zich niet bewust zijn van de gevaren die ze kunnen lopen. Hart- en vaatziekten worden vaak afgedaan als een aandoening van de oude dag - terwijl problemen al veel vroeger kunnen optreden. En nog belangrijker, de cijfers tonen aan dat er vooral bij jongeren te weinig kennis is van de risicofactoren. Dat is geen goed nieuws, want het proces van atherosclerose begint al op jonge leeftijd." Bijna alle respondenten erkennen dat fysieke activiteit de hartgezondheid ten goede komt, maar toch beweegt 41,3% minder dan 1,5 uur per week. 60% haalt niet de door de WHO aanbevolen 2,5 uur matig-intensieve activiteit per week. De vaakst aangehaalde redenen zijn tijdsgebrek, niet houden van sporten en een gebrek aan kennis.Claessen pleit ervoor om van bewegen een dagelijkse gewoonte te maken. "Beweging is een no-brainer. We zien veel gunstige effecten van beweging op hart- en vaatziekten, niet alleen voor de kransslagaders maar ook voor ouderdomsgerelateerde verstijving van de hartspieren, hartritmestoornissen en hartfalen. Het goede nieuws is dat je niet gigantisch veel beweging nodig hebt om je gezondheid te verbeteren. Ik lees in de media regelmatig dat je elke dag 10.000 stappen moet zetten, maar dat cijfer is nergens op gebaseerd. De grootste winst is te halen bij mensen die nu helemaal niet bewegen. Als je hen kan aanzetten om vier keer per week 15 minuten te bewegen, krijg je tot 40% risicoreductie op het niveau van het individu." De impact voor de gezondheidszorg is lastiger te berekenen, zegt prof. dr. Raf Van Gestel, gezondheidseconoom aan het Leuvens Instituut voor Gezond- heidszorgbeleid. "Meer bewegen leidt tot een lager risico op hart- en vaatziekten, en daardoor heb je minder uitgaven voor cardiovasculaire zorg, ambulante zorg, hospitalisaties enzovoort. Maar gezonde mensen leven langer, maken langer gebruik van bepaalde geneesmiddelen, zullen misschien langer verblijven in een woonzorgcentrum - en wie vaker gaat skiën heeft een groter risico om een been te breken. Je kan dus niet zomaar stellen dat meer lichaamsbeweging rechtstreeks leidt tot kostenbesparingen." Maar macro-economisch gezien is het voordeel van lichaamsbeweging onomstreden, zegt Van Gestel: "Een verhoogde fysieke activiteit leidt tot een hogere arbeidsproductiviteit, minder ziekteverzuim en minder presenteïsme." Als iedereen het WHO-streefdoel van 2,5 uur gematigd intensieve inspanning per week zou halen, zou dat leiden tot een toename van het BBP met 0,2% (ongeveer een miljard voor België). "De belangrijke economische voordelen van lichaamsbeweging liggen dus niet zozeer in het terugschroeven van kosten voor de gezondheidszorg, maar eerder in een betere algemene gezondheid en arbeidsproductiviteit", besluit Van Gestel.