In een Spaans cohortonderzoek, dat gedurende drie opeenvolgende perioden gedurende 18 jaar is uitgevoerd tussen 2006 en 2023, is een significante daling van de incidentie van ernstige niet aan aids gerelateerde accidenten zoals hart- en vaataandoeningen en niet met aids samenhangende kankers vastgesteld over verloop van tijd. De incidentie van klassieke comorbiditeiten zoals hypertensie en dementie is tijdens die lange periode van 18 jaar vrij stabiel gebleven en niet significant gestegen.
Volgens ramingen van experts van de WGO zouden de hoge kosten voor de virologische tests die moeten worden uitgevoerd in het kader van een PrEP, stokken in de wielen kunnen steken bij de uitbreiding van PrEP voor preventie van hiv-infectie.
Op de CROI van 2025 is veel te doen geweest over implementering van PrEP met langwerkende injecteerbare antiretrovirale middelen, hoofdzakelijk cabotegravir. In de PILLAR-studie bijvoorbeeld, een Amerikaanse fase 4-studie, hebben de meeste patiënten de im injecties van cabotegravir om de twee maanden goed nageleefd tijdens een follow-up van 12 maanden en is geen enkel geval van hiv-infectie gediagnosticeerd.
Maar weinig statistisch stevige en relevante klinische studies werden uitgevoerd over het starten van een antiretrovirale behandeling bij patiënten met een gevorderde hiv-infectie. Vandaar het belang van de LAPTOP-studie, een non-inferioriteitsstudie die is uitgevoerd in zeven Europese landen. De studie heeft de virologische werkzaamheid en de veiligheid van een eerstelijnstherapie op basis van een integraseremmer vergeleken met die van een behandeling met een gebooste proteaseremmer.
Op de CROI 2025 zijn twee klinische studies gepresenteerd die leren dat een nieuwe, tweevoudige combinatietherapie, een combinatie van doravirine en islatravir, het virus bij volwassen hiv-dragers niet minder goed onderdrukt dan een standaard antiretrovirale behandeling met twee of drie antiretrovirale middelen.
De nieuwe resultaten van de CARES-studie na twee jaar, die in San Francisco zijn gepresenteerd, bevestigen de non-inferioriteit bij overschakeling op im injecties om de twee maanden van langwerkend cabotegravir en rilpivirine ten opzichte van voortzetting van de standaard/antiretrovirale behandeling en dat in moeilijke en complexe omstandigheden.