...
Het boek opent met twaalf vragen waarbij je kan kiezen tussen drie antwoorden. De eerste vraag luidt: Hoeveel meisjes in de lage-inkomenslanden maken de lagere school af? Je mag kiezen tussen 20, 40 en 60 procent. Andere vragen gaan over het deel van de wereldbevolking dat in extreme armoede leeft, de gemiddelde levensverwachting, het aantal slachtoffers van natuurrampen, het aantal eenjarige kinderen dat ingeënt is tegen een ziekte of het aantal mensen dat toegang heeft tot elektriciteit.De kans dat je ze alle twaalf goed hebt, is klein. Hans Rosling legde deze vragen voor aan vele duizenden mensen. Gemiddeld hebben ze maar twee van de twaalf juist. Chimpansees zouden, willekeurig kiezend, vier van de twaalf juist hebben, merkt Rosling op. Bovendien zouden hun foute antwoorden gelijk verdeeld zijn over de twee verkeerde antwoorden, terwijl de mensen stelselmatig denken dat de wereld angstaanjagender, gewelddadiger en hopelozer is dan ze werkelijk is.Hans Rosling was een Zweedse arts, statisticus en professor internationale gezondheid aan het Karolinska Instituut. Hij werkte in India en Mozambique, waar hij de onbekende ziekte konzo beschreef: een epidemische verlamming van de benen met daarop volgend blindheid. Een leven vol geneeskunde en epidemiologie mondde uit in een boek dat hij met hulp van zoon en schoondochter schreef tijdens de palliatieve zorg voor zijn pancreaskanker waaraan hij begin 2017 overleed. Wie hem kent van zijn lezingen hoort zijn laconieke toon en gedreven eruditie.Rosling structureert zijn betoog aan de hand van de mentale obstakels die ons verhinderen de werkelijkheid onder ogen te zien. Tien reflexmatige reacties vertekenen ons beeld van de wereld. Hij noemt ze 'instincten' die onze perceptie van de realiteit en onze reactie daarop mee bepalen. Zoals het instinct om een zondebok te zoeken, om te denken in termen van 'wij' en 'zij' en de kloof tussen die twee, om ons te beperken tot één perspectief, om ons te laten leiden door het idee dat iets dringend is, om er van uit te gaan dat rechtlijnige ontwikkelingen altijd rechtdoor blijven gaan, om te vergeten dat het meeste nieuws sensationeel of dramatisch is (kinderen die niet verdrinken komen niet in het nieuws), om overmatig aandacht te besteden aan angstaanjagende dingen of om onterecht te generaliseren.Zijn conclusie is helder: we zien de wereld te veel door een cynische bril en het gaat veel beter met de wereld dan de meeste mensen denken. Toch vervalt hij nergens in kortzichtige clichés. Hij noemt zich geen optimist, want hij weet hoe gemakkelijk we fouten maken en hoeveel plausibele rampen nog dreigen - van een pandemie, financiële crisis of een wereld(kern)oorlog tot de klimaatverandering en de extreme armoede.Rosling noemt zichzelf een 'possibilist', iemand die niet zonder reden hoop heeft en niet zonder reden bang is. Alleen als we willen zien wat de mensheid al wel voor elkaar heeft gekregen en hoe groot de gevaren zijn die op ons afkomen hebben we de mogelijkheid om de situatie van mens en planeet te verbeteren. Dan moeten we wel uitgaan van de feiten en ons niet laten leiden door misleidende intuïties.Rosling staart zich daarbij niet blind op de cijfers. Die zijn essentieel om de wereld te kennen, maar je moet ze leren begrijpen in de context van het echte leven. Hij laat zien hoe je 'doordrongen van de feiten' tot inzicht en begrip kan komen. Een op feiten gebaseerd wereldbeeld veroorzaakt bovendien minder stress en hopeloosheid.Feitenkennis verweeft de wereldwijde ervaringen van een inspirerend arts, met doorleefde ethische vraagstukken en strategische inzichten om zelfmisleiding te voorkomen. Rosling pleit met de feiten voor een globale solidariteit, gedragen door de kracht van gedeelde kennis. De relevantie van dit boek is moeilijk te overschatten. Lees het en leer de wereld en jezelf beter kennen.