Op geregelde tijdstippen horen we de bewering dat ons land te veel psychiatrische ziekenhuisbedden heeft met de verwijzing naar een studie van de WHO uitgevoerd in 2008. Volgens deze studie scoort België met 15,52 bedden en stoelen per 10.000 inwoners nog altijd vrij hoog. Met dit cijfer komt België na Malta op de 2de plaats met het hoogste aantal psychiatrische bedden.

In wat hierna volgt, ga ik alleen in op de doelgroep volwassenen. Omdat frequent naar deze rangschikking wordt verwezen (o.a. in de Gids naar een betere geestelijke gezondheidszorg voor de doelgroep volwassenen), is enige nuance wel belangrijk.

De studie is al een aantal jaren geleden uitgevoerd en zou dringend eens mogen geactualiseerd worden. Men spreekt in de studie van de WHO enkel over bedden terwijl in hun berekening voor België ook de partiële daghospitalisatie werd meegenomen.

Voorts behoren de kinderpsychiatrische diensten en de verslavingszorg in een aantal landen tot een andere sector. Als we de berekening voor ons land baseren op de A-, T- en SP-bedden (15.083) en we brengen de bevroren capaciteit in mindering exclusief de bevroren partiële hospitalisatie (2.017 - 305), dan bedraagt de capaciteit per 10.000 inwoners 11,7 i.p.v. de steeds geciteerde 15,52.

Een andere belangrijke nuancering die we dienen te maken, is door naast de bedcapaciteit ook het budget in de vergelijking met dezelfde landen op te nemen. Welk budget is beschikbaar voor de geestelijke gezondheidszorg in andere landen, en hoeveel middelen zijn er beschikbaar om patiënten residentieel dan wel ambulant te behandelen?

We zien dat in de ons omringende landen het GGZ-budget in % van de totale gezondheidsuitgaven beduidend meer bedraagt dan in ons land: Engeland 14%, Luxemburg en Duitsland 10%, Nederland 9% en Frankrijk 8% (Mental Health Economics European Network 2007).

Een antwoord op 'Zijn er nog te veel psychiatrische bedden in ons land?' ligt niet voor het grijpen

Voor een aantal regio's is de bestaande (semi)residentiële capaciteit ontoereikend om nog bedden of stoelen te bevriezen (de zogenaamde "woestijngebieden voor geestelijke gezondheid"). Bij een verdere afbouw zullen de reële zorgnoden niet meer kunnen beantwoord worden of ontbreekt momenteel reeds de vereiste capaciteit.

De overheid zal voor deze regio's een extra budget moeten voorzien voor de vorming van mobiele teams alsook voor de intensifiëring van bestaande bedden.

In het verleden gebeurde dat reeds voor een beperkt aantal regio's. In bepaalde psychiatrische ziekenhuizen stellen we nu al vast dat bijvoorbeeld verslavingsunits kampen met onverantwoorde wachtlijsten. Soms proberen patiënten via het gedwongen statuut dan toch een opname te forceren. De stijging van de gedwongen opnames is deels hieraan toe te schrijven.

Volledigheidshalve moeten we nog verwijzen naar het protocolakkoord dat eind 2020 werd afgesloten voor de versterking van het psychisch aanbod in het kader van de COVID-19-pandemie. Een van de kerngedachten van dit akkoord is te evolueren naar meer preventie en opvang van de geestelijke gezondheidsproblemen voor de meest kwetsbare groepen via een geïntegreerd lokaal aanbod (community based).

Dat aanbod is hoofdzakelijk generalistisch maar wordt ook deels gevoed vanuit de gespecialiseerde GGZ, m.n. de 2de lijn (ambulante centra geestelijke gezondheidszorg) en 3de lijn (psychiatrische ziekenhuizen en psychiatrische diensten van algemene ziekenhuizen). Enerzijds zou dat kunnen leiden tot minder residentiële opnames of heropnames. Anderzijds moeten de nodige middelen aanwezig zijn in de 2de en 3de lijn om die ondersteuning op een kwalitatieve wijze te kunnen verzekeren.

Als er te veel bedden zijn, hoeveel dan wel? Hoeveel bedden/plaatsen moeten nog afgebouwd worden om mobiele teams te creëren en de residentiële werking te versterken?

Als er te veel bedden zijn, hoeveel dan wel? Hoeveel bedden/plaatsen moeten nog afgebouwd worden om mobiele teams te creëren en de residentiële werking te versterken (functie 4)? Hoeveel bedden zijn er nodig om de nood aan residentiële behandeling op te vangen?

We moeten met de nodige voorzichtigheid omgaan met bepaalde uitspraken zoals van McDaid van de London School of Economics en William Torrey. Volgens McDaid kunnen door de sluiting van 1 acuut bed 44 patiënten behandeld worden in een community mental health team.William Torrey stelt dat voor 100.000 inwoners 90 psychiatrische bedden zouden volstaan.

Momenteel ontbreekt een analyse van de vergelijking tussen de caseload en de turnover in de vroegere residentiële capaciteit, alsook in de mobiele teams. Hoeveel patiënten kregen een behandeling in een psychiatrisch ziekenhuis of psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis voor en na de buitengebruikstelling van de bedden? En hoeveel patiënten kregen een behandeling en verdere opvolging in de mobiele teams?

Daarnaast is een goed onderbouwde behoefteraming vereist om te komen tot een meer dynamische programmatie van zorgprogramma's in plaats van de huidige programmatie van kliniekdiensten. De zorgprogramma's hebben betrekking op alle lijnen (1ste, 2de en 3de lijn) en zorgvormen (residentieel, semi-residentieel en ambulant).

Hierbij moet zeker aandacht gaan naar de universitaire psychiatrische functie die momenteel totaal ontbreekt. In de sector van de algemene ziekenhuizen heeft ongeveer 10% van de bedden een universitaire erkenning. De huidige programmatienormen voor zowel de residentiële, semi-residentiële als ambulante psychiatrische zorg moeten dringend herzien worden.

Het onderscheid tussen A- en T-diensten is totaal voorbijgestreefd, en speelt enkel nog in het kader van de financiering en erkenning. Er mag niet langer getalmd worden met een globaal masterplan van de sector geestelijke gezondheidszorg op basis van de inschatting van de behoeften

Het onderscheid tussen A- en T-diensten is totaal voorbijgestreefd, en speelt enkel nog in het kader van de financiering en erkenning. Er mag niet langer getalmd worden met een globaal masterplan van de sector geestelijke gezondheidszorg op basis van de inschatting van de behoeften.

Volgens de studie van Zorgnet-Icuro 'De mythes voorbij. Het public health-perspectief als leidraad bij hervormingen in de geestelijke gezondheidszorg' (2021) moet inzake behandelingen van psychiatrische aandoeningen rekening gehouden worden met de volgende drie vaststellingen: er zijn patiënten met een psychiatrische aandoening die de nodige behandeling niet krijgen (unmet need); personen zonder een psychiatrische aandoening die toch een behandeling krijgen (overmet need) en patiënten met een psychiatrische aandoening die geen adequate behandeling krijgen.

Het effect van deze drie vaststellingen is heel belangrijk om tot een verantwoorde behoefteraming te komen voor het geheel van de sector geestelijke gezondheidszorg. Sowieso kunnen we nu reeds stellen dat een beperkte verdere vermindering van een aantal psychiatrische bedden in bepaalde regio's tot de mogelijkheden behoort.

De vrijgekomen middelen moeten niet alleen dienen voor bijkomende mobiele teams, maar tevens voor de verdere intensifiëring van bestaande bedden. Uiteraard zal in dat globaal masterplan voldoende aandacht moeten gaan naar het luik preventie alsook naar een verdere uitbouw van de samenwerking tussen de verschillende lijnen binnen de geestelijke gezondheidsnetwerken en met de locoregionale klinische netwerken en de eerstelijnsnetwerken.

Het antwoord op de uitgangsvraag 'Zijn er nog te veel psychiatrische bedden in ons land?' ligt bijgevolg niet voor het grijpen, en moet voorafgegaan worden door een goed onderbouwde wetenschappelijke studie.

Ik wil afsluiten met de volgende woorden over deïnstitutionalisering van de Portugese psychiater en professor aan de New University van Lissabon Benedetto Saraceno: "Deinstitutionalisation is a more philosophical concept. Deinstitutionalisation is an empowerment of people with mental disorders, is building their social inclusion, is building their full enjoyment of their full citizenship. To do that you may decide that you discharge patients, that you close hospitals, that you reduce beds, ... These activities are tools that you may use to make your process of deinstitutionalization solid. Don't think that the problem is to close down psychiatric hospitals".

Op geregelde tijdstippen horen we de bewering dat ons land te veel psychiatrische ziekenhuisbedden heeft met de verwijzing naar een studie van de WHO uitgevoerd in 2008. Volgens deze studie scoort België met 15,52 bedden en stoelen per 10.000 inwoners nog altijd vrij hoog. Met dit cijfer komt België na Malta op de 2de plaats met het hoogste aantal psychiatrische bedden. In wat hierna volgt, ga ik alleen in op de doelgroep volwassenen. Omdat frequent naar deze rangschikking wordt verwezen (o.a. in de Gids naar een betere geestelijke gezondheidszorg voor de doelgroep volwassenen), is enige nuance wel belangrijk. De studie is al een aantal jaren geleden uitgevoerd en zou dringend eens mogen geactualiseerd worden. Men spreekt in de studie van de WHO enkel over bedden terwijl in hun berekening voor België ook de partiële daghospitalisatie werd meegenomen.Voorts behoren de kinderpsychiatrische diensten en de verslavingszorg in een aantal landen tot een andere sector. Als we de berekening voor ons land baseren op de A-, T- en SP-bedden (15.083) en we brengen de bevroren capaciteit in mindering exclusief de bevroren partiële hospitalisatie (2.017 - 305), dan bedraagt de capaciteit per 10.000 inwoners 11,7 i.p.v. de steeds geciteerde 15,52. Een andere belangrijke nuancering die we dienen te maken, is door naast de bedcapaciteit ook het budget in de vergelijking met dezelfde landen op te nemen. Welk budget is beschikbaar voor de geestelijke gezondheidszorg in andere landen, en hoeveel middelen zijn er beschikbaar om patiënten residentieel dan wel ambulant te behandelen? We zien dat in de ons omringende landen het GGZ-budget in % van de totale gezondheidsuitgaven beduidend meer bedraagt dan in ons land: Engeland 14%, Luxemburg en Duitsland 10%, Nederland 9% en Frankrijk 8% (Mental Health Economics European Network 2007). Voor een aantal regio's is de bestaande (semi)residentiële capaciteit ontoereikend om nog bedden of stoelen te bevriezen (de zogenaamde "woestijngebieden voor geestelijke gezondheid"). Bij een verdere afbouw zullen de reële zorgnoden niet meer kunnen beantwoord worden of ontbreekt momenteel reeds de vereiste capaciteit. De overheid zal voor deze regio's een extra budget moeten voorzien voor de vorming van mobiele teams alsook voor de intensifiëring van bestaande bedden. In het verleden gebeurde dat reeds voor een beperkt aantal regio's. In bepaalde psychiatrische ziekenhuizen stellen we nu al vast dat bijvoorbeeld verslavingsunits kampen met onverantwoorde wachtlijsten. Soms proberen patiënten via het gedwongen statuut dan toch een opname te forceren. De stijging van de gedwongen opnames is deels hieraan toe te schrijven. Volledigheidshalve moeten we nog verwijzen naar het protocolakkoord dat eind 2020 werd afgesloten voor de versterking van het psychisch aanbod in het kader van de COVID-19-pandemie. Een van de kerngedachten van dit akkoord is te evolueren naar meer preventie en opvang van de geestelijke gezondheidsproblemen voor de meest kwetsbare groepen via een geïntegreerd lokaal aanbod (community based). Dat aanbod is hoofdzakelijk generalistisch maar wordt ook deels gevoed vanuit de gespecialiseerde GGZ, m.n. de 2de lijn (ambulante centra geestelijke gezondheidszorg) en 3de lijn (psychiatrische ziekenhuizen en psychiatrische diensten van algemene ziekenhuizen). Enerzijds zou dat kunnen leiden tot minder residentiële opnames of heropnames. Anderzijds moeten de nodige middelen aanwezig zijn in de 2de en 3de lijn om die ondersteuning op een kwalitatieve wijze te kunnen verzekeren.Als er te veel bedden zijn, hoeveel dan wel? Hoeveel bedden/plaatsen moeten nog afgebouwd worden om mobiele teams te creëren en de residentiële werking te versterken (functie 4)? Hoeveel bedden zijn er nodig om de nood aan residentiële behandeling op te vangen? We moeten met de nodige voorzichtigheid omgaan met bepaalde uitspraken zoals van McDaid van de London School of Economics en William Torrey. Volgens McDaid kunnen door de sluiting van 1 acuut bed 44 patiënten behandeld worden in een community mental health team.William Torrey stelt dat voor 100.000 inwoners 90 psychiatrische bedden zouden volstaan. Momenteel ontbreekt een analyse van de vergelijking tussen de caseload en de turnover in de vroegere residentiële capaciteit, alsook in de mobiele teams. Hoeveel patiënten kregen een behandeling in een psychiatrisch ziekenhuis of psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis voor en na de buitengebruikstelling van de bedden? En hoeveel patiënten kregen een behandeling en verdere opvolging in de mobiele teams? Daarnaast is een goed onderbouwde behoefteraming vereist om te komen tot een meer dynamische programmatie van zorgprogramma's in plaats van de huidige programmatie van kliniekdiensten. De zorgprogramma's hebben betrekking op alle lijnen (1ste, 2de en 3de lijn) en zorgvormen (residentieel, semi-residentieel en ambulant). Hierbij moet zeker aandacht gaan naar de universitaire psychiatrische functie die momenteel totaal ontbreekt. In de sector van de algemene ziekenhuizen heeft ongeveer 10% van de bedden een universitaire erkenning. De huidige programmatienormen voor zowel de residentiële, semi-residentiële als ambulante psychiatrische zorg moeten dringend herzien worden. Het onderscheid tussen A- en T-diensten is totaal voorbijgestreefd, en speelt enkel nog in het kader van de financiering en erkenning. Er mag niet langer getalmd worden met een globaal masterplan van de sector geestelijke gezondheidszorg op basis van de inschatting van de behoeften. Volgens de studie van Zorgnet-Icuro 'De mythes voorbij. Het public health-perspectief als leidraad bij hervormingen in de geestelijke gezondheidszorg' (2021) moet inzake behandelingen van psychiatrische aandoeningen rekening gehouden worden met de volgende drie vaststellingen: er zijn patiënten met een psychiatrische aandoening die de nodige behandeling niet krijgen (unmet need); personen zonder een psychiatrische aandoening die toch een behandeling krijgen (overmet need) en patiënten met een psychiatrische aandoening die geen adequate behandeling krijgen. Het effect van deze drie vaststellingen is heel belangrijk om tot een verantwoorde behoefteraming te komen voor het geheel van de sector geestelijke gezondheidszorg. Sowieso kunnen we nu reeds stellen dat een beperkte verdere vermindering van een aantal psychiatrische bedden in bepaalde regio's tot de mogelijkheden behoort.De vrijgekomen middelen moeten niet alleen dienen voor bijkomende mobiele teams, maar tevens voor de verdere intensifiëring van bestaande bedden. Uiteraard zal in dat globaal masterplan voldoende aandacht moeten gaan naar het luik preventie alsook naar een verdere uitbouw van de samenwerking tussen de verschillende lijnen binnen de geestelijke gezondheidsnetwerken en met de locoregionale klinische netwerken en de eerstelijnsnetwerken. Het antwoord op de uitgangsvraag 'Zijn er nog te veel psychiatrische bedden in ons land?' ligt bijgevolg niet voor het grijpen, en moet voorafgegaan worden door een goed onderbouwde wetenschappelijke studie. Ik wil afsluiten met de volgende woorden over deïnstitutionalisering van de Portugese psychiater en professor aan de New University van Lissabon Benedetto Saraceno: "Deinstitutionalisation is a more philosophical concept. Deinstitutionalisation is an empowerment of people with mental disorders, is building their social inclusion, is building their full enjoyment of their full citizenship. To do that you may decide that you discharge patients, that you close hospitals, that you reduce beds, ... These activities are tools that you may use to make your process of deinstitutionalization solid. Don't think that the problem is to close down psychiatric hospitals".