...

De MUG-diensten van ZAS rukten vorig jaar 472 keer uit voor een hartstilstand. In 45% van de gevallen kon geen hulp meer baten en startten de hulpdiensten geen reanimatie op. Dit kwam doordat de persoon in kwestie bijvoorbeeld alleen woonde en al overleden was, of bij onderliggende chronische aandoeningen (zoals ernstige problemen met longen of hart- en bloedvaten) waarbij omstaanders geen reanimatie hadden opgestart. 43% van de patiënten bij wie reanimatie was opgestart door de hulpdiensten, konden worden overgebracht naar het ziekenhuis. Van de 112 patiënten die het ziekenhuis haalden waren er na een maand nog 45 in leven. Met 17,4 procent is de overlevingskans binnen het zorggebied van ZAS hoger dan het Belgisch gemiddelde - niet geheel onlogisch, want in stedelijke gebieden zijn er meer ziekenhuizen en zijn de hulpdiensten doorgaans sneller ter plaatse. De gemiddelde aanrijtijd van de MUG in de stad Antwerpen bedraagt acht minuten.Meer kennis van reanimatie"Het overlevingspercentage zou een pak hoger liggen als meer mensen zonder medische opleiding zouden reanimeren in afwachting van gespecialiseerde hulp", zegt urgentiearts Esmael El-Abdellati van ZAS Middelheim. "Als het slachtoffer van een hartstilstand in die 480 seconden basic life support (BLS, hartmassage en beademing, eventueel gebruik van een defibrillator) krijgt, kan dat een heel groot verschil maken voor de overleving." Volgens ZAS wordt slechts in vier op de tien gevallen door omstaanders een reanimatie opgestart. Vaak zijn dit familieleden, vrienden of collega's. ZAS verwijst naar Nederland, waar het overlevingspercentage op 18,7 procent ligt. "Mogelijk is dit te verklaren door de combinatie van uitgebreide kennis van reanimatie bij de bevolking en een oproepsysteem voor geschoolde buurtbewoners om te komen helpen wanneer iemand een hartstilstand vaststelt", luidt het.