Jammer maar helaas. Poetin heeft ons pijnlijk duidelijk gemaakt dat onze Westerse levenswijze geen oneindig leven beschoren is. Hij is minstens een van de triggers die ons met de neus op de harde realiteit drukken. De coronacrisis was er al één van, maar ook de financiele malaise van 2008 was reeds een teken aan de wand dat ons maatschappelijk-economisch model dringend behoefte heeft aan bijsturing. Geen gemorrel in de marge, maar een fundamentele herorientering van ons bestel.
De voorbije decennia reeds waren er enkelen die de these opperden dat het Westen in een bubbel terechtgekomen was.
We dachten dat de welvaart tot in de hemel ging groeien. Dat ons economisch model ons alleen maar meer welzijn en voorspoed zou brengen.
Dat uitgerekend een dictator als Poetin ons erop moet wijzen dat aan alles een einde komt, dus ook aan onze spilzieke maatschappij, is redelijk cynisch te noemen.
Regeringen doen hun best om het voor de burger draaglijk te houden. Een rits aan maatregelen wordt uit de kast gehaald om de schok in de winter op te vangen. Of het voldoende zal zijn, zal moeten blijken uit de praktijk.
Lossen we de noden van de burger op door ze voortdurend geld toe te stoppen? Want dat is waar het eigenlijk op neerkomt. Of je nu een korting krijgt, een sociaal tarief, een energiecheque, een teruggave van de belastingen, in de feiten komt het telkens op hetzelfde neer: de overheid meent de energiecrisis te kunnen bezweren met het uitdelen van geld aan de noodlijdende burgers en bedrijven.
Geld dat eigenlijk van diezelfde burger komt. Belastinggeld. Hoe lang zal onze federale regering deze vorm van steun blijven aanhouden. Enkele maanden? Een half jaar? Misschien zelfs enkele jaren, als de noodzaak daar is?
Dat uitgerekend een dictator als Poetin ons erop moet wijzen dat aan alles een einde komt, dus ook aan onze spilzieke maatschappij, is redelijk cynisch te noemen
Gert Peersman liet enkele dagen geleden in een opinie in De Standaard geen spaander heel van het gevoerde energiebeleid in ons land. De huidige aanpak lost de problemen niet op. Integendeel. Je geeft op geen enkel ogenblik het signaal aan de burger dat hij zijn energieverbruik moet milderen. Er wordt quasi niks ondernomen om een gedragswijziging te bewerkstelligen. Want het is dat wat we uiteindelijk nodig hebben. Als je de burger geld geeft, is dat enkel bedoeld om de irrationele prijzen op de markten te kunnen blijven betalen. Op die wijze zal de vraag naar energie niet zakken, en als Poetin de gaskraan nog wat verder dichtdraait, zal het onevenwicht tussen vraag en aanbod nog wat groeien, met de gekende gevolgen.
Natuurlijk is de burger niet zo onverstandig als ik hier misschien wat laat uitschijnen. Heel wat gezinnen, maar ook bedrijven doen er alles aan om hun energieverbruik, waar mogelijk, wat af te remmen. De auto wordt wat vaker in de garage gelaten, de thermostaat enkele graadjes lager, het waterverbruik wordt beperkt, er wordt minder op restaurant gegaan, de winkelkar wordt wat minder gevuld dan gewoonlijk.
Deze gedragswijziging heeft natuurlijk een keerzijde. Als burgers minder consumeren, is de economie de dupe. Bedrijven zullen zien dat er minder afname is, minder vraag, met als gevolg dat er in de kosten moet gesneden worden. De kern van economische groei is consumptie. Als die sputtert, dan raak je aan die kern. Het is dan ook niet overdreven te stellen dat een recessie zo goed als onafwendbaar is.
Hoe lang zal onze federale regering deze vorm van steun blijven aanhouden? Enkele maanden? Een half jaar?
Je zou bijvoorbeeld de idee van een verlaging van de maximumsnelheid op de autostrade serieus kunnen overwegen. Eventueel een tijdelijke snelheidsbeperking invoeren. Alle lichten langs de wegen op een zeker uur doven. Dat kan toch zo moeilijk niet zijn? Alle beetjes kunnen helpen.
Als dit nog enkele maanden blijft aanhouden, zullen bepaalde bedrijfssectoren tijdelijk afschakelen. Economische werkloosheid zal wederom zijn intrede doen. Enkele weken of maanden de economie gedeeltelijk stilleggen, kan er ook voor zorgen dat de energievraag drastisch daalt, met een mogelijks gunstig effect op de prijs. Als de nood het hoogst is, zullen ook de meest ondenkbare pistes als remedie naar voren worden geschoven. Onze economie doelbewust op een waakvlam zetten, is daar een van.
Ondertussen wacht de Vlaamse regering tot de Septemberverklaring van de minister-president, om ook zijn duid in het zakje te doen wat steun aan de bevolking en de bedrijven aangaat. Rijkelijk laat, me dunkt. Wederom een illustratie van de wereldvreemdheid van onze politieke kaste.
De minister van Verkeer, Lydia Peeters, loste alvast een schot voor de boeg. In de wintermaanden zouden mensen het openbaar vervoer kunnen gebruiken voor slechts 1 euro. Ze wil op die manier de mensen uit hun auto lokken richting openbaar vervoer.
Gezonde logica zegt me dat, zelfs al zou ze dat vervoer gratis aanbieden, de burger dit niet zal oppikken zolang er geen voldoende uitgebouwd kwalitatief openbaar vervoer net is. Als je een half uur op je bus moeten wachten, of je kan direct in de auto springen om een verplaatsing van 15 km te maken, dan weet ik al welke beslissing veel mensen gaan nemen.
Dat deze winter moeilijk zal worden, dat is een open deur intrappen. We zullen er niet geraken door oeverloos te bakkeleien wat nu de beste set aan maatregelen is om probleemloos doorheen de winter te geraken.
Wat we nu nodig hebben zijn politici die ons durven te zeggen waar het op staat. Dit impliceert in mijn ogen dat ze ons bijgevolg ook zeggen dat de steun die nu wordt uitgedeeld, later op de boterham van diezelfde begunstigde zal komen.