Bij de invloed van de klimaatverandering op ziekten denken we in westerse landen allicht in eerste instantie aan de migratie van muggen naar meer noordelijke streken. Onderzoekers in Nature Climate Change schetsen een vollediger plaatje.
...
Hun conclusie luidt dat meer dan de helft van de infectieziekten waarmee mensen wereldwijd te maken krijgen, op één of andere manier ernstiger worden door de klimaatverandering - 218 op een totaal van 375 of 58%, om precies te zijn. Tegelijk zou 16% (negen ziekten) er tijdelijk milder door worden. Deze conclusie is het resultaat van noeste arbeid. Mora et al. hielden rekening met tien verschillende klimaatrampen die gerelateerd zijn aan broeikasgassen, zoals de gemiddelde temperatuur, hittegolven, droogte, bosbranden, overstromingen, storm, enz. Ze voerden een literatuuronderzoek uit waarbij ieder van deze rampen gecombineerd werd met de zoekterm 'ziekte', daarna met elk van de infectieziekten die worden opgesomd in twee gezaghebbende classificaties (vanwaar het hogergenoemde totaal van 375 infectieziekten). Ze vonden in totaal meer dan drieduizend beschrijvingen in 830 artikels, die samen naar de 218 vermelde infectieziekten verwezen. In de slipstream noteerden ze ook nog eens 59 niet-overdraagbare aandoeningen die samen met de klimaatverandering in opmars zijn, zoals astma en slangenbeten. De onderzoekers identificeerden 1.008 mechanismen die ertoe leiden dat klimaatrampen ziekte veroorzaken. De meeste daarvan kunnen worden samengebracht onder de noemer: 'mensen en ziekteverwekkers komen dichter bij elkaar'. Dat kan in twee richtingen gaan: ofwel verplaatsen de ziekteverwekkers zich, ofwel zijn het de mensen. De eerste situatie is de jongste jaren bij ons al vaker in het nieuws geweest: vectoren uit tropische klimaatzones komen via transport naar oorspronkelijk koelere streken, waar ze zich dankzij stijgende temperaturen kunnen vestigen. Een bekend voorbeeld is de tijgermug, die oorspronkelijk afkomstig is uit Zuidoost-Azië. Ze heeft intussen voet aan de grond gekregen in Zuid-Europa en komt sporadisch voor in ons land. De tijgermug brengt verschillende ziekten over, zoals dengue, chikungunya en misschien zika. Gevallen van deze ziekten in Zuid-Europa blijven momenteel anekdotisch. Ebola is een ander berucht voorbeeld van 'uitwijkende' ziekteverwekkers. We zitten hier in het domein van de 'spillover'. Dieren die als reservoir optreden voor virussen - zoals primaten, knaagdieren en vleermuizen (het meest waarschijnlijke reservoir van het ebolavirus) - verspreiden zich over een grotere oppervlakte wegens voedselschaarste of verplaatsen zich onder invloed van natuurbranden. Woelmuizen kunnen in noordelijke streken hun gangen aan het zicht van roofdieren onttrekken omdat ze door sneeuw worden bedekt. Door zeldzamer wordende sneeuwlagen gaan de woelmuizen beschutting zoeken in menselijke woonkernen. De dieren zijn echter een reservoir voor het hantavirus, dat ze via hun urine verspreiden. Vermelden we ten slotte cholera, waarvan het risico toeneemt met het aantal overstromingen. Het artikel in Nature Climate Change noemt nog tientallen andere voorbeelden. Zo ook voor de omgekeerde beweging, waarbij de mens zich naar de ziekteverwekkers verplaatst. De hitte beweegt mensen ertoe verkoeling te zoeken in het water, waardoor de incidentie van gastro-enteritis (met Vibrio cholerae en andere kiemen) toeneemt, alsook het risico op meningo-encefalitis met amoeben. De literatuur heeft het verband aangetoond tussen massale menselijke migratie veroorzaakt door storm of overstroming, en een indrukwekkende reeks aandoeningen zoals leptospirose, giardiasis, tyfus en hepatitis, naast long- en huidziekten. Mensen vluchten niet alleen voor het natuurgeweld, maar zien zich soms ook genoodzaakt hun vee naar herbergzamer streken te volgen, wat in de literatuur wordt vermeld als oorzaak van onder andere antrax. Ebola-uitbraken blijken niet alleen te wijten te zijn aan de migratie van dieren, maar ook aan die van mensen. In de passage over spillover van virussen op de mens, wordt niet naar covid-19 verwezen, omdat de overstap van dat virus op de mens - en de verdere verspreiding wereldwijd - allicht veeleer met culturele factoren te maken heeft. Er zijn wel verslagen die uitwijzen dat klimaatfactoren zoals temperatuur en zware regenval de transmissie van covid-19 beïnvloeden, wat overigens ook geldt voor griep. Sommige onderzoekers registreerden een afgenomen transmissie van covid-19 na zware regenval, wat mogelijk kan worden verklaard doordat mensen het huis niet kunnen verlaten. Andere auteurs namen na zware regenval net een stijging van het aantal infecties waar. Naast migratie van mensen en ziekteverwekkers maken Mora et al. nog melding van een reeks andere mechanismen, zoals de soms gunstige invloed van de klimaatverandering op de gezondheid en/of weerbaarheid van de ziekteverwekkers en/of hun vectoren. Andersom worden mensen soms verzwakt door allerlei vormen van klimaatgerelateerde ontbering, zoals gebrek aan voedsel en onderdak.