...

De Minister van Volksgezondheid liet zich dan ook graag verleiden om bij de plechtige opening van de wachtpost vorige week vrijdag de genodigden toe te spreken. De wachtpost Brugge is het ideale model volgens haar 'Afsprakenplan' voor de niet-geplande zorg - compleet met gemeenschappelijke toegang die fysieke triage mogelijk maakt. Wie eerst belt naar het oproepnummer 1733 - wat wordt aangemoedigd - wordt getrieerd volgens de 1733-protocollen. De eerste versies daarvan werden overigens in Brugge geschreven en uitgetest. Wie rechtstreeks naar de spoed komt, wordt opgevangen door de triageverpleegkundige. Die beslist of de patiënt geholpen wordt in de spoed of in de huisartsenwachtpost.Efficiëntie"Met het oog op de snelheid van een interventie is het belangrijk dat een patiënt met een onvoorzien medisch probleem meteen bij de juiste zorgverlener of dienst terechtkomt", stelt minister De Block. Maar daar knelt het schoentje. Niet-planbare zorg heeft verschillende toegangen - sommige naar eerstelijnszorg, andere naar meer gespecialiseerde zorg. De patiënt raakt er vaak zelf niet uit wat meest aangewezen is. "Dat de verschillende actoren los van elkaar werken, komt daarbij de efficiëntie niet ten goede."Met het 'Afsprakenplan' wilde de minister daarom meer samenhang bewerkstellingen: "We zetten sterk in op een model waarbij de huisartsenpost op een geïntegreerde manier samenwerkt met een spoeddienst. De bedoeling is dat binnen afzienbare tijd de meeste wachtposten gevestigd zijn op de campus van een ziekenhuis. Bij voorkeur in hetzelfde gebouw [als de spoeddienst]."De huisarts zal zijn autonomie behouden, verzekert de minister. Maar een gemeenschappelijke triage moet tal van problemen oplossen. "Patiënten krijgen eenduidigheid. Ze moeten zich minder verplaatsen. Bovendien lopen ze ook veel sneller door het systeem. Deze organisatie leidt ook tot een efficiëntere inzet van mensen en middelen." Dezelfde diagnose wordt niet twee keer gesteld. Hetzelfde onderzoek moet niet twee keer gebeuren.Maar om er helemaal te komen, moet onze gezondheidszorg eerst nog wat huiswerk doen. Of de patiënt belt naar de 112 of naar het huisartsennummer 1733 - hij zou steeds op dezelfde manier moeten worden getrieerd en 'gereguleerd'. Daarom werden de protocollen van beide soorten dispatching naast elkaar gelegd en samengevoegd. De 'geïntegreerde protocollen' die zo tot stand kwamen, worden nu uitgetest in een dry-run in Leuven en Tienen. In de toekomst zou het niet uitmaken naar welk nummer de patiënt belt en krijg je ruimere regulatiemogelijkheden: "Het zorgpad kan bestaan uit de dringende medische hulpverlening van het 112-systeem: de MUG, de PIT of de ziekenwagen. Maar ook een verwijzing naar de GMD-houdend arts of de huisarts met wachtdienst is mogelijk. Een bijkomende optie is een prioritair huisbezoek. Als blijkt dat dringende hulp niet nodig is, is ook een verwijzing naar het gewone spreekuur mogelijk. Op die manier nemen de dispatchers de rol van gatekeeper op zich." In dat systeem nemen de huisartsenwachtposten dus een belangrijke plaats in. "De bedoeling is [de wachtposten] op termijn uit te rollen over het hele grondgebied." En om de fysieke triage ook door daartoe opgeleide professionals volgens geïntegreerde protocollen goed te laten verlopen, helpt het als de huisartsenwachtpost zich vlakbij een spoeddienst bevindt. En waar dat niet mogelijk is, bijvoorbeeld omdat er geen ziekenhuis in de buurt is, blijft een goed gesmeerd afsprakensysteem aangewezen, aldus De Block.Rationalisatie"De lokale dynamiek die de wachtposten in het verleden hebben gekend, hebben mooie resultaten opgeleverd. Maar de overgang naar een geïntegreerd systeem van niet-planbare zorg vraagt een aanpak die vanuit een hoger overkoepelend niveau wordt gestuurd", zegt de minister. "Naast de standaardisering van het model van de wachtposten evolueren we ook naar een doorgedreven standaardisering van de uitgaven. De audit van de wachtposten die afgerond is, zal hierbij een belangrijke rol spelen."Voor de spoeddiensten ligt het probleem anders: "Op dit moment beschikt België over uitzonderlijk veel spoeddiensten. Daar is ook een rationalisatie nodig. Er zijn spoeddiensten waar men door de drukte amper weet waar eerst te beginnen. Maar er zijn ook spoeddiensten waar men misschien één patiënt op een nacht ziet."