Het Belgisch Staatsblad van 20 juli 2021 maakte de wet van 11 juli 2021 tot wijziging van het btw- wetboek wat betreft de vrijstelling van deze belasting inzake medische verzorging, bekend. Artikel 3 van die wet bepaalt dat de beoefenaars van een gezondheidszorgberoep dat wordt geregeld in de WUG of in de wet op de niet-conventionele praktijken inzake de geneeskunde van btw zijn vrijgesteld voor de medische verzorging die zij verlenen.
...
De WUG bepaalt toelatingsvoorwaarden (diploma; erkenning; visum, inschrijving bij een Orde) voor deze beroepen en bovendien moeten zij in de nabije toekomst ook voldoen aan de strenge kwaliteitseisen vastgelegd in de Zorgkwaliteitswet. Maar ook wie medische verzorging verstrekt buiten dat strikte wettelijke kader zal onder bepaalde voorwaarden van btw kunnen worden vrijgesteld. 'Rechters: ga te rade bij een goede dokter'Deze wetswijziging kwam er na een arrest van het Europees Hof in de Belgische chiropraxie-zaak.[1] Het Hof oordeelde daarin dat de vrijstelling van btw voor medische verzorging niet zonder meer mag worden voorbehouden aan de beoefenaars van een gereglementeerd medisch of paramedisch beroep. Want, aldus het Hof het kan namelijk niet 'op een algemene en absolute wijze' worden uitgesloten dat zorgbeoefenaars die niet tot een gereglementeerd beroep behoren 'toch de noodzakelijke kwalificaties bezitten om verzorging te verlenen met een vergelijkbaar kwaliteitsniveau wanneer zij een erkende opleiding hebben gevolgd'. 'Niet algemeen en absoluut uit te sluiten' dat een erkende opleiding vergelijkbare kwaliteit biedt: als de kwaliteitslat zo laag wordt gelegd, kan iedereen er met gemak over. Een vergelijkbaar arrest van de Nederlandse Hoge Raad ontlokte enkele artsen in het Nederlands Juristenblad de kreet: 'Rechters, ga te rade bij een goede dokter' ...Niet verrassend liet het Europees Hof de beoordeling of in België zorgbeoefenaars die geen gereglementeerd WUG beroep uitoefenen, dezelfde kwaliteit kunnen waarborgen over aan het Grondwettelijk Hof. Dat Hof vernietigde vervolgens zonder veel omhaal de regels voor vrijstelling van btw voor medische verzorging omdat die vrijstelling enkel kon worden verleend aan WUG-beoefenaars. De nieuwe regelingHet is tegen deze achtergrond dat de wet van 20 juli 2021 moet worden begrepen. Die bepaalt dat de btw-vrijstelling voor medische verzorging ook moet worden verleend aan wie medische zorg verstrekt buiten de WUG om, als hij houder is van 'een certificaat' afgeleverd door een erkende instelling en op basis van dit certificaat 'beschikt over de noodzakelijke kwalificaties om medische verzorging te verlenen waarvan het kwaliteitsniveau voldoende hoog is om soortgelijk te zijn aan die aangeboden' door een WUG beroepsbeoefenaar. En wie zal daarover oordelen? Om de vrijstelling te bekomen moet de betrokken zorgverlener 'voorafgaande kennisgeving' doen aan de btw-administratie. Daarmee is de kous af, afgezien van de modaliteiten die de koning ter zake nog kan bepalen.En wat met onwettige uitoefening?Door slaafs de redenering van het Europees Hof te volgen, werd tijdens de parlementaire voorbereiding helemaal voorbijgegaan aan het gegeven dat wie medische verzorging verleent buiten de WUG, dit niet alleen onbevoegd maar bijna altijd ook onwettig doet. Men mag er immers van uit gaan dat de voorwaarde dat zo iemand 'gewoonlijk' onbevoegd handelt, ruimschoots is vervuld vermits hij of zij er het beroep van maakt. De WUG dreigt zo langzamerhand een vodje papier te worden.[1] Zie voor details Herman Nys (2020), Gezondheidszorgberoepen, blz. 33-34.